De leeswereld van Valerie Trouet
Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Valerie Trouet, dendrochronologe.
door Matthias M.R. Declercq
Valerie Trouet komt de Brusselse bar binnen en haalt vier boeken uit haar tas die haar Leeswereld in een oogwenk samenvatten. Op tafel ligt de lijvige, meerlagige roman Bidden wij voor Owen Meany van John Irving, bovenop non-fictie over het leven en het schrijven (Anne Lamott, bird by bird) en thriller- en detectiveverhalen van Ann Cleeves (The Raging Storm) en Richard Osman (The Last Devil to Die). Allemaal verhalen op papier, dat gemaakt is van de grondstof die het professionele leven van Valerie Trouet omhelst: hout. Trouet staat weliswaar aan het hoofd van het nationale klimaatcentrum, dat eind 2022 opende in Ukkel en het wetenschappelijk onderzoek naar de klimaatverandering stroomlijnt, maar heeft al een lang academisch leven achter de rug in de dendrochronologie: boomringonderzoek. Trouet reconstrueert via boomringen het klimaat van de afgelopen tweeduizend jaar en onderzoekt hoe het ecosysteem daardoor is beïnvloed. De van oorsprong Leuvense bio-ingenieur werkte lange tijd in het buitenland - Zwitserland, Pennsylvania en Arizona- om in 2023 terug te keren naar België. ‘Veel boeken kan je niet meenemen op een trans-Atlantische vlucht,’ lacht ze, ‘maar deze vier pasten alsnog in mijn koffer.’
Reizen
‘Laat ik er Irving maar meteen bijpakken. Bidden wij voor Owen Meany heeft echt mijn wereld geopend. Ik was zeventien toen ik het boek las op de middelbare school. Lezen was een vanzelfsprekendheid voor mij. Dat kon ook moeilijk anders met een vader en moeder die thuis erg veel lazen. Mijn moeder is vijfentachtig jaar en zit overigens nog altijd in een Engelstalige en in een Franstalige leesclub. Te weten dat vader professor was in de farmacologie en moeder leerkracht wiskunde, was er thuis niet alleen ruimte voor wetenschap, maar ook voor verhalen, die we ontleenden in de bib. Lezen stond voor mij niet in het teken van ontsnappen. Veeleer wilde ik te weten komen hoe het leven elders was; in het geval van Owen Meany in het noordoosten van de Verenigde Staten. Zo’n boek lezen is een diepgaandere ervaring dan effectief op reis gaan naar die streek. Als toerist bezoek je de bekende plekken, maar als lezer leer je de cultuur kennen, de diepere laag. Boeken van Irving spelen zich altijd af op de dunne lijn tussen het reële en het imaginaire. Op zich zijn die verhalen niet per se geloofwaardig, maar toch geloof je ze. Irving bereikt een soort uitbreiding van je bewustzijn, van je realiteitszin.’
Zodra ik in de Verenigde Staten als prof begon te werken, las ik steeds meer grote Amerikaanse auteurs, zoals Jonathan Franzen, Barbara Kingsolver, Annie Proulx en Tom Wolfe. The Bonfire of the Vanities (Het vreugdevuur der ijdelheden) van Wolfe is fantastisch. Dat boek trof ik niet in Pennsylvania, maar in een B&B in Tanzania. Ik deed er veldonderzoek, had al een roman uitgelezen en botste bij het wachten op een boot op dat boek. “Neem maar mee”, zei de uitbater.’
Schaamte
‘Lange tijd voelde ik een bepaalde schaamte bij het lezen van detectiveromans en thrillers. Waarom eigenlijk? Mijn vader las soms zware lectuur over de Tweede Wereldoorlog, maar evengoed las hij stationsromannetjes. Ik had het gevoel me te moeten verantwoorden voor het lezen van pakweg The Last Devil to Die van Richard Osman. En ook al ga je The Raging Storm van Ann Cleeves denkbeeldig op reis naar de Shetlandeilanden, dan nog vroeg ik me af of dat wel “verantwoorde lectuur” was. Nu heb ik die schaamte van me afgeworpen. Niet ieder boek moet diepgaand zijn. Escapisme heeft nu wel een plaats in mijn Leeswereld. Dus lees ik een zoveelste “nordic noir”, puur ter ontspanning. Neen, daar is niks verkeerd mee.’
Nature
Blijft over: non-fictie. ‘Je zou wetenschappelijke artikels ook als lectuur kunnen beschouwen. Dan spreek ik niet over saaie, op data gerichte vakbladen, maar over Science of Nature (waar Trouet zelf ook in publiceert, red.). Een goed wetenschappelijk artikel is in wezen ook een goed verhaal. Meer dan alleen data gaat het daarbij om de consequenties, de gevolgtrekkingen van de auteur. Echt ontspannend is dat niet, maar voor mij is het wel een vorm van lezen.’
Bird by bird, het fraai vormgegeven boek van Anne Lamott dat Valerie Trouet bij heeft, legt meer bloot dan alleen een verhaal over schrijven an sich; het stap voor stap volharden op weg naar een boek. De paperback staat symbool voor de weg die Valerie Trouet zelf heeft afgelegd. Een paar jaar geleden nam ze een sabbatical aan de Universiteit van Arizona. Ze besloot zelf een boek te schrijven en haar vakgebied, de dendrochronologie, te ontsluiten voor een breder publiek. Daar is ze met glans in geslaagd. Tree Story. The History of the World Written in Rings, in het Nederlands vertaald als Wat bomen ons vertellen. Een geschiedenis van de wereld in jaarringen, is een fascinerend boek waarin je Trouet je bij de hand neemt en de wereld van bomen in leidt. Van haar labo in Arizona, naar radioactieve Russische bossen, naar Kigoma, een Tanzaniaans stadje aan het Tanganyikameer: iedere plek is een puzzelstuk dat bijdraagt aan het beeld van bomen als getuigen van wat vroeger was. Het boek vangt aan met de discussie rond de leeftijd van de legendarische viool van Antonio Stradivari. Een discussie beslecht door dendrochronologisch onderzoek, dat de leeftijd van het hout bij benadering kon aantonen. Tree Story is ook voor leken een uiterst interessant boek, dan intussen de wereld verovert en al vertaald is naar het Japans, Spaans en Italiaans.
‘Tot ik aan dat boek begon -met een heel klein hartje- had ik amper non-fictie gelezen in mijn leven, behalve wetenschappelijke artikels. Om wat in de sfeer te komen las ik How to Clone a Mammoth van Beth Shapiro en The Immortal Life of Henrietta Lacks van Rebecca Skloot. Dat laatste boek gaat over een zwarte vrouw die kanker had in de jaren vijftig en er uiteindelijk aan stierf, maar wiens kankercellen nog altijd de basis vormen voor alle latere kankeronderzoek, zonder dat Lacks of haar familie dat ooit heeft geweten. Toen ik die boeken las dacht ik: “Ik ga dat nooit kunnen, een boek schrijven.” (lacht) Maar tegelijk was ik echt gegrepen door die boeken, door de vorm, en besefte hoe ontzettend fijn het is om een goed geschreven non-fictie boek te lezen. Dat Tree Story het nu zo goed doet, daar ben ik ontzettend blij om. Het is belangrijk om wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar een breed publiek, opdat iedereen toegang krijgt tot de informatie. Afgezien van dat boek van Anne Lamott over schrijven, kan ik zeggen dat het zélf schrijven van een boek mijn Leeswereld heeft vergroot. Ik lees nu meer non-fictieboeken dan voordien.’
“Het is belangrijk om wetenschappelijk onderzoek te vertalen naar een breed publiek, opdat iedereen toegang krijgt tot de informatie.”
Deel dit artikel: