Van vrijblijvend naar begeleid vrij lezen
In veel klassen mogen leerlingen tijdens de lesuren één of meerdere keren per week ‘vrij lezen’. Ze kiezen dan zelf een boek, lezen in stilte en hoeven nadien geen opdracht te maken over wat ze lazen. Deze aanpak leidt echter niet zomaar tot een betere leesvaardigheid of leesmotivatie. Met de juiste begeleiding en ondersteuning buig je als onderwijsprofessional vrij lezen om tot een effectieve didactische methode.
‘Vrij lezen’ wordt in heel wat scholen als methode gebruikt om de leesvaardigheid van leerlingen op te krikken. Bij zo’n moment ‘vrij lezen’:
- kiest een leerling zelf het boek dat hij wil lezen;
- hoeft de leerling er nadien geen opdracht over te maken;
- deelt hij zijn leeservaring niet met anderen;
- wordt er in stilte gelezen.
‘Hoe meer er gelezen wordt, hoe beter de leesvaardigheid,’ klinkt de redenering achter vrij lezen. En het klopt dat kinderen die in hun vrije tijd veel lezen, hun lees- en taalvaardigheid aanzienlijk ontwikkelen. Toch huist er een verschil tussen vrij lezen in de vrije tijd en vrij lezen op school. In een schoolse context is het vrije leesmoment een verplicht leesmoment. Wie thuis in de vrije tijd leest, doet dit niet vanuit een verplichting, maar vanuit een eigen motivatie. Daarnaast gaan zij ook op school vaker lezen, omdat ze vertrouwd zijn met lezen als ‘activiteit’, waardoor de kwaliteit van hun leesmoment groter is.
Relatieve effecten
Vanuit academische hoek zijn er kritische stemmen te horen over de ‘vrij lezen’-aanpak. Leidt dit wel tot een betere leesvaardigheid of hogere leesmotivatie? Onderzoek uit Nederland (2019) stelt dat vrij lezen niet zomaar leidt tot betere resultaten op beide aspecten:
Vrij lezen op de basisschool had vooral effect op leerlingen die op voorhand al regelmatig lazen. Zij kenden op de nameting meer titels van kinderboeken, wat erop wijst dat ze onder invloed van vrij lezen op school nog meer zijn gaan lezen.
Uit bovenstaande bevinding lijkt het dat vrij lezen vooral de gemotiveerde lezers ten goede komt. Ongemotiveerde lezers zouden door vrij lezen nog minder plezier hebben in lezen en in een neerwaartse spiraal terecht kunnen komen. Daarnaast bracht een recente meta-analyse (2024) haast 50 studies van 1970 tot 2020 bij elkaar waarbij vrij of ‘onafhankelijk’ lezen bij meer dan 7.000 leerlingen onderzocht werd. De analyse toont dat vrij lezen een relatief klein positief effect heeft op woordherkenning en de leesattitude van leerlingen. Op tekstbegrip werd er echter geen effect gevonden.
De eerder aangehaalde kenmerken van vrij lezen kunnen ook nadelig uitdraaien. Leerlingen die minder vertrouwd zijn met lezen, hebben meer moeite met het vinden van een boek dat bij hen past. Ze kiezen bijvoorbeeld een verhaal dat te moeilijk is. Een moment ‘vrij lezen’ wordt door sommige leerlingen als vrijblijvend ervaren, omdat er geen zinvolle opdracht aan gekoppeld is. Op zo’n moment proberen ze lezen misschien te vermijden. Als ze toch lezen, maar niet praten over wat ze lazen, missen ze ook een reflectie. Dit alles kan leiden tot demotivatie bij lezen. Elke dag iets moeten doen (tegen je zin) of doen alsof je leest, kan op lange termijn zelfs leiden tot leesweerstand.
De rol van de leerkracht
Moet de vrij lezen-methode dan maar op de schop? Toch niet. Er zijn enkele aspecten die de vrijblijvendheid van vrij lezen kunnen omzetten naar een effectiever leesmoment. De kracht van vrij lezen zit hem net in de begeleiding die de helpende volwassene kan bieden op verschillende punten.
Boekenselectie
Help leerlingen naar een passend boek. Verhalen die uitdagend zijn en aansluiten bij de interesses van de leerlingen, zullen sneller hun leesmotivatie aanwakkeren. Een voorselectie of afbakening uit het brede boekenaanbod kan zinvol zijn. Ook tools zoals Boekenzoeker met een gecureerd boekenaanbod ondersteunt leerlingen in hun boekenkeuze. Onderzoek uit Nederland ondervond dat deze ondersteuning een noodzakelijke toevoeging is bij vrij lezen:
Deze uitkomst ondersteunt de gedachte dat het voor het succes van vrij lezen belangrijk is dat leerlingen boeken lezen die aansluiten bij hun leesniveau. Dat wil zeggen: boeken die niet te moeilijk zijn, maar ze wel voldoende uitdaging bieden om de volgende stap in hun leesontwikkeling te zetten.
(De tekst gaat verde ronder de afbeelding.)
Interactie
Vrij lezen hoeft daarnaast niet gelijk te staan aan stil lezen. Als leerlingen in interactie gaan (met leeftijdsgenoten of met de leerkracht) en hun leeservaringen delen, reflecteren ze over wat ze gelezen hebben. Leerkrachten kunnen dit gesprek tussen leerlingen modereren, of vragen waarom ze iets graag of minder graag lazen. Zo ontdekken ze ook hun leesvoorkeuren. Kinderen voor wie lezen minder vlot gaat, zijn gebaat bij deze interactie en ondersteuning van de leerkracht.
Rijke interactie, stimulerende vragen en kwaliteitsvolle feedback zorgen voor een verrijkt vrij leesmoment. Gesprekken over lezen in de klas hebben een positief effect op de leesmotivatie van leerlingen, toont een recente Nederlandse literatuurstudie (2025) aan. In sommige van de onderzochte studies hadden de leesgesprekken ook een invloed op het leesbegrip van leerlingen – vooral bij de minder vlotte lezers.
Begeleid vrij lezen binnen leesbeleid
Wil je als onderwijsprofessional vrij lezen als methodiek inzetten in je leesonderwijs, sta dan even stil bij de manier waarop je deze methodiek toepast. Wees je er bewust van hoe belangrijk de juiste begeleiding is bij vrij lezen, en wissel je aanpak uit met collega’s. Vrij lezen kan – net als interactief voorlezen – een van de effectieve didactische methodes zijn waarmee je het leesbeleid op school in de praktijk brengt. Met de nodige aandachtspunten van deze methodes creëer je een rijk leesklimaat op school en stimuleer je de leesmotivatie van leerlingen. Zij zullen na verloop van tijd misschien ook thuis leesmomenten inlassen.