De voorleesboekenkast van Merdan Taplak
In de reeks 'De voorleesboekenkast' gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van DJ en geschiedenisleerkracht Merdan Taplak en zijn zonen Enes (4,5 jaar) en Emin (2,5 jaar).
door Katrien Elen
‘Enes en Emin zijn allebei aangetrokken tot boeken, elk op een andere manier: Enes is inhoudelijk nieuwsgierig, hij kan al goed luisteren en heeft echt zin om een goed verhaal te horen, Emin houdt van de gezelligheid eromheen. Ook het visuele is voor hem heel belangrijk.’
Breed aanbod
‘Zelfs voor hun geboorte hadden mijn vrouw en ik al kinderboeken verzameld. Veel kinderboeken zijn gewoon mooi om in huis te hebben. We zijn dan ook beginnen voorlezen toen de jongens nog baby’s waren. Het concept dat je iedere keer dat je een pagina omdraait iets nieuws ziet, vonden ze in die fase enorm prikkelend.’
‘Mijn vrouw en ik hebben een brede interesse, wat we ook bij onze jongens willen stimuleren. We zorgen dus voor een gevarieerd aanbod aan kinderboeken. Momenteel grijpt Enes vooral naar boeken over dino’s en superhelden. Emin is dan weer gefascineerd door kranen en bouwen. Nu zoeken we boekjes die aansluiten bij hun interesses. Zo houden we hun leeshonger warm. Tegelijk merk ik dat boekjes ook nieuwe interesses aanwakkeren. Fascinerend vind ik het om dat te zien.’
‘Omdat we al zoveel boeken in huis hebben, en de boekenkast thuis wat wilden uitdunnen, zijn we naar de bibliotheek beginnen gaan. Zo kunnen we ook meer variatie aanbieden. Al merk ik toch dat de jongens vaak teruggrijpen naar dezelfde boeken. Sommige boekjes heb ik zeker al 1000 keer voorgelezen. “Waarom is net dit boek zo populair?” vraag ik me soms af. Zo is Emin verslingerd aan oude, versleten, Engelstalige kinderboekjes uit de jaren zeventig die toevallig in onze kast zijn verzeild geraakt. First words about my world van Jane Salt bijvoorbeeld. Of 10 dieren op de boerderij, een boekje dat aan elkaar wordt gehouden met plakband.’
“Freestylen zit in mijn karakter. Ik heb dan ook niet liever dan een tekstloos boek zoals 'Monkie' van Dieter Schubert. Dan kan ik mijn eigen verhaal verzinnen.”
Freestylen
‘Daarnaast houdt Emin momenteel ook erg van de beeldwoordenboekjes van Pimpampoen - fotoboekjes voor anderstalige kinderen om Nederlands mee te leren. Hij heeft daar wat woordenschat mee opgebouwd: plaatsbepalingen bijvoorbeeld, of kleuren. Maar ik durf ook wel eens een verhaal te improviseren bij zo’n boekje. Ik ben niet iemand die de voorgeschreven methode braaf volgt, ik doe er gewoon mijn ding mee. Freestylen zit in mijn karakter. Ik heb dan ook niet liever dan een tekstloos boek zoals Monkie van Dieter Schubert. Dan kan ik mijn eigen verhaal verzinnen. Ik denk dat mijn kinderen die afwisseling heel leuk vinden: de ene keer volg ik de tekst, de andere keer improviseer ik en voeg ik elementen toe.’
Voorleesritueel
‘In ons gezin hechten wij heel erg aan rituelen: van elkaars hand vasthouden en een spreuk opzeggen voor het avondeten tot samen dansen op dezelfde liedjes. Zo’n rituelen tillen routineuze handelingen naar een hoger niveau, ze maken er iets sacraals van. Door er bewust bij stil te staan, toon je dat je die ogenschijnlijke banale zaken heel belangrijk vindt. Dat je het niet als een evidentie beschouwt dat je gezellig samen aan tafel zit bijvoorbeeld, of dat er lekker is gekookt. In plaats van het naar bed gaan snel af te haspelen, hebben wij daar dus ook een ritueel rond gebouwd. Terwijl we een vast rijmpje opzeggen, kiezen de jongens elk een boekje. Die twee boekjes lezen we vervolgens voor op bed. Daarna luisteren we samen een liedje en sluiten we de dag af.’
‘Tegenwoordig spelen de jongens soms zelf voor gezinnetje. Enes is dan de papa en Emin het kindje. Eén van de zaken die ze naspelen, is ons ritueel van boekjes voorlezen. Heel leuk om te zien hoe dat fantasiespel zowel een echo is van hoe ik zelf voorlees als dat de jongens er een eigen draai aan geven.’
Voor publiek
‘Als leerkracht geschiedenis moet ik mijn klas meekrijgen in een verhaal, als DJ doe ik dat via de muziek. Bij het voorlezen gebruik ik die ervaring om de aandacht van mijn kinderen vast te houden. Alle mogelijke middelen heiligen het doel: de juiste klemtoon leggen, veelbetekenende pauzes laten, verwachtingen creëren met de intonatie… Kleine nuances zijn soms al voldoende. Je moet niet per se heel groot acteren om het onderscheid tussen de personages te maken. Kinderen zijn heel snugger, ze begrijpen heel snel wie er aan het woord is. Verder stel ik ook veel vragen. En als ik een boek al een paar keer heb voorgelezen, probeer ik hun aandacht te vestigen op een detail in de tekeningen dat ons niet eerder is opgevallen en er een zoekspel van te maken bijvoorbeeld.'
“Als leerkracht geschiedenis moet ik mijn klas meekrijgen in een verhaal, als DJ doe ik dat via de muziek. Bij het voorlezen gebruik ik die ervaring om de aandacht van mijn kinderen vast te houden.”
Voorlezen is veilige nabijheid
‘Tegenwoordig onderbreekt Enes me wel eens tijdens het voorlezen. Dan doet het verhaal hem denken aan iets dat er op school is gebeurd of schiet er hem iets te binnen. Ik vind het fijn dat we daar dan ook even bij kunnen stilstaan. Maar ik stimuleer zo’n gesprekken niet doelbewust. Voorlezen kan natuurlijk een katalysator zijn om rond gevoelens te werken, maar in de eerste plaats zorgt het bij ons voor een veilige nabijheid. Eenvoudige knusheid rond een boekje.'
‘Af en toe speel ik met een boekje wel eens in op een thema dat momenteel aan de orde is in ons gezin: op het potje gaan bijvoorbeeld. Of de jongste die voor het eerst naar school gaat. Maar voor mij moet een verhaal niet één op één overeen te komen met de leefwereld van mijn zonen. Ik vind het vaak fijner als een boek over iets totaal anders gaat dan waar ze mee bezig zijn. Een kinderboek moet zeker niet altijd educatief zijn.’
“Voor mij moet een verhaal niet één op één overeen te komen met de leefwereld van mijn zonen. Ik vind het vaak fijner als een boek over iets totaal anders gaat dan waar ze mee bezig zijn. Een kinderboek moet zeker niet altijd educatief zijn.”
Op het ritme van het kind
‘Bij Kind & Gezin moest Emin onlangs een paard benoemen. Hij zei ‘veulen’. Bij de koe duidde hij de uier aan. Dat is leuk, zo’n uitgebreide woordenschat. Maar ik pomp dat er niet in. Laat een kind zijn eigen ritme maar volgen. Zo heb ik volledig Nederlandstalige kennissen die voorlezen in een andere taal, ter stimulatie. Daar houd ik me niet mee bezig. Dan wordt boeken lezen voornamelijk een instrument in de ontwikkeling. Natuurlijk is het fijn dat mijn kinderen een nieuw woord leren bij het voorlezen, maar dat is niet de essentie. Voor mij is dat een bijkomstigheid. Ik lees in de eerste plaats voor om een innige band te creëren met mijn kinderen.’
‘In dezelfde lijn: Enes begint nu letters te herkennen. De leraar in mij vindt dat interessant. Maar ik probeer er op te letten dat ik hem daarin niet te sterk ga motiveren. Het is fijn dat hij interesse heeft om zelf te lezen maar laat het hem zelf maar ontdekken. Ik vind de gedachte dat hij samen met zijn vriendjes leert lezen wel prettig.’
Boek én beeld
‘Sinds kort vindt Enes het ontspannend om filmpjes te kijken. Ik maak me daar geen zorgen over. Dat hij graag televisie kijkt, wil niet zeggen dat hij geen zin meer heeft om een boekje te lezen. Ik ben zelf ook opgegroeid met videogames en televisie en ben toch een boekenfanaat. Die twee hoeven elkaar niet uit te sluiten. Ik vind beeldschermen dus geen concurrentie voor boekjes. Die twee bestaan gewoon naast elkaar. Al moet er wel een balans zijn. Overdaad is nooit goed. Ik zou het ook niet oké vinden mochten mijn kinderen altijd zitten te lezen en nooit buiten op het pleintje spelen.’
“Dat Enes graag televisie kijkt, wil niet zeggen dat hij geen zin meer heeft om een boekje te lezen. Ik ben zelf ook opgegroeid met videogames en televisie en ben toch een boekenfanaat. Die twee hoeven elkaar niet uit te sluiten.”
Turkse roots
‘Mijn vader is van Turkse afkomst, zelf spreek ik de taal onvoldoende, maar ik heb er wel heimwee naar. Zo hebben we een boekje van Jip & Janneke met woorden in het Nederlands, Turks en Arabisch. Dat heb ik wel eens gebruikt om de kinderen wat Turkse woordjes te leren. Hetzelfde met de tweetalige Nik-Nak boekjes. Maar eigenlijk is dat spielerei. Die boekjes voeden mijn nostalgie, eerder dan dat ze een behoefte van mijn zonen invullen. Momenteel doe ik daar niet mee verder. Alleen als zij ooit de nood zouden voelen aan een extra uitdaging, zou ik hen misschien naar Turkse boekjes leiden.’
‘Ik ben zelf eerlijk gezegd niet vertrouwd met Turkse kinderboeken. Maar de Turkse mythische figuur, Nasreddin Hoca - een dorpsgek die net zoals Tijl Uilenspiegel iedereen een spiegel voorhoudt en de maatschappij een lesje leert - prikkelt mijn verbeelding wel, ik heb er ooit zelfs een toneelstuk over gemaakt. Dat verhaal heb ik zelf als kind van thuis meegekregen, ik geef het op mijn beurt door aan mijn kinderen. Maar verder dan dat gaat mijn kennis van de Turkse kinderliteratuur niet.’
Inclusief
‘Diversiteit is een evidentie in de boeken die we thuis voorlezen. Inspiratie doe ik op via mijn schoonzus die via @vooruitgelezenkinderen boekentips deelt, waarbij er veel aandacht gaat naar inclusiviteit. Het stoort me als alle personages in een kinderboek wit zijn, hetzelfde met boekjes die traditionele rollenpatronen bevestigen: een mama die thuisblijft, een papa die uit werken gaat. Gelukkig zie ik dat daar verandering in komt. Gelijkheid en diversiteit worden een vanzelfsprekendheid. Ik ben er vrij zeker van dat mijn kinderen later boeken zullen voorlezen die echt een weerspiegeling zullen zijn van de maatschappij.’
‘Verder erger ik me aan de vaak stereotiepe weergave in boerderijboekjes. Het beeld van een schattig boerinnetje dat op een wankel krukje de koe melkt, staat zeer ver van de realiteit. Of tekeningen van een pasgeboren kalfje dat melk uit een papflesje krijgt, terwijl ze wordt weggehaald bij de moederkoe. Die representatie van de boerderijwereld mag wat mij betreft ook aangepakt worden. Als ik zoiets tegenkom in een verhaal, kan ik het niet laten om mijn zonen daar op te wijzen. Maar ik let er wel op dat ik niet drammerig word.’
Het oog wil...
‘Diversiteit is belangrijk maar als ik kinderboekjes koop, laat ik me in de eerste plaats leiden door het grafische. Een kinderboek moet mooi zijn, en ook qua vorm goed aanvoelen. Dat is mijn allereerste selectietoets. Qua stijl houd ik wel van wat floue tekeningen. Van de stijl van Giovanna Zoboli in Overdag is hij een krokodil bijvoorbeeld. Die beelden zijn niet scherp omlijnd. Maar ik probeer alles aan te bieden, van realistische tekeningen à la Tiny, tot illustraties die de fantasie van mijn kinderen prikkelen en waarin het niet meteen duidelijk is wat er te zien is. Ook op dit vlak ben ik een allesverslinder.’
Zien lezen doet lezen
‘Ik heb altijd veel gelezen, ook nu als vader van twee jonge kinderen. Dat vraagt om zelfdiscipline. Wat me daarbij helpt, is overal in huis boeken te laten rondslingeren: in de woonkamer, naast mijn bed… Als ik dan een moment vind, lees ik een stukje. Het maakt dat ik altijd in verschillende boeken tegelijk bezig ben. Ik vind dat fijn. Voor mij is lezen een moment om tot mezelf te komen. En ik ben ervan overtuigd dat ik mijn kinderen zo indirect ook aanzet om te lezen. Zien lezen doet lezen.’
“Een kinderboek moet mooi zijn, en ook qua vorm goed aanvoelen. Dat is mijn allereerste selectietoets. ”
Tips van Merdan
- De grote dierenrace van Haluka Nohana: ‘Honderd dieren worden uitgenodigd om deel te nemen aan een loopwedstrijd. Diertje uitkiezen, pagina omslaan en zoeken maar! Dit boek kan je blijven lezen, aangezien je telkens een ander diertje kan opsporen. Al blijft de zwarte panter hier thuis de favoriet (want die zal telkens de wedstrijd winnen...)’
- De grote vijf van Bella Makatini & Judi Abbot: ‘De kleine Dani gaat enkele daagjes bij zijn Opa logeren, die hem op een speelse manier de vijf bekendste dieren leert kennen van zijn Afrikaanse thuisland. Een eenvoudig boek over de band tussen kind en grootouder, gekoppeld aan exotische dieren die de fantasie prikkelen.’
- IJsbeer, ijsbeer, wat hoor jij daar? van Eric Carle & Bill Martin: ‘De bekende Amerikaanse illustrator Eric Carle is hier een vaste waarde, en dit boek is onze favoriet uit zijn reeks. Je kunt er alle kanten mee op: dierengeluiden nadoen, raden welk dier er volgt, kleuren herkennen, de versjes mee opzeggen enz. En de tekeningen zijn natuurlijk prachtig.’
- De grot van Rob Hodgson: ‘Een geweldig grappig boek, dat enige sluwheid vereist bij voorlezer en luisteraar. Een klein diertje verstopt zich in de grot, en de wolf doet er alles aan om dat diertje naar buiten te lokken (en op te eten). Maar wat gebeurt er als het kleine diertje effectief naar buiten komt? Gewoonweg heerlijk.’
- Daar buiten loopt een schaap van Mies van Hout: ‘Muziekboekjes mogen niet ontbreken in de boekenkast, zeker niet als ze ondersteund worden door prachtige illustraties. Enkele kinderliedjes op een zachte manier gebracht, ideaal om samen te zingen voor het slapengaan.’
- Alle verhalen van Kikker en Pad van Arnold Lobel: ‘Onlangs kregen we dit boekje cadeau, helemaal op maat van mijn oudste zoon. Mooie luisterverhalen, met af en toe een illustratie. Over een innige vriendschap tussen twee dieren, met een bijna filosofische inslag.’
Deel dit artikel: