De leeswereld van Sofie Van Sande
'Lezen is denken met andermans hoofd', zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal.
Deze aflevering: Sofie Van Sande, uitgever.
door Matthias M.R. Declercq
Het lijkt alsof er geen geboortelijst maar een draaiboek klaar lag toen Sofie Van Sande in de jaren 70 ter wereld kwam. Een stappenplan op weg naar een leven in de letteren. Opgegroeid in een belezen gezin met twee boekenkasten, altijd keurig voorgelezen door moeder, de plaatselijke bibliotheek quasi uitgelezen, Germaanse Talen gestudeerd en aansluitend begonnen als uitgever bij Lannoo. 'Ik heb me daar nooit vragen bij gesteld', zegt Sofie. Ze haalt de fluitende theepot van het vuur. In Gent is dat, in een huis met grote ramen, veel kleur, veel positiviteit ook, het zachte optimisme van - welja - een kinderboek.
Geen verzet
'Anders dan mijn moeder heb ik me nooit moeten verzetten. Er is mij nooit iets opgelegd, niet als kind en niet als tiener. Dat je kan worden wat je zelf wil, zolang je dat maar met passie en overtuiging doet. Regentes, dat moest mijn moeder worden, maar dat interesseerde haar niet. Dus scoorde ze opzettelijk laag voor opvoedkunde, verbrandde haar rapport en studeerde verpleegkunde. Dat verzet is mij enigszins vreemd. De bibliotheek? Vijf boeken per week was nog te weinig. Germaanse talen? Nooit aan getwijfeld. Een leven als uitgever? Een droom.'
Ieren en Italianen
'Er is niet veel veranderd aan mijn leeswereld. De liefde voor het kinderboek heb ik altijd behouden. Als volwassene lees ik het liefst jeugdliteratuur. Hoewel ik me nu ook verdiep in Italiaanse romanciers als Sandro Veronesi en Alessandro Baricco, en ik in mijn studentenjaren ook veel Ieren las - James Joyce, John Banville, Neil Jordan… - ben ik nog altijd dat kleine meisje van vroeger dat een kinderboek openklapt en ontsnapt aan de wereld. Dat blijft het ultieme fundament waarop mijn leesplezier is gestoeld. Dat fundament werd me aangereikt door vader en moeder, en zelf heb ik die jonge leescultuur ook doorgegeven aan mijn zonen. Al blijkt mijn oudste zoon dyslexie te hebben, toch houdt hij enorm van lezen. Mijn mama heeft me altijd voorgelezen en het zaadje geplant. We kunnen niet genoeg onderstrepen hoe belangrijk dat is. Voorlezen leidt tot het echte lezen. Mijn moeder las voor uit De GVR van Roald Dahl, waarna ik ’s anderendaags zelf in het boek las en ’s avonds zei: 'Blader maar door moeder, ik weet wat er komt.'
Vlaamse velden
'Aangezien je maar vijf boeken per week kon ontlenen in de bib in Wespelaar (nabij Haacht) las ik ook boeken uit de boekenkast thuis. Daarin vond je heel veel historische boeken. Mijn vader was reisleider en kocht altijd wel een extra boek over een stad, een brug of een museum. Je kan niet geloven hoeveel Romeinse wrakken ik gezien heb op reis (lacht). Ook de beide wereldoorlogen waren goed vertegenwoordigd in de kast, zeker de eerste. Mijn grootvader vocht mee in WOI en werd doof door het kanongeweld in de Westhoek.
Boeken werden thuis ook met groot respect behandeld: geen kreuken, geen ezelsoren en niet laten rondslingeren. Het lezen van vaders Asterix-collectie kon haast alleen mits het dragen van een handschoen.’
Boomhut
‘Er is geen enkele reden om jeugdliteratuur als ondergeschikt aan volwassenen literatuur te beschouwen. Geen enkele. Kinderboeken krijgen niet de aandacht die ze verdienen, ook niet op de boekenpagina’s van De Morgen of De Standaard, waar alleen de grote namen op verschijnen, zoals Bart Moeyaert. Niks zo moeilijk als iets eenvoudig uitleggen. Wat niet betekent dat kinderboeken per definitie eenvoudig zijn. Dat zijn ze echt niet. Je mag het denkvermogen van kinderen ook niet onderschatten. Zij voelen zelf ook wel aan wanneer de auteur zich te veel naar voor wringt. Ook zij willen een coherent, aantrekkelijk verhaal, en dat verhaal mag best complex zijn. Het is echt een misvatting dat kinderboeken alleen simpele onderwerpen kunnen behandelen, meer nog: het beste kinderboek is in wezen ook geschikt voor volwassenen. Neem nu De waanzinnige boomhut van de Australische auteur Andy Griffiths. Dat lijkt een oppervlakkig boek over een verhaal dat zich afspeelt in een boomhut, maar dat is niet zo. De waanzinnige boomhut is meerlagig. Wie dieper graaft vindt verhaallijnen die ook volwassenen aanspreken. Idem voor het werk van de Nederlandse Bibi Dumon Tak, die over dieren schrijft op een heel toegankelijke en interessante manier.’
Weetjes
'Kinderliteratuur beperkt zich ook niet tot fictieve verhalen. Jongeren die niet geïnteresseerd zijn in een leesboek kun je prikkelen met weetjes. Dat doet Angelique Van Ombergen zo goed in In mijn hoofd, waarin ze het brein op kindermaat uitlegt, maar evengoed volwassenen bereikt. Hetzelfde voor 321 superslimme dingen die je moet weten voor je 13 wordt van Mathilda Masters, een echt weetjesboek dat kinderen boekplezier bijbrengt en hen misschien op weg zet om langere verhalen te lezen. Want verhalen zijn er genoeg.'
Klassiekers
'Het aanbod aan kinderboeken is de voorbije jaren ontzettend uitgebreid. Vroeger had je Jan Terlouw, Thea Beckman, Tonke Dragt enzovoort. Dat waren de reuzen, zij schreven klassiekers. Tegenwoordig is het in de kinderliteratuur veel moeilijker om uit te groeien tot een echte klassieker omdat het aanbod zo divers is.'
'Er is wel nog werk aan de representatie van onze samenleving in die boeken, maar stilaan komt er beweging in. Een boek als Rosie en Moussa is daar een goed voorbeeld van. De diversiteit uit zich ook in de vormgeving. Er worden fantastisch mooie boeken gemaakt, met prachtige tekeningen en met humor! Want daar verlangt iedereen wel eens naar, toch? Een goede grap. Lachen is echt niet verboden. Niet in kinderboeken, en al zeker niet bij de volwassenen.’
Deel dit artikel: