Wat maakt een goed leesbeleid op school?
Veel leerkrachten geven dagelijks in de klas het leesplezier door aan hun leerlingen. Ook scholen kunnen hun steentje bijdragen door leesmotivatie een vaste plek te geven in hun lees- of taalbeleid. Maar hoe verhoudt leesplezier zich tot lezen en taal? Waaruit bestaat zo'n leesplan? Een ding staat vast: elke school zet in op lezen, dus je begint niet van nul.
Lezen maakt op elke school deel uit van de dagelijkse leeromgeving van het kind. Naast technische leesvaardigheden en woordenschatontwikkeling werken veel leerkrachten rond de leesmotivatie en het leesplezier bij leerlingen. Uit onderzoek blijkt immers dat Vlaamse scholieren niet graag lezen. Verschillende Vlaamse en internationale onderzoeken bevestigen het belang van leesmotivatie in het onderwijs. Behalve initiatieven van enthousiaste leerkrachten moet er op de hele school aandacht zijn voor leesplezier. Met een leesbeleid waar leesplezier centraal staat, profileert een school zich als een leesambassadeur.
Lezen en taal
Een leesbeleid hoeft geen nieuw concept te zijn maar kan aansluiten op het bestaande taalbeleid van de school. Lezen heeft namelijk een sterk effect op de taalontwikkeling en hoort tot een van de vier taalvaardigheden naast luisteren, spreken en schrijven. Scholen die taal als sleutelcompetentie zien, kunnen lezen en leesplezier opnemen als onderdeel van hun taalbeleid.
Net zoals taal in elke les aan bod komt, is ook lezen niet te beperken tot een specifiek lesonderdeel of enkel tot de les Nederlands of andere taalvakken. Een lees- en taalbeleid vertrekt hoofdzakelijk vanuit de vraag hoe de school omgaat met taal en lezen in alle lessen.
Taal en lezen haken op elkaar in en versterken elkaar.
Scholen met meertalige leerlingen hebben vaak een gedifferentieerde aanpak als het om taalstimulering gaat. Ook hier is een brug naar leesplezier mogelijk: een meertalig boekenaanbod op school kan de interesse wekken van kinderen met een andere thuistaal. Met boeken die andere culturen in beeld brengen, krijgen kinderen met een andere thuistaal erkenning voor hun eigen cultuur en taal.
Een lees- en taalbeleid kan tenslotte ook aandacht hebben voor de andere competenties: schrijven en luisteren. Enkele buitenlandse universiteiten merkten bijvoorbeeld in een meta-analyse op dat veel leesinterventies een positief effect hebben op de schrijfkwaliteit van leerlingen. Die vaardigheden helpen ook om tekstbegrip, vlotte communicatie en taalvaardigheid in de moedertaal en in vreemde talen te bevorderen. Hoewel lezen, taal, schrijven en luisteren elk hun eigen specifieke focus leggen, is er een sterke factor dat hen verbindt, zeker als er op schoolniveau een beleid rond deze thema’s wordt uitgewerkt.
Zes kenmerken van een leesbeleid
Met een leesbeleid - al dan niet gekoppeld aan een taalbeleid - creëert de school een draagvlak om op lange termijn rond lezen te werken. Een effectief leesbeleid heeft aandacht voor volgende zes pijlers:
1. Doelgericht en hoge verwachtingen
Enkel door ambitieuze doelstellingen op te nemen kan een leesbeleid leiden tot een betere leesmotivatie bij leerlingen. Elke leerling moet een basisvaardigheid voor lezen kunnen ontwikkelen, voelt zich een competente lezer en beleeft plezier aan lezen. Doelstellingen zijn ambitieus maar ook haalbaar mits goede begeleiding, methodes en concrete acties.
2. Een structureel plan
Leesbevordering is niet enkel weggelegd voor de leerkracht Nederlands of de zorgleerkracht. Elke professional op school kan een rol spelen in een leesbeleid: directie, pedagogische begeleiders, leerkrachten, ondersteuners – maar ook leerlingen en hun ouders. Een leesbeleid heeft zo effect op de hele structuur van de school via gedeelde verantwoordelijkheden.
3. Een strategisch plan
Een doordacht leesbeleid stelt niet enkel ambitieuze doelen, maar reflecteert ook over hoe deze te bereiken: welke acties onderneemt de school al? Welke prioriteiten zijn er in de nabije toekomst en welke op lange termijn? Op welke manieren wil de school doelstellingen evalueren en haar werking bijsturen? Werken rond leesplezier van de kleuterschool tot het einde van het secundair onderwijs vergt een procesmatige aanpak.
4. Samenhangend
Er moet een duidelijke samenhang zijn tussen de visie, doelen en acties die je uitwerkt. Bewaak die samenhang tijdens het hele proces. Zorg er ook voor dat het personeel en de directie diezelfde visie delen.
5. In dialoog
Overleg rond het leesbeleid binnen het schoolteam is een absolute voorwaarde om een draagvlak te scheppen. Een breed gedragen leesbeleid heeft meer kans om te slagen. Elke leerkracht, pedagogische begeleider, ondersteunend personeelslid en directielid kan dus actief betrokken zijn bij de opmaak en de uitvoering van doelstellingen. Ook ouders en de openbare bibliotheek kunnen hier een rol spelen.
6. Context van de school
Er bestaat geen sjabloon van een leesbeleid dat zonder aanpassingen op elke school toegepast kan worden. Het leesplan moet inspelen op actuele noden en specifieke mogelijkheden van de school, de leerlingen en het personeel. Bij de opmaak van een leesbeleid, houdt het schoolteam best rekening met een aantal zaken zoals lopende leesprojecten en taalachtergrond van de leerlingen.
Deel dit artikel: