Slotdag van piloottraject ‘Boekstart voor kleuters’
In 2022-2023 coördineerde Iedereen Leest het piloottraject ‘Boekstart voor kleuters’. Tijdens twee schooljaren konden 30 Boekstart-bibliotheken een extra boekenpakket uitdelen in de eerste kleuterklas. Zo experimenteerden we met een doeltreffende aanpak voor het uitdeelmoment en de samenwerking met scholen, een nieuwe partner binnen Boekstart. Tijdens de slotdag op 6 juni 2024 in bibliotheek Utopia in Aalst blikten we terug en reikten we ideeën aan om te blijven inzetten op leesbevordering in de eerste kleuterklas.
Met het Boekstart-programma wil Iedereen Leest kinderen zo vroeg mogelijk boeken en de bibliotheek laten ontdekken. Wanneer hun baby 6 maanden en 15 maanden is krijgen ouders telkens een boekenpakket. Dankzij extra middelen van de Vlaamse Overheid, binnen het kader van het ‘Leesoffensief’, liep tussen 2022 en 2024 ook het piloottraject ‘Boekstart voor Kleuters’, dat de brug maakte tussen de voorschoolse leeftijd en de start van het kleuteronderwijs.
Bij het begin van het eerste pilootjaar, in 2022, werden tien Boekstart-gemeentes geselecteerd om deel te nemen aan het proefproject. In september 2023 kwamen daar nog eens twintig gemeentes bij voor het tweede pilootjaar. Zo werd er aan 4209 kleuters een boekenpakket uitgedeeld, met twee boeken en inspiratiematerialen voor ouders om interactief voor te lezen. De leerkrachten gingen met een van de boeken aan de slag in de klas, maar de uitdeelmomenten (vaak in de lokale bib) waren dé kapstok om verschillende doelen van het piloottraject aan op te hangen: de samenwerking tussen bibs en kleuterscholen versterken, ouderbetrokkenheid stimuleren en de aandacht voor interactief voorlezen vergroten.
De bevindingen van de afgelopen twee jaar worden nu in kaart gebracht en geëvalueerd. Door het gebrek aan middelen staat een implementatie van het 'Boekstart voor Kleuters'-programma voorlopig echter nog niet op de agenda. Toch is een eerste belangrijke stap gezet om te onderzoeken hoe een derde pakket binnen Boekstart vorm kan krijgen en hoe de samenwerking met de bibliotheken en scholen zou kunnen verlopen. Het blijft immers een doel om kleuters verder te betrekken in de nu al 295 Boekstart-gemeentes. Om samen met de deelnemers terug te blikken en inspiratie aan te reiken om als bibliotheek en school verder in te zetten op leesbevordering voor de jongste kleuters, organiseerde Iedereen Leest een slotdag in bibliotheek Utopia in Aalst.
Leesbeleid
Zo raadde leesonderwijsexpert Iris Vansteelandt aan om één lijn te krijgen in de activiteiten rond leesbevordering op school. Dat kan door zo veel mogelijk in samenhang na te denken over de leesontwikkeling van kinderen - met het schoolteam, de ouders én de bib. Om een gemeenschappelijke focus te krijgen helpt het ook om een beleid met korte- en langetermijndoelen vast te leggen en dat te visualiseren in de bibliotheek en op school. Zo is het niet alleen voor leerkrachten, maar ook voor ouders duidelijk wat de speerpunten van het leesbeleid op school zijn.
Een van die doelen van bibliotheken en scholen kan zijn om krachtig in te zetten op interactief voorlezen. In elke kleuterklas wordt er al regelmatig voorgelezen, maar hoe meer je kwalitatief in interactie gaat met de kinderen en de betrokkenheid van de kinderen stimuleert, des te meer hun woordenschat en talig denken vergroot. ‘Een interactief voorleesmoment bestaat uit verschillende fases’, legde Iris uit. ‘Zowel de voor-, tijdens-, als nafase zijn heel belangrijk. Tijdens de voorfase is het bijvoorbeeld essentieel dat je de kleuters grondig voorbereidt op wat er in het boek of de tekst staat. Vanuit een luisterdoel neem je de kinderen mee in een verhaal, net zoals ze wanneer ze zelf lezen dit bij voorkeur doen van een gericht leesdoel.'
Rijke teksten
Ook de keuze van het boek is bepalend: hoe rijker de tekst, hoe meer je ermee kan doen. ‘Een rijke tekst is een tekst waarbij woord en beeld elkaar naar een hoger niveau tillen en de illustraties bijvoorbeeld meer prijsgeven’, benadrukte leesbevorderaar Geertje Bluekens. ‘Andere kenmerken van een rijke voorleestekst zijn diverse zinslengtes en zinstypes, een duidelijke verhaalstructuur en beeldend taalgebruik.’
Het proeftraject leerde dat er veel nood is aan boekentips voor kleuters. Daarom dook leesbevorderaar Inge Umans in het boekenaanbod met de aanwezige leerkrachten en bibliotheekmedewerkers. Zij legde uit dat je een boek kan kiezen op basis van verschillende criteria, zoals humor, de leefwereld of een thema, maar dat je vooral ook best out of the box denkt. ‘Vaak wordt er gekozen voor standaardthema’s, zoals de seizoenen, de sint, vaderdag...’, merkt ze, ‘maar er bestaan ook veel berenboeken, telboeken, boeken over een bril dragen, rijmboeken, boeken over katten, bouwboeken, enzovoort.’
Die inspiratie werkt aanstekelijk. ‘Na 17 jaar in de klas te staan, heb ik weer superveel goesting!’, vertelde een kleuterjuf uit Hasselt. Ook enkele bibmedewerkers kregen nieuwe ideeën. ‘Je zou verwachten dat wij het boekenaanbod door en door kennen, maar wij zijn het zo gewoon om een boek in te delen volgens vaste bibliotheekcategorieën dat we vaak geen aandacht hebben voor de vele andere insteken.’
Ouders betrekken
Dat bibs en scholen elkaar versterken om een structurele leesbevorderende aanpak uit te werken, bleek sterk uit ‘Boekstart voor kleuters’. Ook ouders spelen daarbij een grote rol. De resultaten van het PIRLS-onderzoek uit 2021 wezen immers uit dat het aantal boeken thuis een groot effect heeft op het leesniveau van een kind. ‘Net dat is iets waaraan je als leerkracht kan bijdragen door boeken mee te geven’, benadrukte Eefje Raets, van de organisatie De Schoolbrug, die scholen versterkt in hun contacten met ouders. Zij kwam uitleggen hoe je dat best aanpakt, want zomaar een voorleesboek in de handen van de ouders duwen levert weinig op.
‘Het helpt als je concreet advies geeft, op maat van het kind. Vertrek daarom vanuit de observatie van de kinderen of stel extra vragen. Wat zijn de interesses? Welk speelgoed spreekt haar aan? Wat speelt er in zijn leven? Krijgt hij bijvoorbeeld een zusje of maakte hij onlangs ruzie? Geef ook concrete tips aan de ouders over wat ze met het boek kunnen doen. Dat gaat verder dan voorlezen. Je kan ook dingen aanwijzen, benoemen en zoeken op de illustraties.’ Bovendien draait veel om de bewoording. ‘Zo zullen er meer ouders reageren op een uitnodiging met als titel “kom met je kind genieten van verhaal” dan “een workshop voorlezen voor ouders”’, vertelde Eefje. ‘Dat eerste klinkt veel toegankelijker. Als je zo’n voorleesmoment in de bib of school organiseert, werkt het verder goed om verschillende rolmodellen te tonen. Dus niet alleen de collega’s die perfect interactief voorlezen, maar ook een ouder die een haalbaarder voorbeeld toont. En zeg tegen de ouders dat het fijn is als ze het thuis proberen. Je kan niet duidelijk genoeg zijn.’
Behind-the-scenes
Nog iemand die ervaring heeft met voorlezen is bekroond prentenboekenmaker Pieter Gaudesaboos. Hij eindigde de slotdag met een inkijk in zijn werkproces bij Zee van liefde, en gaf enkele voorleestips, want hij is geregeld in scholen en bibliotheken te vinden. ‘Ik merk dat je een voorleessessie best niet te lang maakt’, zei hij. ‘Het werkt ook goed om de kinderen halverwege even te laten rechtstaan om zich los te schudden. Verder zorg ik vooraf dat alle afleidende factoren weg zijn, dat de kinderen actief rechtop zitten en dat iedereen de illustraties kan zien. Ik loop ook rond en zorg ik dat ik iedereen eens in de ogen heb gekeken. Zo hoop ik elk kind mee te krijgen in het verhaal.’
Met die woorden werd de slotdag en daarmee het hele piloottraject ‘Boekstart voor kleuters’ mooi samengevat. Door aandacht te hebben voor de noden en leefwereld van elke kleuter, boeken op maat te kiezen en iedereen te betrekken tijdens het interactieve voorleesmoment, maak je kinderen vanaf een jonge leeftijd warm voor boeken. Je kan immers niet vroeg genoeg starten met (voor)lezen.
Deel dit artikel: