Lezen ontleed – welke aspecten spelen een rol in onze leesontwikkeling?
Lezen is een basisvaardigheid die we ons hele leven lang broodnodig hebben. Tegelijkertijd is lezen een complex proces. In onze leesontwikkeling zitten verschillende aspecten vervat die ons tot vaardige lezers maken.
Lezen is cruciaal om volwaardig deel te kunnen nemen aan onze kennismaatschappij. Het is ook belangrijk voor je eigen persoonlijke groei en welbevinden. Niets dan voordelen dus. Maar lezers worden we niet zomaar. Goed kunnen lezen en graag lezen zijn het resultaat van een boeiend maar complex proces. Een proces dat al heel vroeg begint, kort na de geboorte, en dat zich ook in verschillende latere fases in ons leven verder uitspint.
Een positieve leesspiraal
Zoomen we in op wat iemand tot lezer maakt, dan duiken er enkele kernaspecten op. In hun boek Van leerlingen lezers maken schetsen Jona Hebbrecht en Iris Vansteelandt die aspecten in een leesdriehoek (zie figuur). Leesmotivatie, leesgedrag en leesvaardigheid (techniek en begrip) komen er prominent in beeld. Deze aspecten zijn met elkaar verbonden: ze spelen op elkaar in en kunnen elkaar versterken. Wie goed leest, leest liever en omgekeerd. Zo ontstaat er een positieve leesspiraal. Ook de omgekeerde beweging geldt: wie niet gemotiveerd is om te lezen, gaat minder frequent lezen en oefent daardoor geen leesvaardigheden.
Leesmotivatie en leesvaardigheid gaan dus hand in hand – hierover zijn al heel wat onderzoeken verricht. Ook ons leesgedrag speelt een rol in onze leesontwikkeling: hoe vaak we lezen, hoe diep we lezen, wanneer we lezen maar ook wat we lezen. Lezen we bijvoorbeeld vaker in onze vrije tijd, dan doen we dit omdat we uit onszelf gemotiveerd zijn om te lezen. Wie vaak leest in z’n vrije tijd, versterkt zijn leesvaardigheid. En opnieuw geldt de omgekeerde richting. Zeker bij beginnende lezers zorgt een goede leesvaardigheid voor positieve effecten op het leesgedrag. Eens zij een basisniveau van leesvaardigheid onder de knie hebben, stimuleert hun leesgedrag ook hun leesvaardigheid.
Ook wat we lezen, doet ertoe. Vooral fictie zorgt voor een beter tekstbegrip, maar ook voor een groter empathisch vermogen. Non-fictie helpt dan weer om beter informatie te kunnen samenvatten. Een PISA-rapport uit 2022 zoomde in op het leesgedrag bij vijftienjarigen. Jongeren die papieren boeken lezen of die evenveel op papier als digitaal lezen, lieten gemiddeld een hogere score op de leestest noteren dan jongeren die vooral digitaal lezen of zij die nauwelijks of nooit lezen. Jongeren die hoog scoorden op de PISA-leestest, maken vaker gebruik van digitale technologie, maar dan vooral om informatief te lezen voor o.a. schooltaken. Eerder onderzoek toonde al aan dat je aandachtiger leest en complexere zinnen of ingewikkelde zinsstructuren beter kan begrijpen als je op papier leest. Digitaal lees je teksten sneller of ga je ze zelfs eerder scannen, waardoor je minder gemakkelijk tot diep lezen toe komt.
Lezen, luisteren, spreken, schrijven
Lezen draagt bij tot een betere taalontwikkeling. Wie veel leest, breidt zijn woordenschat uit en heeft meer inzichten in grammatica. Met taal als gemeenschappelijke deler is lezen ook verbonden met andere competenties zoals spreken, schrijven en luisteren. De spreekvaardigheid van jonge kinderen kan een voorspeller zijn van een beter leesbegrip als adolescent.
En die samenhang vinden we ook terug bij lezen en schrijven. De achterliggende processen bij lezen en schrijven leunen immers dicht bij elkaar aan. Goede lezers beheersen een betere schrijfkwaliteit, woordgebruik en spelling. Hoewel enige voorzichtigheid geboden is, kan creatief schrijven dan weer leiden tot een diepere leesvaardigheid (en omgekeerd). Voor zakelijk schrijven komt deze correlatie iets sterker uit de bus. Een meta-analyse stelt dat leerlingen hoger scoren op tekstbegrip als ze tijdens en na het lezen schrijfactiviteiten uitvoeren, zoals samenvattingen of notities maken.
Geïntegreerde aanpak
Wat ons tot een (goede) lezer maakt, valt dus niet vast te pinnen met één specifieke oorzaak. Heel wat verschillende aspecten liggen aan de basis van lezen: woordenschat, taalvaardigheid, tekstbegrip, graag lezen, vaak lezen … Daarnaast beïnvloeden andere competenties op vlak van spreken, schrijven en luisteren hoe we lezen. Hieruit mag blijken dat de leesontwikkeling – of hoe we tot lezers komen – veelzijdig en gelaagd is. Daarbij komen nog persoonlijke voorkeuren, bijvoorbeeld op vlak van leesgedrag – de een verkiest een genre, de ander is een alleslezer – de een zweert bij het papieren boek, de ander is een digital adaptive enzovoort.
De verschillende facetten die van lezen een complexe maar boeiende zaak maken, tonen tegelijk dat er geen eenduidige manier is om lezen te stimuleren. Leesbevordering vraagt daarom een veelzijdige, doordachte en geïntegreerde aanpak met zoveel mogelijk partners die nauw en in afstemming samenwerken: bibliotheken, scholen, kinderdagverblijven …