Onderzoek pleit voor meer leesplezier op school
Nederlands onderzoek screende meerdere leesprogramma's op school en stelde vast dat scholen waar leesplezier centraal staat, op korte termijn positieve resultaten boeken op de leesmotivatie bij hun leerlingen. En dat heeft dan weer effect op de leesvaardigheid van de kinderen, zo concludeert de studie.
Dalende leesmotivatie
Internationale onderzoeken zoals PIRLS en PISA hebben al eerder aan de alarmbel getrokken: Vlaamse leerlingen halen minder goede resultaten op begrijpend lezen dan vroeger. Het Vlaamse gemiddelde ligt ook beduidend lager dan andere landen. Naast het niveau van leesvaardigheid - goed kunnen lezen - peilden PIRLS en PISA of jongeren nog graag lezen. Opnieuw zijn de resultaten voor Vlaanderen verontrustend: slechts een op vijf Vlaamse kinderen en jongeren ziet lezen als hobby. Bijna de helft van die leerlingen leest enkel als het moet of om informatie op te zoeken.
De vermelde studies leggen een verband tussen beide resultaten: wie graag leest zal een betere taalvaardigheid ontwikkelen. Omgekeerd geldt dat kinderen die zich niet voor lezen interesseren, minder vaak lezen en niet dezelfde groei kennen wat betreft begrijpend lezen. Leesbevordering lijkt dus in eerste instantie kinderen en jongeren plezier laten beleven aan lezen en hen op die manier te motiveren. De Erasmus Universiteit van Rotterdam ging verder in op die leesmotivatie en screende verschillende programma's op scholen.
Leesbevordering op metaniveau
De studie verzamelde 95 interventies die uitvoerig stonden beschreven en geëvalueerd. De helft van die programma’s baseerden zich op motivatietheorieën, waar de focus ligt op de individuele interesse van de leerlingen en hun redenen om te lezen. Door positieve zelfevaluaties en samenwerken met andere leerlingen rond leestaken zorgden de programma's dat leerlingen zich voelden gesterkt in hun sociale competenties. Tijdens de interventies was er vaak meer tijd om te lezen en konden leerlingen ook uit een groter boekenaanbod kiezen.
Via voor- en natesten gingen de academici de impact van de interventies na en zagen wel degelijk een positief effect op leesmotivatie én leesvaardigheid. Het onderzoek bevestigt een duidelijk verband tussen beide aspecten: wie graag leest, zal meer lezen en leesvaardiger zijn. Naast kinderen te leren lezen in het basisonderwijs melden de onderzoekers dat er nog te weinig aandacht is voor de leesmotivatie van kinderen en jongeren. De gescreende onderzoeken uit de Nederlandse studie kozen nadrukkelijk voor leesplezier om leerlingen te motiveren, wat dus ook positieve resultaten gaf op hun leesprestaties.
Succesfactoren
De Nederlandse onderzoekers stelden daarnaast vast dat sommige programma's een groter effect hadden dan andere. Ze besloten een inventaris te maken met verschillende kenmerken van de programma's, om zo te weten te komen welke kenmerken doorslaggevend kunnen zijn om meer impact te hebben. De interventies die het meest effectief bleken, hadden enkele gemeenschappelijke kenmerken. Ze zochten bijvoorbeeld waar het kind zich voor interesseerde en brachten boeken over die thema's samen. Vervolgens kon de leerling autonoom een keuze maken uit het boekenaanbod. Daardoor begint de leerling meer gemotiveerd aan een bepaalde leestaak.
Ook individuele feedback en zelfevaluaties tijdens de opdracht helpt om het zelfvertrouwen van de leerlingen te stimuleren en hen op die manier te motiveren om verder te lezen. Vaak boden de programma's ook ruimte voor interactie tussen de leerlingen: ze konden met elkaar praten over verhalen en de boeken of fragmenten die ze hadden gelezen. Die sociale motivatie sterkte opnieuw het zelfvertrouwen van de kinderen. Overigens brachten interventies met externe beloningen voor de leerlingen een kleinere impact teweeg.
Leesplezier voor iedereen
De geanalyseerde interventies richtten zich tot zowel kinderen in het basisonderwijs als jongeren in het secundair onderwijs. Programma's in het middelbaar tekenden een groter effect op de leesprestaties en begrijpend lezen dan bij leerlingen uit het lager onderwijs. Ook het leesniveau van de leerlingen - zowel lager als secundair - bleek een belangrijke factor. Leerlingen die minder goed scoorden op leesvaardigheid, waren na de interventie gemotiveerder om zelf een verhaal te lezen.
Vaak daalt de leesmotivatie bij kinderen die minder goed kunnen lezen. Onderzoek van de Nederlandse Stichting Lezen toonde ook dat twaalfjarigen vaak een leesdip krijgen en dus minder vaak lezen bij aanvang op de middelbare school. De gescreende programma's uit de reviewstudie tonen net dat het wel degelijk loont om in te zetten op leesmotivatie, zeker bij middelbare scholieren of bij kinderen die nog niet zo vlot kunnen lezen. Scholen - in basis- en secundair onderwijs - die volop kiezen voor leesplezier en leerlingen vooral willen motiveren om zelf te lezen, kunnen dus op korte én op lange termijn resultaten boeken op de leesprestaties van kinderen en jongeren.
Lees ook
Deel dit artikel: