Getipt: een pleidooi voor jongerenliteratuur
‘Jongeren hebben recht op hun eigen literatuur, met een inhoud en vorm die uitdaagt en herkenning oproept’. Aidan Chambers voert in Tussentijd. Over het schrijven voor jongeren een pleidooi voor jongerenliteratuur. Aan de hand van persoonlijke essays en een interview staat hij stil bij de geschiedenis van de jeugdliteratuur en de leefwereld van de jongere, aangevuld met persoonlijke anekdotes en diepgaande analyses over zijn eigen werk.
door stagiaire Soetkin Duyck
Veel boeken, websites en blogs brengen informatie over lezen en leesbevordering. Medewerkers van Iedereen Leest tippen in de reeks ‘Getipt’ interessante vakliteratuur en online referenties. Een reeks vol food for thought. Dit boek kan je ook raadplegen in de vakbibliotheek van Iedereen Leest.
Het leven van Aidan Chambers draait rond lezen en schrijven. Met zijn reeks Dance Sequence schreef hij zes adolescentenromans. In ieder boek verkent hij een ander aspect van het opgroeien en het leven in de ‘tussentijd’. Chambers definieert deze periode als de jaren tussen kind zijn en de volwassenheid – de adolescentie of jongvolwassenheid, zo je wil. Die tussentijd wordt getypeerd door een groeiend zelfbewustzijn, hevigere emoties, een drang naar autonomie … De thema’s uit zijn eigen werk en zijn ervaringen als schrijver brengt Chambers in Tussentijd over naar zijn werk als theoreticus.
“Mensen die zich ergens tussenin bevinden, tussen de ene groep of status en de andere, houden me al langer bezig. Van kind af aan heb ik de ervaring dat ik noch het een ben noch het ander, eerder een buitenstaander die nergens bij hoort. Altijd in staat van wording. Wellicht verklaart dat waarom ik me altijd aangetrokken heb gevoeld tot die periode in het leven die ik ‘tussentijd’ heb genoemd en die vaak onderwerp is van mijn verhalen.”
In Vertel eens en De leesomgeving lichtte Chambers verschillende aanpakken uit om onder meer leesgesprekken te voeren. Deze methodes worden door heel wat leesbevorderaars in de praktijk gebracht. In Tussentijd verbreedt hij het literatuurkritische spectrum en vangt hij zijn pleidooi aan met een zeer autobiografisch deel. Chambers vertelt over zijn ervaringen als leerkracht en jeugdauteur. Hij vertelt er over de talrijke voorbeelden die hem inspireerden, zoals The Catcher in the Rye of The adventures of Huckleberry Finn.
Emoties
In een tweede luik gaat Chambers met een aantal essays dieper in op de leefwereld van de jongere. Naast een groeiend zelfbewustzijn en een verlangen naar meer autonomie stipt hij ook prille liefde aan als belangrijk element in de adolescentie. Hij verwijst daarbij ook naar zijn eigen werk, zoals Je moet dansen op mijn graf. Daar verlangt de verteller om ‘waarlijk bemind te worden’. Chambers schetst deze persoonlijke zoektocht voor jongvolwassenen, en dat het belangrijk is dat zo’n thema in de jongerenliteratuur aan bod komt. Ook andere emoties zoals melancholie, verlangen, pijn en angst zijn kenmerkend voor de leefwereld van jongeren. Het zijn dan ook gevoelens die geregeld voorkomen in jongerenliteratuur en young adult.
Lees ook: Young adult, what’s in a name?
Met die bril kijkt hij ook naar andere werken, zoals het dagboek van Anne Frank. Als adolescente zat ze niet enkel tussen kindertijd en volwassenheid. Ze was ook een Duitse Jood die in een vreemd land woonde – en al na twee maanden ondergedoken leefde, in een gebied omringd door een bezetter die haar volk wilde vernietigen. Anne Frank bleef volgens Chambers voor altijd in ‘een staat van wording’. Ook haar dagboek zit tussen het ene en het andere in: eerst was het bedoeld als een conventioneel dagboek, na haar dood groeide het uit tot een soortgelijke roman.
'Juist daarom vind ik Het Achterhuis van Anne Frank zo’n excellent model voor wat mogelijk is in jongerenliteratuur: het brengt ons in een staat van bewustzijn die groter is en diepgaander dan zonder literatuur.'
Ook voor volwassenen
Chambers haalt – terecht – ook aan dat jongerenliteratuur omwille van de hoge herkenbaarheid bij jongeren, niet uitsluitend voor jeugdige lezers bestemd is. Ook als volwassene kunnen geboeid worden door verhalen over jongeren in hun tussentijd. Het brengt de volwassene lezer niet enkel terug naar diens eigen tussentijd. Het brengt ook de leefwereld van de jongere naar boven, waardoor je – ook als leesbevorderaar – beter kan inspelen op wat jongeren meemaken, tijdens leesgesprekken maar ook met specifieke boekentips.
Lees ook: ‘Waarom moet elke volwassene kinderboeken lezen?’
Het derde en laatste deel wijdt Chambers aan verteltechnieken. Hij duidt er onder meer op het belang van de verteller en waarom er in de jongerenliteratuur vaak gekozen wordt voor een ik-verteller als stem van de protagonist – en schetst er ook enkele beperkingen bij. Hij gaat in op zijn eigen werk en analyseert de verschillende verteltechnieken die hij gebruikte om zijn verhalen aan jongeren te brengen.
Met Tussentijd biedt Chambers een bredere inkijk in jongerenliteratuur en hoe hij hier zelf mee omging als auteur. Die inzichten zijn waardevol voor leesbevorderaars die werken voor en met jongeren. Tussentijd is bovendien een boeiend pleidooi om jongerenliteratuur een eigen, volwaardige plek te geven in het literaire veld. Net omwille van zijn eigen, unieke kenmerken verdient jongerenliteratuur een volwaardige plek tussen de kinderliteratuur en literatuur voor volwassenen.
Lees ook
Veel boeken, websites en blogs brengen informatie over lezen en leesbevordering. Medewerkers van Iedereen Leest tippen in deze reeks interessante vakliteratuur en online referenties. Een reeks vol food for thought.
Deel dit artikel: