Vlaamse leerlingen scoren minder goed op leesprestaties
Vlaamse leerlingen scoren laag op begrijpend lezen en doen het daarmee slechter dan andere landen. Dat blijkt uit internationale onderzoeken die de leesvaardigheid van kinderen en jongeren meten. Bovendien hebben Vlaamse kinderen en jongeren een eerder negatieve houding tegenover lezen. Leerlingen die graag lezen, presteerden wél beter op begrijpend lezen.
Vlaanderen als slechte leerling
Een internationaal onderzoek rond Progress in International Reading Literacy Study – kortweg PIRLS – toetst om de vijf jaar de prestaties van leerlingen uit het vierde leerjaar op begrijpend lezen. Daaronder vallen verschillende vaardigheden zoals geschreven taal begrijpen en gebruiken of betekenis halen uit verschillende teksten. Aan de laatste onderzoekscyclus van 2016 namen 45 landen deel, waaronder Vlaanderen en Wallonië als aparte regio's. De resultaten waren duidelijk: het gemiddelde prestatieniveau voor begrijpend lezen ligt in Vlaanderen beduidend lager dan in andere (deelnemende) landen. Maar liefst 28 landen presteren aanzienlijk beter.
97 procent van de Vlaamse leerlingen bereikt wel de ondergrens, wat betekent dat ze informatie kunnen terugvinden in een tekst als die expliciet vermeld staat. Toch daalden de behaalde prestaties op begrijpend lezen drastisch tegenover het vorige PIRLS-onderzoek van 2006. Waar toen nog 49 procent van de leerlingen een hoog prestatieniveau haalde, bereikte slechts 35 procent van hun leeftijdsgenoten in 2016 datzelfde niveau. Die daling is merkbaar bij zowel jongens als meisjes. De thuistaal of de sociaal-economische situatie spelen hier geen beslissende rol.
Te weinig leestijd en niet graag lezen
De onderzoekers keken verder naar mogelijke oorzaken. Vlaamse leerlingen blijken tijdens hun eerste kinderjaren amper in contact te komen met boeken of worden onvoldoende voorgelezen door hun ouders of in de kleuterklas. Daarnaast peilden de onderzoekers naar de tijd die leerkrachten spenderen aan lezen. Het Vlaams onderwijs blijkt 26 procent van de totale leertijd te spenderen aan taalvaardigheden zoals schrijven, spreken, lezen en luisteren. Hiervan besteden scholen slechts 48 uren per jaar aan lezen, wat neerkomt op amper negen procent van de totale onderwijstijd. Geen enkel West-Europees land scoort hierop lager dan Vlaanderen.
Een andere belangrijke factor die de onderzoekers naar voren schuiven, is de houding van leerlingen tegenover lezen. Hoe positiever die attitude, hoe beter de prestaties. 31 procent van de leerlingen toonde echter een eerder negatieve houding als het op lezen aankomt. Vlaanderen staat samen met Nederland en Zweden in de top drie van landen met het hoogste percentage leerlingen die niet graag lezen. Slechts 24 procent geeft dan weer aan een heel positieve houding te hebben tegenover lezen - wat opnieuw onder het internationaal gemiddelde ligt. Ook bij de ouders valt een eerder negatieve houding tegenover lezen op, terwijl leerlingen wiens ouders zich positief opstellen tegenover lezen betere prestaties bereiken.
Meer leesplezier?
Het PIRLS-onderzoek legt dus een verband tussen een positieve houding tegenover lezen en begrijpend lezen. Ook een ander grootschalig internationaal onderzoek, het Programme for International Student Assessment (PISA), toonde in 2009 al dat Vlaamse 15-jarigen niet graag lezen. Slechts een op vijf ziet lezen als een hobby. Bijna de helft van deze leerlingen leest enkel als het moet of om informatie op te zoeken. De PISA-resultaten op leesvaardigheid waren positiever: Vlaamse vijftienjarigen scoorden destijds gemiddeld beter op vlak van leesvaardigheid dan hun buitenlandse leeftijdsgenoten. Met de recentere PIRLS-resultaten is het echter maar de vraag welk niveau de leerlingen uit het vierde leerjaar zullen halen voor leesvaardigheid op vijftienjarige leeftijd.
“Slechts een op vijf Vlaamse 15-jarigen ziet lezen als een hobby. Bijna de helft van deze jongeren leest enkel als het moet of om informatie op te zoeken.”
Aanbevelingen
De PIRLS-onderzoekers schuiven enkele aanbevelingen naar voor om de dalende leesprestaties op te krikken. Naast vakdidactische en algemene competenties van leerkrachten verder versterken en vroege geletterdheid bij kleuters stimuleren in hun thuis- en schoolomgeving, moet er meer ruimte en tijd worden gemaakt voor lezen in de klas. Goed kunnen lezen is niet enkel een basisvaardigheid tijdens de schooljaren maar geldt als voorwaarde om ook later deel te nemen aan de maatschappij. De onderzoekers pleiten verder om leesplezier meer te stimuleren. Leerlingen met een positieve houding tegenover lezen scoren immers beter op begrijpend lezen. Ze besluiten dan ook dat kinderen en jongeren vooral gebaat zijn als ze positieve leeservaringen krijgen toegereikt die hun leesplezier en -motivatie voeden.
Lees ook
Deel dit artikel: