Getipt: zo maak je een lezer
Stel: je bent een lezer en je krijgt een kind, een petekind, een neefje of nichtje. Dan ga je in je hoofd tien jaar flash forward: samen op de bank, elk met je eigen boek, een pot dampende thee en een schaal koekjes erbij. Maar dan is dat kind er en haalt de werkelijkheid je in. Gelukkig is er Zo maak je een lezer, een feestelijke gids waarin Pamela Paul en Maria Russo je tonen hoe je leesplezier met de paplepel meegeeft.
Veel boeken, websites en blogs brengen informatie over lezen en leesbevordering. Medewerkers van Iedereen Leest tippen in de reeks ‘Getipt’ interessante vakliteratuur en online referenties. Een reeks vol food for thought. Dit boek kan je ook raadplegen in de vakbibliotheek van Iedereen Leest.
Het belang van graag lezen
Eerst dit: lezen is belangrijk. Wie niet (goed) leest, mist kansen in een kennismaatschappij als de onze. Tegelijk liegen de cijfers er niet om: Vlaamse leerlingen scoren laag op internationale onderzoeken die de leesvaardigheid van kinderen en jongeren meten. Hun begrijpend lezen is niet bepaald iets om over naar huis te schrijven en – meer nog – ze houden niet van lezen. Dat laatste is jammer, want uit onderzoek blijkt ook dat leerlingen die wel graag lezen, beter presteren op begrijpend lezen. Graag lezen is de sleutel tot goed lezen. Er zijn met andere woorden goede redenen om lezers te willen maken van kinderen.
Deze cijfers vind je niet in Zo maak je een lezer. De Amerikaanse Pamela Paul en Maria Russo – kinderboekenexperten die allebei werken bij The New York Times Book Review – hebben het van bij het begin over de liefde voor lezen. Ze herinneren zich hoe ze als kind helemaal opgingen in een verhaal, en precies dat gevoel willen ze aan kinderen van vandaag meegeven. Het gaat hen over het doorgeven van leesplezier: hoe zorg je ervoor dat je kind graag leest? Dat is een fijn vertrekpunt. Het maakt van Zo maak je een lezer eerder een enthousiasmerend feelgood boek dan een handboek over opvoeden. Tel daarbij de luxueus aandoende uitgave, met kleurrijke illustraties én leeslint, en je hebt een boek dat je met plezier vastpakt (of cadeau doet).
Lezers maak je samen
Zo maak je een lezer spreekt ouders aan op hun rol in het doorgeven van leesplezier. Tamelijk zwart-wit stellen Paul en Russo het zo: ‘Op school leren kinderen dat ze moeten lezen. Thuis leren kinderen dat ze mogen lezen omdat ze het willen. Ze leren er graag lezen.’ (p. ix) Zo zwart-wit is het natuurlijk niet: lezers maak je samen. Kinderen zin geven in lezen is een gedeelde verantwoordelijkheid van de hele maatschappij. Dus ook leerkrachten, bibliotheekmedewerkers en andere volwassenen die begaan zijn met het lezen van kinderen, halen een heleboel informatie uit het boek.
Mee met de paplepel
Paul en Russo liegen er niet om: een lezer maak je niet van de ene dag op de andere. Het is een langetermijnproject dat begint nog voor de baby uit de buik is. Het boek opent bijvoorbeeld met een tip aan zwangere vrouwen: lees. Maak tijd en ruimte vrij voor boeken die je wil lezen, gewoon voor jezelf. Want, zo zeggen Paul en Russo: ‘Het komt hierop neer: als je een lezer wilt maken, moet je een lezer zijn’. Dat is klaar en duidelijk, en misschien wel één van de beste adviezen uit het hele boek.
Groeien als lezer
Zo maak je een lezer toont hoe kinderen als lezer evolueren, zoals ook de doorgaande leeslijn de leesontwikkeling van kinderen beschrijft. Hierin zit de absolute meerwaarde van het boek. Op toegankelijke en optimistische wijze vertellen Paul en Russo hoe je kinderen en jongeren kan begeleiden in hun ontwikkeling, en welk soort boeken je in welke fase kan aanreiken. Waar de oorspronkelijke Amerikaanse uitgave bol stond van de concrete boekentips, is er samen met Iedereen Leest voor gekozen om de boekentips in de vertaling actueel te houden door te verwijzen naar www.boekenzoeker.be.
Van baby’s en peuters…
Lezen begint lang voor een kind zelf leert lezen en dus beginnen Paul en Russo hun verhaal met baby’s en peuters. Lezen gaat in deze fase over verbinding, geborgenheid, aandacht geven, plezier delen. Een slimme truc van Paul en Russo: zorg ervoor dat voorlezen een routine is voordat de peutertijd ‘in al zijn chaotische onstuimigheid losbarst’. Maar met die chaos komt ook veel plezier. Peuters zijn een spons en slorpen alles op: woorden en taalstructuren, kennis over de wereld, gedragsnormen… Met boeken geef je hen houvast en ga je mee op avontuur.
…tot beginnende lezers
In het tweede deel beschrijven Paul en Russo hoe kinderen met vallen en opstaan zelf leren lezen. Ze benadrukken dat het belangrijk is dat kinderen hierin de tijd krijgen die ze nodig hebben. ‘Thuis lezen moet draaien om nieuwsgierigheid, verkennen en ontdekken,’ klinkt het. ‘Leeslesjes horen in de klas.’ En dan, na veel geploeter, komt het moment waarop kinderen eindelijk echte leesboeken lezen. Hier stellen Paul en Russo onder meer dat er niks mis is met reeksen en dat prentenboeken absoluut niet voorbehouden zijn voor kleuters alleen.
Van vlotte lezers…
Wanneer kinderen rond hun achtste vlot alleen kunnen lezen, begint de pret helemaal. Dit is het moment waarop kinderen ontdekken hoe het voelt om je urenlang onder te dompelen in een boek. Dit is ook het moment waarop je kinderen hun eigen gang laat gaan en hen – meer dan ooit – zelf laat uitzoeken wat ze willen lezen. Een paar gouden tips van Paul en Russo: lever boeken aan maar laat kinderen zelf bepalen wat en wanneer ze lezen, plant zoveel mogelijk zaadjes, en maak van lezen geen klusje op de todo-lijst.
…tot tieners die hun vleugels uitslaan
‘Het is van de peutertijd geleden dat je kind in zo’n korte tijd zoveel veranderingen in zijn ontwikkeling doormaakt,’ schrijven Paul en Russo over de zogenaamde tienerlezer. Dat geeft vuurwerk! Maar – als het op lezen aankomt – bekijken ze het door een roze bril: veel recente youngadultboeken zijn een feest. Ze zijn goed geschreven, gevoelig en genuanceerd, en staan adolescenten prima bij in hun zoektocht naar hun eigen identiteit. En jij als ouder of begeleider? Je houdt je op de achtergrond, maar je verdwijnt niet volledig uit beeld.
Geruststellend gidsen
Eerlijk is eerlijk: de verantwoordelijkheid die je als ouder voelt bij het lezen van Zo maak je een lezer kan overdonderend zijn. Toch is dit een geruststellende gids. Paul en Russo komen vooral met inspiratie, ideeën en aanmoediging. Dat is een goeie zet - in tijden waarin de druk op ouders en verzorgers niet bepaald klein is.
“Het is oké als je kind van zes nog niet zelf leest. Kinderen lezen op hun eigen tempo, dat mag je niet forceren. En, voegen de auteurs van 'Zo maak je een lezer' eraan toe, ook als er een specifiek probleem als dyslexie is, hoeft dat niet het einde te betekenen.”
Ze zeggen bijvoorbeeld uitdrukkelijk dat het oké is als je dochter van zes nog niet zelf leest. Kinderen lezen op hun eigen tempo, dat mag je niet forceren. En, voegen ze eraan toe, ook als er een specifiek probleem als dyslexie is, hoeft dat niet het einde te betekenen. In het laatste deel duiden ze waarom het niet zo gek is dat je zoon van veertien ineens weigert te lezen. Er zijn grenzen aan de mentale ruimte van tieners (net zoals aan de mentale ruimte van volwassenen). Een nieuwe school, nieuwe vrienden, een nieuw lichaam … : dat vreet energie waardoor er misschien (even) geen ruimte is voor een nieuw boek.
Disclaimer
De auteurs geven deze disclaimer niet, maar wij voegen ‘m graag toe. Wat de titel ook moge beweren en beloven: het ís niet altijd zo simpel. Zelfs met goede bedoelingen en een tomeloze inzet maak je een lezer niet zomaar even. Het is dus niet jouw schuld als je kind toch niet wil lezen – hoeveel boeken je ook aansleept, hoeveel je ook voorleest. Soms is het ook gewoon wat het is. Weet dan dat geen enkel van die aangesleepte en voorgelezen boeken een verloren boek is. Om het met de woorden van Paul en Russo te zeggen: ‘Ieder boek dat ze gelezen hebben of dat aan hen is voorgelezen [heeft] sporen nagelaten, potentiële herinneringen.’
Titel: Zo maak je een lezer: voor een levenslange liefde voor boeken, van baby tot puber
Auteur: Pamela Paul
Illustrator: Maria Russo
Uitgever: Pelckmans
Deel dit artikel: