Lezen Vlaamse kinderen en jongeren nog?

Lezen kinderen en jongeren in Vlaanderen eigenlijk nog? Het is een vaak gestelde vraag in de media en het letterenveld, waarbij er dikwijls veralgemenende termen vallen. Onderzoek naar evoluties en trends in leesgedrag bij jonge lezers is schaars, maar biedt toch genuanceerde inzichten in de leescultuur van de Vlaamse jeugd. Een antwoord op deze hoofdvraag is dan ook niet zo eenvoudig te formuleren.

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

Een eerste versie van dit artikel verscheen in augustus 2020. Iedereen Leest vult deze informatie te gepasten tijde aan met recente wetenschappelijke inzichten en nuances.

Wetenschappelijk onderzoek benadert leescultuur vaak vanuit verschillende perspectieven: het leesgedrag (hoe vaak en hoe lang leest iemand, welke genres), het lezersprofiel (wie leest er, lezen bepaalde personen vaker dan andere), de leesmotivatie (welke attitude heeft iemand tegenover lezen), leesvaardigheid (hoe goed kan iemand lezen), enzovoort. Al die verschillende aspecten leveren ons inzichten in de leesgewoontes van kinderen, jongeren en volwassenen. Iemands leescultuur verandert door de jaren heen. Daarom spitsen de meeste onderzoeken zich toe op een specifieke leeftijd.

“Spoiler alert: ja, Vlaamse kinderen en jongeren lezen nog. Toch is het tegelijk nodig dat antwoord voldoende te nuanceren.”

De vraag ‘Lezen kinderen en jongeren nog?’ moet dan ook verder uitgediept worden per leeftijdscategorie vanaf 7 jaar (eens kinderen zelf kunnen lezen): op welke leeftijd lezen ze vaker of minder vaak, lezen ze al meer digitaal, welke kinderen zijn fervente lezers en wie laat boeken liever links liggen … Dit artikel is een zoektocht naar antwoorden op een van de voornaamste vragen binnen leesbevordering. Spoiler alert: ja, Vlaamse kinderen en jongeren lezen nog. Toch is het tegelijk nodig dat antwoord voldoende te nuanceren.

7 tot 12 jaar: een dalende trend doet intrede

Jan van Coillie, professor emeritus van KU Leuven, onderzocht in 2014 het leesgedrag van Vlaamse negen- tot twaalfjarigen. Ongeveer 6 op 10 kinderen leest minstens een keer per week een stripverhaal of leesboek, die de populairste genres blijken te zijn bij deze leeftijdsgroep, terwijl informatieve boeken het minst vaak gelezen worden. Verder blijken negenjarigen iets frequentere lezers te zijn dan twaalfjarigen. Meisjes zijn in deze leeftijdsgroep ferventere lezers, tenzij het aankomt op strips – die worden door meisjes veel minder gelezen. 2 op 3 negen- tot twaalfjarigen las nog geen e-boek.

Verder monitort het JeugdOnderzoeksPlatform (JOP) – een samenwerking tussen UGent, VUB en KU Leuven – elke vijf jaar de leefwereld van de Vlaamse jongeren. In haar studie uit 2018, geven Vlaamse 10- tot 13-jarigen aan hoe vaak ze een boek lezen in hun vrije tijd.

1 op 10 leest dagelijks een boek, meer dan 1 op 4 (27,1%) leest een keer of meermaals per week. 22,9% leest minstens maandelijks, 23,4% minder dan maandelijks en 15,7% leest nooit een boek. Op de vraag hoe vaak zij strips lezen (zie verder voor de grafiek), lijkt hun antwoord ook gespreid: 10,9% elke dag, 25,1% minstens wekelijks, 28,7% minstens maandelijks, 15,6% minder dan maandelijks en 19,7% leest nooit een strip in hun vrije tijd.

Daarnaast keken de JOP-onderzoekers ook naar het bibliotheekbezoek van deze jongeren. Iets meer dan 1 op 4 van de Vlaamse 10- tot 13-jarigen gaat niet naar de bib, 42,6% bezoekt de openbare bibliotheek minstens maandelijks. Met die maandelijkse frequentie is de bib in de vrije tijd zelfs populairder dan de bioscoop, die door 29% minstens een keer per maand wordt bezocht. De niet-bezoekers van de bioscoop zijn dan weer minder talrijk (6,2%) dan bij de niet-bibliotheekbezoekers (26,7%).

(Lees verder onder de grafieken.)

De Vlaamse Gemeenschapscommissie liet op haar beurt in 2014 de vrije tijd van de Brusselse jeugd onderzoeken. Van de 793 bevraagde kinderen (7 tot 10 jaar) leest 77,7% meerdere keren per week een boek of strip – in het weekend leest net geen 70% van hen meer dan een keer per maand een boek of strip. Bij Brusselse tieners (11 tot 14 jaar) is er een ander beeld te zien: slechts 37,5% leest op schooldagen meerdere keren per week een boek of strip. De helft van de Brusselse tieners leest meerdere weekends per maand een boek of strip.

Ook de meest recente PIRLS-studie (2021) past in dit rijtje. Dit vierjaarlijks onderzoek peilt naar de vaardigheden rond begrijpend lezen van kinderen uit het vierde leerjaar (9 tot 10 jaar), maar ook hun leesgedrag en -frequentie wordt hierin besproken. Uit de studie blijkt dat de groep Vlaamse leerlingen die dagelijks leest voor hun plezier steeg (43%) in vergelijking met hetzelfde onderzoek in 2016 (36%). Het aantal leerlingen dat thuis nooit leest, wordt ook kleiner. Wel scoort de Vlaamse jeugd niet goed op vlak van lang lezen: slechts 14% leest dagelijks meer dan een uur in hun vrije tijd. Dat aantal is weinig in vergelijking met andere landen die aan het onderzoek deelnamen.

13 tot 18 jaar

Van leesdip naar enige regelmaat

Bij de overgang naar het secundair onderwijs lijkt er vaak een ‘leesdip’ te ontstaan, wat internationaal onderzoek aanduidt als de ‘fourth-grade slump’, waarbij de leesfrequentie heel sterk afneemt. De eerder aangehaalde JOP-studie uit 2018 plaatst er duidelijke cijfers bij:

“We zien dat 65,8% van de leerlingen uit het laatste jaar basisonderwijs minstens maandelijks een boek leest en dat dat in het eerste jaar secundair daalt met bijna 20%, tot 46,7%.”

En waar 60,9% van de 10- tot 13-jarigen nog maandelijks een boek of strip leest, daalt dit percentage verder naar 38,7% voor de – ietwat brede – leeftijdscategorie 14 tot 25 jaar. Het aandeel niet-lezers van deze leeftijdsgroep stijgt ook naar 34,6%. In de meest recente JOP-monitor van 2023 las bijna de helft  van de Vlaamse jongeren (12 tot 25 jaar) het voorbije jaar een boek of strip ter ontspanning. 1 op 4 deed dat zelfs wekelijks óf vaker.

Dankzij het JOP-onderzoeksrapport uit 2010 kunnen we echter dieper graven in de leescultuur van de Vlaamse jongere per leeftijdscategorie. Respondenten konden op een schaal aangeven of ze een activiteit nooit (1) tot dagelijks (6) deden. 12- tot 13-jarige jongens gaven ‘een boek of strip ter ontspanning lezen’ gemiddeld een schaal van 2.47 op 6, hun vrouwelijke leeftijdsgenoten kwamen gemiddeld uit op 2.81. 14- tot 15-jarigen lezen iets vaker (3.31) dan 16- tot 17-jarigen (2.84).

Voor 14- tot 17-jarigen keken de onderzoekers ook naar de onderwijsvorm. Leerlingen uit ASO lezen frequenter ter ontspanning (3.36) dan hun leeftijdsgenoten in TSO (2.96) en BSO (2.27). In de eerste graad secundair onderwijs zoeken jongeren uit de B-stroom iets minder snel (2.00) hun toevlucht tot een boek of strip dan leerlingen uit de A-stroom (2.76). 20% van de 14- tot 17-jarigen leest nooit een tijdschrift, 33% nooit een krant.

Via een interactieve tool beantwoordt de JOP-monitor ook de vraag ‘Hoe vaak doe je in je vrije tijd: Een boek of strip lezen als ontspanning’. Let wel: de resultaten betreffen 14- tot 30-jarigen, gebaseerd op data uit 2013. Wie verder klikt en differentieert op leeftijd, ziet dat bijna 1 op 4 van de 14- tot 17-jarigen nooit leest. 31% leest minstens een keer per week of dagelijks.

Leesgedrag bij kwetsbare jongeren

Daarnaast verschaffen enkele doelgroepgerichte onderzoeken nog bijkomende informatie over de leescultuur van de Vlaamse jongeren. Het Departement voor Cultuur, Jeugd en Media onderzocht in 2019 de vrijetijdsbeleving van jongeren met een migratieachtergrond. Van de meer dan 1000 respondenten tussen 12 en 18 jaar, geeft 55,9% aan minstens een keer per week in een boek of strip te lezen. Maar liefst 1 op 5 jongeren met een migratieachtergrond leest zelfs elke dag een boek of strip. In een kleinschaligere studie uit 2016 van hetzelfde departement werd de vrije tijd van jongeren (10 tot 18 jaar) in residentiële voorzieningen (jeugdhulp en –zorg) in kaart gebracht. Tijdens hun verblijf in dergelijke voorzieningen leest iets meer dan 20%, terwijl andere media (televisie, muziek, smartphone, pc, games) net vaker gebruikt worden buiten de voorziening. Hoe ouder de jongere, hoe minder hij leest buiten de voorziening. En ook hier geven meisjes aan iets vaker te lezen.

© Simon Bequoye | Iedereen Leest

Het eerder aangehaalde onderzoek naar de vrije tijd van de Brusselse jeugd werpt ook een licht op de leeftijd 15 tot 18 jaar. 18,8% van hen zegt op schooldagen meerdere keren per week een boek of strip te lezen, terwijl 1 op 4 dit nooit doet. Tijdens weekends leest 28,2% meer dan een keer per maand, meer dan 1 op 3 leest nooit tijdens het weekend. Schoolvakanties spannen de kroon: 37,5% van de Brusselse jongere neemt tijdens de vakantie geen boek of strip ter hand.

Ontlezing?

Wat valt er nu allemaal te onthouden uit deze schijnbaar eindeloze opsomming aan cijfers? We vatten even samen:

  • Tussen 38% en 60% van de Vlaamse 9- tot 13-jarigen leest minstens een keer per week een boek of strip;
  • Bij de overgang naar het secundair onderwijs daalt de leesfrequentie bij Vlaamse jongeren met 20% voor zij die minstens maandelijks een boek lezen;
  • Op latere leeftijd (14 tot 17 jaar) stagneert de leesfrequentie. Bijna 1 op 3 (31%) leest minstens een keer per week of dagelijks;
  • Vlaamse jongeren in TSO en BSO lezen iets minder frequent, maar meer dan de helft van jongeren met een migratieachtergrond leest minstens wekelijks, terwijl maar 1 op 5 van de jongeren in jeugdzorg leest.
“De term 'ontlezing' houdt niet voldoende rekening met de digitale verschuivingen in teksten en de rol van sociale media.”

Kris Van den Branden, professor aan KU Leuven, ziet de jonge lezer als een bedreigde diersoort. Mede door de steeds negatievere houding tegenover lezen (PIRLS en PISA) lijkt er meer en meer sprake te zijn van een ontlezing en een dalende leesfrequentie: kinderen en jongeren zouden minder vaak en minder lang lezen. Toch houdt deze term niet voldoende rekening met de digitale verschuivingen in teksten en de rol van sociale media. Als we online artikels, blogs, chatberichten en e-mails even meerekenen in het ‘nieuwe’ lezen, dan zijn kinderen en jongeren meer dan ooit digitale veellezers. Al rijst meteen de vraag of dit ‘nieuwe’ lezen gelijk kan worden gesteld aan het lezen van boeken en strips. Digitale teksten zijn – met uitzondering van e-boeken en digitale prentenboeken – eerder functioneel of informatief van aard en gaan voorbij aan de vele effecten van lezen.

Digitale media hoeven echter niet als zondebok te worden aangewezen. Veel andere landen noteerden wel een goede score op leesvaardigheid, leesmotivatie en leesgedrag, zo blijkt uit internationale vergelijkingen van de PIRLS- en PISA-studies. Om op onze oorspronkelijke vraag terug te komen: ja, kinderen en jongeren lezen nog. Maar het is zeker zo dat het meer én beter kan. Blijvend inzetten op leesbevordering, met de nodige aandacht voor leesmotivatie en een stimulerende leesomgeving, is ook in een digitale eeuw van essentieel belang.


Deel dit artikel:

Contact
Medewerker beleid, onderzoek en digitale strategie
Mis niets van Iedereen Leest