De voorleesboekenkast van Sarah Wielandts
In de reeks ‘de voorleesboekenkast’ gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van leerkracht Sarah Wielandts, gekend van de Instagramaccount @vooruitgelezenkinderen, en haar zoon Zeger van 9 en dochter Mona van 6.
Door Katrien Elen
‘Ik was altijd een veellezer, maar na de geboorte van mijn kinderen vond ik geen ruimte meer om zelf nog veel te lezen. Ik ben dan maar heel vroeg begonnen met voorlezen, al toen Zeger en Mona nog baby’s waren. Ondertussen zet Mona in het eerste leerjaar haar eerste stapjes richting zelfstandig lezen. Zeger, die in het vierde leerjaar zit, begint al spontaan zelf in een boek.’
‘Zeger zelf zien lezen betekende ook voor mij een revival van mijn leesgeluk. Zo hebben we de gewoonte geïnstalleerd om na het avondeten elk een halfuurtje te lezen in ons eigen boek. Het is heel verleidelijk om op dat moment iets “nuttigers” te doen, maar voor mij is dit de sleutel tot volgehouden lezen. Tijdens dat halfuurtje raak ik zo opgeslorpt door mijn verhaal dat ik ook na kinderbedtijd opnieuw naar dat boek grijp.’
Blijf voorlezen
‘Veel mensen stoppen met voorlezen als hun kinderen zelfstandig beginnen te lezen. Ik niet. Leren lezen is lastig. Het is een kwestie van veel oefenen, maar de boeken voor beginnende lezers zijn verhaaltechnisch en visueel vaak niet zo interessant. Dat leidt tot teleurstellingen. Op dat moment - en die fase duurt een paar jaar - loont het dus om net extra in te zetten op voorlezen. Zo verlies je de positieve ervaring van boeken niet en wordt je kind er onbewust aan herinnerd wat het doel is van al dat oefenen.’
“Leren lezen is een kwestie van veel oefenen, maar de boeken voor beginnende lezers zijn verhaaltechnisch en visueel vaak niet zo interessant. Op dat moment loont het dus om net extra in te zetten op voorlezen.”
‘Als Zeger geen zin heeft om zelf te lezen, zal ik hem dus nog altijd voorlezen. Tegenwoordig leest hij ‘s avonds meestal eerst zelf een boek en lees ik hem vervolgens voor. Zo zijn we momenteel bezig in Mot en de metaalvissers van Sanne Rooseboom. Het verhaal kan hij helemaal begrijpen, maar het zelfstandig lezen is nog te moeilijk; het is een jeugdboek. Dat is dus mijn rol.’
Het aanbod is er
‘Mona en Zeger zijn kinderen van deze tijd. Net als alle kinderen willen ze soms op de iPad. Dat is gemakkelijk. Lezen daarentegen is een vorm van ontspanning die een inspanning kost. Als je als ouder, in een wereld met zoveel opties, wilt dat je kinderen plezier vinden in lezen, moet je het bewust stimuleren en aanbieden. Wij doen dat door overal in huis heel diverse boeken te laten rondslingeren, én door zelf veel te lezen. Zien lezen doet lezen. Verder beperk ik het voorlezen niet tot een verhaaltje bij het slapengaan. In de wachtzaal bij de tandarts, op de trein, tijdens een lange autorit… Elke gelegenheid is goed. Waar andere ouders op restaurant de iPad bovenhalen, neem ik Alfabet van Charlotte Dematons erbij. Nu, als Mona en Zeger over een paar jaar beslissen dat lezen niets voor hen is, dan is dat ook oké. Ik heb het tenminste aangeboden.’
“Ik beperk het voorlezen niet tot een verhaaltje bij het slapengaan. In de wachtzaal bij de tandarts, op de trein, tijdens een lange autorit… Elke gelegenheid is goed.”
Eén-op-één gesprek
‘Hoe die voorleesmomenten bij ons thuis eruitzien? Wel, ik ben niet de enige voorlezer in huis, mijn man doet het ook, al heeft hij niets met lezen. Wij zijn al lang samen en in het vijfde middelbaar maakte ik al zijn boekbesprekingen. Ook nu zal hij nooit spontaan in een boek beginnen, maar omdat hij voelt dat de kinderen het zo leuk vinden, leest hij wel consequent mee voor. Sowieso lezen we de kinderen apart voor. Ze schelen 2,5 jaar en hebben heel andere interesses. Voor mij is het bovendien een moment om hen één-op-één aandacht te geven. Vaker wel dan niet gebeurt het dat ze na het voorlezen nog iets willen vertellen.’
‘Stemmetjes deed ik enkel toen ze klein waren, nu lees ik vrij neutraal voor. Ik hou me ook aan de tekst. De kinderen vinden dat belangrijk. Ze hebben het niet graag als ik een boek twee keer anders vertel. Wel onderbreek ik het verhaal regelmatig om vragen te stellen. Hebben ze dit of dat opgemerkt, bijvoorbeeld. Ook als er iets scheef zit, kan een boek een hefboom vormen voor een gesprek. In Jij en ik en alle anderen van Marcos Farina, een prentenboek waarin op iedere pagina diverse kinderen op hun manier dezelfde emotie beleven, vraag ik bijvoorbeeld: “Wie ben jij?” of “Wie zou je graag willen zijn?” Dat maakt niet altijd dingen los, en dat hoeft ook niet, maar zo bied ik wel een opening.’
Voor uitgelezen kinderen
‘Al van voor ik moeder werd, had ik veel bewondering voor mooi gemaakte kinderboeken. Mijn mama is kleuterleidster, thuis werd ik - ook op latere leeftijd - omgeven door kinderboeken. Na de geboorte van Zeger heb ik snel mijn weg gevonden in het aanbod. Meestal kies ik intuïtief. Zo loop ik graag binnen bij boekhandels als ‘t Stad Leest en Cronopio in Antwerpen of bij De Boekuil in Mortsel.’
‘Toen ik tijdens de eerste lockdown opving dat vriendinnen na een paar weken thuis niet meer wisten wat te lezen met hun kinderen, ben ik begonnen met boeken te tippen op Instagram via @vooruitgelezenkinderen. Dat het account zo zou aanslaan had ik nooit gedacht. Ik ben regelmatig verwonderd van wat het teweeg brengt. Veel mensen willen graag dat hun kind meer leest, maar de leesmicrobe komt maar niet en ze hebben geen idee hoe eraan te beginnen. Als één van mijn tips hen dan op weg zet, sturen ze me soms foto’s en filmpjes van hun lezende kinderen. Dat vind ik heerlijk om te zien. Ondertussen vind ik zelf ook vaak boekentips op Instagram, via @deklasvaneva, @saar_leest of @boekwijzer bijvoorbeeld.’
De bib als smaakmaker
‘Je kunt niet alles kopen, dus gaan we ook heel vaak naar de bib. Hoe geniaal is dat systeem wel niet? Met een lidkaart kan je alles ontlenen wat je maar wil. Handig om je kinderen hun eigen leessmaak te laten ontwikkelen, vind ik. Dat kan je alleen maar doen door verschillende dingen uit te proberen. Als het dan toch niet hun ding is, is het niet erg. Je brengt het boek gewoon terug.’
‘Ik raad ouders ook altijd aan om bij het begin van de vakantie een gezellig moment te maken van het bibbezoek. Veel kinderen koppelen lezen aan school. Tijdens de vakantie kunnen kinderen eens echt kiezen en lezen wat ze willen. Zo geef je hen de kans om te ontdekken dat lezen leuk is.’
“Hoe geniaal is dat systeem wel niet? Met een lidkaart kan je alles ontlenen wat je maar wil. Handig om je kinderen hun eigen leessmaak te laten ontwikkelen.”
Emotionele waarde
‘Een boek kopen doe ik alleen als het er eentje is waarvan ik weet dat Zeger en Mona het vaak zullen herlezen. Boekjes voor beginnende lezers zijn daarom niet zo interessant om aan te kopen. Voorlopig houden we ook alle boeken die we ooit kochten bij. Veel boeken hebben een emotionele waarde omdat ik ze link aan een bepaalde periode. Zo zal ik ons beduimelde exemplaar van Meneer tijger wordt wild van Peter Brown nooit wegdoen, dat was Zegers boek als peuter.’
Boeken van deze tijd
‘Via een boek wil ik graag de wereld binnenbrengen. Boeken met stereotype boodschappen over diversiteit of relaties komen hier niet in huis. Er zijn genoeg andere boeken. Zo ging ik in gesprek met de school toen Zeger thuiskwam met een boek van De Zwaantjes van Bianca de Leeuw. Die reeks is helemaal gedateerd. Dat boek is toen in zijn boekentas gebleven. Natuurlijk gebeurt het wel eens dat Zeger een strip meebrengt uit de bibliotheek waarvan ik de grappen maar bedenkelijk vind. Daar spreken we dan over. Vaak komt hij trouwens zelf al zeggen: “Kijk nu eens wat er hier staat.”’
‘Om dezelfde reden hebben we geen klassieke sprookjes in huis. Onze kinderen kennen het originele verhaal van Sneeuwwitje niet. Ik verkies de eigentijdse alternatieven. Toermalijn van Davide Call bijvoorbeeld of Sneeuwwit van Mark Janssen. Sneeuwwit begint ook als naïeve koningsdochter, maar ze ontwikkelt zich wel tot een vrouw die haar eigen keuzes maakt en niet wil wakker gekust worden. Ook het recente En ze leefden nog van Elisabeth Lucie Baeten is mee met de tijd.’
‘Een boek is natuurlijk meer dan een middel om in te zetten bij grote levensproblemen of maatschappelijke vraagstukken. Zo zijn mooie illustraties ook heel belangrijk voor mij. Ik ben een grote fan van het werk van Jacques en Lise, Melissa Castrillon, Sebastiaan Van Doninck en Flore Deman. En Leo Timmers vind ik echt fantastisch. Bij hem zit een deel van het verhaal in de tekening. Als je zijn boeken voorleest, is je kind meteen actief betrokken. Op basis van de prenten kan het zelf dingen aanvullen. Heerlijk voor peuters en kleuters.’
Tips van Sarah
-
Van top tot teen van Eric Carle: ‘Eric Carle beeldt hierin telkens een dier af met een kenmerkende beweging. Jonge kinderen worden uitgenodigd om mee te doen. Dit eenvoudige kartonboekje betekent voor mij pure nostalgie: ik heb het ontelbare keren voorgelezen en Zeger en Mona kennen ook nu nog alle bewegingen uit hun hoofd.’
-
Bob Popcorn van Maranke Rinck: ‘Bob is een licht opvliegende maïskorrel die als hij boos wordt, verandert in een popcorn. Het klinkt niet alleen hilarisch, dat is het ook! Samen met Ellis beleeft hij een heleboel avonturen. Dit was het eerste boek dat Zeger helemaal zelf las en is, volgens mij, dé reeks om beginnende lezers echt leesgeluk te doen beleven.’
-
Avonturen van de dappere ridster van Janneke Schotveld: ‘De ideale verhalenbundel om voor te lezen aan oudere kinderen. De ridster is een fantastisch hoofdpersonage: vanop haar fiets lost ze op haar eigen onovertroffen manier kleine en grote wereldproblemen op. Ze is open-minded, grappig en warm. Een vrouw naar mijn hart!
-
De fantastische vliegwedstrijd van Tjibbe Veldkamp: ‘Dit prentenboek doet verslag van een razend spannende vliegwedstrijd tussen tien vogelteams. Als taalfanaat ben ik enorme fan van de enthousiaste tekst, maar ook het spanningselement (én de verrassing in de staart) weet me enorm te bekoren.’
-
Machtige Min van Melissa Castrillon: ‘Een fris en prachtig geïllustreerd sprookje voor kinderen van vandaag. Min is een soort vrouwelijk Klein Duimpje en samen met haar verdwaal je in dit boek in de meest feeërieke tuin die je je kan inbeelden.’
-
Hoge beren vangen veel wind van Korneel De Rynck: ‘Deze bundel bosverhalen is één van mijn favorieten om voor te lezen aan oudere kinderen. De verhalen zijn grappig en verrassend, zitten vol woordspelingen en geven op een luchtige manier levenswijsheden mee waar je op elke leeftijd wat aan hebt.’
-
Heb jij misschien olifant gezien? van David Barrow: ‘Dit is mijn favoriete prentenboek voor peuters. Het gaat over een zwart jongetje dat verstoppertje wil spelen met zijn olifant… en dat loopt helemaal zoals je zou verwachten, heel erg grappig! Zonder meer herkenbaar voor iedereen die al eens verstoppertje speelde met een peuter.’
Deel dit artikel: