PISA 2022: 25% van de Vlaamse vijftienjarigen haalt basisniveau leesvaardigheid niet
De nieuwe PISA-resultaten bevestigen opnieuw dat Vlaamse jongeren minder goed scoren op leesvaardigheid. Haast 25% van de Vlaamse vijftienjarigen haalt het basisniveau niet. Opvallend is dat de prestatiekloof tussen meisjes en jongens in Vlaanderen groeit.
PISA (Programme for International Student Assessment) is een driejaarlijks internationaal onderzoek dat naast wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid ook de leesvaardigheid test bij vijftienjarigen in OESO-landen. In het vorige PISA-onderzoek van 2018 stond leesvaardigheid centraal. Ook de leesmotivatie van vijftienjarigen werd toen bevraagd. PISA 2022 – omwille van de pandemie werd de meting een jaar opgeschoven – focuste nu meer op hun wiskundige vaardigheden, maar testte ook leesvaardigheid (zonder te peilen naar leesmotivatie). Aan deze editie namen 81 landen deel. In Vlaanderen werden ongeveer 5.000 vijftienjarigen getest in dit achtste PISA-onderzoek, uitgevoerd door de vakgroep Onderwijskunde van Universiteit Gent.
Het nieuwe PISA-rapport brengt voor de Vlaamse vijftienjarigen geen al te positief resultaat. Een grote verrassing is dit niet. PIRLS, een ander internationaal onderzoek, stelde in mei 2023 reeds vast dat het leesniveau bij Vlaamse tienjarigen drastisch daalde.
In dit artikel focussen we op de voornaamste PISA-resultaten gelinkt aan leesvaardigheid.
1 op 4 haalt basisniveau niet
De resultaten op leesvaardigheid werden geplaatst op een schaal met verschillende niveaus van 1 tot 6. Hoe hoger het niveau, hoe vaardiger de vijftienjarigen zijn in lezen. Bijna 1 op 4 Vlaamse vijftienjarigen haalt niveau 2 (het basisniveau) niet. Deze groep ‘beschikt dus niet over de vaardigheden om dagdagelijkse problemen op leesgebied aan te pakken,’ stellen de onderzoekers. Aan de andere kant van de schaal behaalt 7,7% niveau 5 of 6.
(De tekst gaat verder onder de grafiek.)
Het Vlaams resultaat van ‘toppresteerders’ (niveau 5 of 6) loopt gelijkaardig met het internationale gemiddelde. In vergelijking met andere Europese landen, is het aandeel ‘laagpresteerders’ (niveau 1) in Vlaanderen significant hoger.
Beter dan het OESO-gemiddelde
Vlaanderen moet op vlak van leesvaardigheid dertien landen laten voorgaan. Onder meer Ierland, Canada, Verenigde Staten, Estland en Verenigd Koninkrijk haalden een hogere gemiddelde score. Vijftien landen haalden een gelijkaardige score – zoals Finland, Duitsland, Italië, Oostenrijk en Portugal. Vlaanderen scoort dus wel hoger dan zestien andere deelnemende landen (o.a. Nederland, Mexico en IJsland), en behaalt ook een beter gemiddelde voor leesvaardigheid dan het internationale OESO-gemiddelde (483 punten tegenover 476). Al blijven we wel hangen in de middenmoot.
Een sterke daler
Vergelijken we de gemiddelde score op leesvaardigheid met PISA 2018, dan gaat Vlaanderen er 19 punten op achteruit. Dat is een enorme daling, want bij andere vergelijkingen van opeenvolgende PISA-onderzoeken, bedroeg het verschil nooit meer dan 10 punten. Ook op langere termijn – de onderzoekers namen er resultaten bij van vorige PISA-cycli vanaf 2003 – dalen de algemene scores voor Vlaanderen.
Internationaal is die daling ook een trend. Toch is de daling vanaf 2019 in Vlaanderen significant sterker dan bij andere OESO-landen. Ten opzichte van PISA 2009 daalde de gemiddelde Vlaamse score op leesvaardigheid met 36 punten. Op vier landen na (IJsland, Nederland, Finland en Griekenland) is dit de grootste daling van alle OESO-landen.
(De tekst gaat verder onder de grafiek.)
Verschillen tussen vijftienjarigen
PISA onderzocht ook de samenhang tussen de leesprestaties van leerlingen en hun omgeving thuis, in de klas en op school. Vijftienjarigen in het ASO scoren hoger dan hun leeftijdsgenoten in het BSO. 4% van ASO-leerlingen behaalt niveau 2 niet, bij het BSO klimt dat percentage naar 60%. Er bestaat dus een enorme prestatiekloof tussen de onderwijsvormen, en dit voor zowel leesvaardigheid als de andere bevraagde domeinen wiskunde en wetenschappen.
De prestaties op leesvaardigheid werden ook afgetoetst op geslacht. Internationaal gezien scoren meisjes hoger op leesvaardigheid dan jongens. Dat klinkt voor Vlaanderen niet anders: meisjes behalen gemiddeld 27 punten meer dan jongens. Bij de ‘toppresteerders’ is het aandeel meisjes groter dan jongens, bij de ‘laagpresteerders’ geldt net het omgekeerde. Die trends waren al aanwezig in eerdere PISA-onderzoeken. Toch is er vanaf 2015 een grotere prestatiekloof: waar jongens in 2015 gemiddeld 13 punten lager scoorden, steeg dat gemiddelde in 2022 tot 27 punten. In andere OESO-landen wordt de prestatiekloof tussen meisjes en jongens net kleiner.
“De gemiddelde leesscore voor jongens daalt tussen 2015 en 2022 […] sterker dan de gemiddelde leesscore voor meisjes. Een minder sterke dalende trend voor meisjes leidt ertoe dat de voorsprong van meisjes ten opzichte van jongens op leesvlak steeds groter wordt.”
De onderzoekers keken ook naar het verschil in prestaties op andere vlakken: verschillende achtergronden (migratie, taal …), welbevinden op school, impact van schoolsluitingen tijdens de coronapandemie … De onderzoekers focusten hier telkens op het hoofddomein ‘wiskunde’, de resultaten op leesvaardigheid werden niet getoetst op achtergrond of welbevinden.
Samen lezers maken
De nieuwe resultaten van het PISA-onderzoek lijken dezelfde conclusies te trekken als voorgaande edities. Samen met de resultaten uit het PIRLS-onderzoek bij tienjarigen schetsen ze een duidelijke realiteit op vlak van leesvaardigheid en leesmotivatie bij Vlaamse kinderen en jongeren. Om het tij te keren zijn verschillende initiatieven nodig. Reeds bij de prille start van het leesleven van een kind kunnen kinderopvanginitiatieven en openbare bibliotheken mee het verschil maken. Nadien ligt een belangrijke taak voor scholen om krachtig leesonderwijs te voorzien. Een goede samenwerking tussen lokale organisaties is cruciaal. Want lezers, die maak je immers samen.
Lees ook
Deel dit artikel: