Vrijetijdsmonitor zorgt voor nieuwe data over aanbod en gebruik van bibliotheken
Vlaamse steden en gemeenten kunnen elke drie jaar via de lokale vrijetijdsmonitor gegevens invoeren over het lokale vrijetijdsaanbod. Daarbij zitten heel wat relevante cijfers over openbare bibliotheken, zoals het aanbod van activiteiten en collecties, en hoe inwoners participeren.
Met de lokale vrijetijdsmonitor wil de Vlaamse overheid informatie inwinnen over hoe we onze vrije tijd beleven en organiseren. De monitor baseert zich hiervoor op gegevens die lokale besturen aanleveren. In 2018 en 2022 vonden de eerste registratierondes plaats. In het najaar van 2023 stelde het Departement Cultuur, Jeugd en Media de nieuwe datarapporten voor, met cijfers van 263 lokale gemeenten.
Deelnemende gemeenten registreerden hoe zij hun vrijetijdsdiensten organiseren: van culturele verenigingen en openbare bibliotheken tot jeugdverenigingen, sportclubs en andere initiatieven. De monitor brengt op vlak van cultuur, jeugd en sport telkens verschillende thema’s in kaart:
- Het aanbod van voorzieningen, activiteiten en materialen;
- De participatie van inwoners aan dit aanbod;
- De tevredenheid van inwoners over dit aanbod;
- De medewerkers (professioneel en vrijwillig) bij de vrijetijdsdiensten;
- Hoe deze diensten samenwerken met externe partners;
- Welke middelen en budgetten ze hanteren;
- Het aantal fysieke locaties van vrijetijdsdiensten;
- Hoe doelgroepen bij het vrijetijdsbeleid worden betrokken.
Per thema geeft een set aan indicatoren meer duidelijkheid. In dit artikel focussen we op de meest relevante resultaten met betrekking tot de openbare bibliotheken.
Woensdag
Openbare bibliotheken kunnen in een gemeente verschillende vestigingen hebben. Gemeenten hebben maximaal één hoofdbibliotheek en (mogelijks) verschillende bedienings- of servicepunten. Een bedieningspunt vervult een specifieke dienst en is voor iedereen toegankelijk, zoals een inleverpunt. Servicepunten zoals gevangenis- of schoolbibliotheken zijn bedoeld voor een specifieke doelgroep. In totaal telt Vlaanderen (exclusief Brussel) 288 hoofdbibliotheken en 245 bedienings- of servicepunten.
Vergelijken we die cijfers met BIOS2, een rapporteringstool die tussen 2006 en 2013 gelijkaardige cijfers verzamelde, zien we een verdere terugval in aantal bedieningspunten. Terwijl Vlaanderen (inclusief Brussel) in 2006 nog 472 bedieningspunten telde, daalde dat naar 330 punten in 2013.
Wist je trouwens dat de bibliotheken het langste open zijn op woensdagen? Dan zijn ze gemiddeld 5,1 uur open. Op andere weekdagen varieert dat licht van 4,5 tot 4,8 uur. Op zaterdagen kan je doorgaans iets meer dan 3 uur vertoeven in de bib. En ook op zondagen kan je terecht in 70 bibliotheken (de hoofdbib of een vestiging), al zijn ze dan het minst lang open (gemiddeld 2,6 uur).
Leesbevordering
Bibliotheken konden in de lokale vrijetijdsmonitor verschillende beleidsdoelstellingen aanduiden waarop de activiteiten in hun bib inzetten, zoals cultuureducatie of -participatie, e-inclusie of mediawijsheid, leesmotivatie of -bevordering, gemeenschapsvorming, scholenwerking, levenslang leren …
Wat blijkt: leesmotivatie en leesbevordering staan met stip op 1. Bij 92% van de openbare bibliotheken dragen de georganiseerde activiteiten bij aan de leesmotivatie van de doelgroep. Ontspanning en vrije tijd volgt op een tweede plaats (85%), scholenwerking op een derde (83%). Uit een bevraging van Iedereen Leest in 2018, bleek dat leesbevorderende activiteiten vooral voorleesmomenten, auteurslezingen en leesclubs zijn. 1 op 3 bibliotheken gaf toen aan een eigen beleid rond leesbevordering te hebben.
Activiteiten
Samen organiseerden de bibliotheken 14.258 activiteiten in 2021. Dit zijn zowel publieksactiviteiten (auteurslezingen, bibliotheekintroducties, voorleessessies, voorstellingen, debatten …) als evenementen voor een beperkte groep (taalcursussen, workshops …). De verzamelde data komen echter van ‘slechts’ 162 van de 300 gemeenten in het Vlaamse Gewest. Lokale besturen zijn immers niet verplicht om data door te geven, al zijn er meer en meer besturen die zich vrijwillig inspannen om meer data aan te leveren.
(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
De cijfers over de georganiseerde activiteiten zijn dus niet volledig. Dat wordt ook duidelijk als we ze naast de BIOS-gegevens van 2015 leggen: toen werden er bijna 15.000 kennismakingen met de bib georganiseerd, 8000 voorleessessies, een 2000-tal voorstellingen, 1500 lezingen en debatten, 3000 workshops, 2500 taalstimulerende activiteiten, meer dan 3000 auteurslezingen en meer dan 1200 bijeenkomsten van lees-, film- of muziekclubs. Dat lijkt dus een pak meer (hoger dan 35.000 activiteiten), maar de data van 2021 werden door 54% van de bibliotheken aangeleverd, terwijl de BIOS-gegevens dankzij een registratieplicht de volledige sector (en Brussel) besloegen.
Met de data van de vrijetijdsmonitor is het moeilijker om na te gaan of deze activiteiten ook werden bijgewoond. De tool monitorde immers het aantal deelnames van de cultuur- en vrijetijdsinitiatieven die de gemeente zelf organiseert. Zo kan een voorstelling ook op een andere plek dan in de bibliotheek doorgaan. Toch wijzen we even op de deelname aan auteurslezingen: per 10.000 inwoners worden deze activiteiten gemiddeld door 85,82 mensen bezocht.
Een divers doelgroepenbeleid
Bibliotheken gaven verder ook aan voor welke doelgroepen ze de verschillende soorten activiteiten organiseerden. Haast alle bibliotheken (98%) richten zich met hun activiteiten op kinderen. 8 op 10 bibs richten zich op ouders en gezinnen. Jongeren en ouderen zijn ook een belangrijke doelgroep voor bibliotheken (74 en 72%). De helft van de bibs zet in op mensen met een migratieachtergrond. Meer dan een derde investeert in personen in armoede, en bijna een vierde is er ook voor zorginstellingen en hun bewoners.
Zoomen we iets dieper in op de top 3 van activiteiten die per doelgroep georganiseerd zijn, dan blijken auteurslezingen voor bijna elke doelgroep te worden georganiseerd:
- Kinderen: voorleessessie, bibliotheekintroductie, auteurslezing
- Jongeren: bibliotheekintroductie, auteurslezing, publiekswervende activiteit
- Ouders en gezinnen: publiekswervende activiteit, auteurslezing, infosessie
- Ouderen: workshop of cursus, auteurslezing, publiekswervende activiteit
- Personen met migratieachtergrond: bibliotheekintroductie, taalstimulerende activiteit, publiekswervende activiteit
- Personen in armoede: publiekswervende activiteit, bibliotheekintroductie, auteurslezing
- Bewoners van zorginstellingen: voorleessessie, bibliotheekintroductie, auteurslezing
Samen sterk
Bibliotheken konden per type activiteit aanduiden of ze hiervoor samenwerkten met een externe partner. Bij meer dan de helft van de auteurslezingen (52%) werd een externe partner aangesproken. Ook voor workshops of cursussen (42%), informatiesessies of lezingen (38%) en voorleessessies (37%) gaan bibliotheken vaak samenwerkingen aan.
Veel bibliotheken werken intern samen met een vrijwilligersgroep. In 2021 waren er 2.586 vrijwilligers actief in 195 openbare bibliotheken. In 2017 waren dat er 3.067 in 222 bibs. Deze vrijwilligers vervulden wellicht diverse taken. In een recente bevraging van Iedereen Leest bleek dat vrijwilligers zich in alle bibliotheken kunnen engageren als voorlezer. Bij de helft van de bibliotheken kan dat ook als begeleider van de Leesjury, en bij 1 op 3 als begeleider van een samenleesgroep.
Bibliotheekbezoek
De vrijetijdsmonitor bevroeg het bibliotheekbezoek via een representatieve steekproef van inwoners tussen 17 en 85 jaar in alle steden en gemeenten van het Vlaamse Gewest. Zij werden in het najaar van 2021 bevraagd of ze het afgelopen jaar (dus: najaar 2020 en najaar 2021, toen er nog veel restricties waren omwille van de pandemie) minstens één keer de bib hadden bezocht:
- In de eigen gemeente bezocht meer dan 15% de bib maandelijks of minder frequent. 3,6% bezocht de bib meer dan 12 keer, 24,81% bezocht de bib niet. Bij 1,42% van de betrokken respondenten was er geen bib aanwezig in hun gemeente.
- Het bibliotheekbezoek buiten de eigen gemeente geeft andere cijfers: 1 op 3 doet dit nooit, 8,81% doet dit maandelijks of minder frequent, 1,64% doet dit meer dan 12 keer.
Het is interessant om deze cijfers naast die van de ParticipatieSurvey te leggen, die in dezelfde periode data afnam:
- 5,3% van de respondenten bezocht de bib meermaals per maand in 2020. In 2021 was dat 3,8%, in 2022 was dat 3%.
- 23,1% van de respondenten bezocht de bib maximaal 12 keer in 2020. In 2021 was dat 20,7%, in 2022 kwam dit op 19%.
De ParticipatieSuvery zag dat het frequente (maandelijks) bibliotheekbezoek afnam, maar dat het algemene bibliotheekbezoek tegenover 2004 stabiel bleef.
(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Uit de data die bibliotheken zelf doorgaven via de vrijetijdsmonitor blijkt dat er gemiddeld per 10.000 inwoners meer dan 15.500 bezoeken werden geregistreerd in 2021 (dit zijn dus geen unieke bezoekers). Daarnaast waren er 1.886 actieve leners, waarvan 569 personen actief de jeugdcollectie gebruikten en 1.317 actief de volwassenencollectie (ook deze cijfers moeten telkens per 10.000 inwoners gelezen worden).
Boekenaanbod en uitleen
Focussen we op de gedrukte materialen (fictie, non-fictie, strips, tijdschriften, kranten) voor de jeugd, dan hebben bibliotheken gemiddeld 9.701 fictieboeken per 10.000 inwoners. Voor non-fictie zijn dat er 2.729. Bij de gedrukte materialen voor volwassenen is het aandeel non-fictie groter: 9.177 titels per 10.000 inwoners en 10.564 fictieboeken. Die verhoudingen waren gelijkaardig in 2013: de BIOS-gegevens wezen toen op 44% non-fictie voor volwassenen en 21% voor de jeugd.
248 bibliotheken registreerden ook het aantal uitleningen en verlengingen in 2021, we splitsen ze hieronder op tussen titels uit de jeugdcollectie en titels uit de volwassenencollectie.
Jeugd
- Boeken: 8.761.643 uitleningen en 3.700.073 verlengingen
- Strips: 3.645.669 uitleningen en 1.152.334 verlengingen
- Daisy-boeken: 6.123 uitleningen
Volwassenen
- Boeken: 7.731.273 uitleningen en 3.942.405 verlengingen
- Strips: 595.481 uitleningen en 173.538 verlengingen
- Daisy-boeken: 12.455 uitleningen
Vergelijken we die data met de registraties in 2017 in de vrijetijdsmonitor, dan zien we sommige cijfers sterk dalen met 25%. In 2017 gaven er echter 31 bibliotheken meer hun uitleningen en verlengingen door. Bovendien waren er in 2021 meer dan 3,5 miljoen uitleningen van ‘onbekende’ materialen, terwijl dat er in 2017 slechts 287.000 waren. Ook dat kan verklaren waarom er in 2021 schijnbaar minder uitleningen waren.
(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Tevredenheid
De nieuwe rapporten uit de vrijetijdsmonitor – je kan er nog veel meer raadplegen via de online tool – vormen een nieuwe momentopname over hoe lokale gemeenten hun vrijetijdsaanbod organiseren, en hoe inwoners hier gebruik van maken. De cijfers tonen dat de openbare bibliotheken nog steeds stevig verankerd zitten in het culturele DNA van gemeenten.
En hoe evalueren inwoners hun bibliotheek? Daarvoor grijpt de vrijetijdsmonitor naar gegevens uit 2020 van de Gemeente-Stadsmonitor. Op dat moment was maar liefst 85% van de Vlamingen tevreden over de bibliotheekvoorzieningen.
Lees ook
Deel dit artikel: