Nieuwe ParticipatieSurvey ziet frequent bibliotheekbezoek licht dalen, maar Vlamingen lezen meer

Uit de meest recente ParticipatieSurvey blijkt dat het algemene bibliotheekbezoek tegenover 2004 stabiel bleef, maar dat bibs in 2020 iets minder frequent bezocht werd. Daarnaast lazen in 2020 meer Vlamingen een boek dan in 2014. Tijdens de pandemie groeide het aantal lezers zelfs tot 65,1% van de bevraagde Vlaamse volwassenen.

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

In november 2022 stelden het Kenniscentrum Cultuur- en Mediaparticipatie, het Onderzoeksplatform Sport en het Jeugdonderzoeksplatform de nieuwe resultaten van de ParticipatieSurvey voor. Die survey onderzoekt de deelname van Vlamingen aan het sociale, culturele en sportieve leven. Sinds 2004 werd het onderzoek vier keer uitgevoerd, aan de meest recente editie namen 1.706 Vlamingen deel van 14 tot 85 jaar. Deze editie moest omwille van de pandemie in drie periodes data verzamelen van respondenten, gespreid over 2020, 2021 en 2022. Die spreiding zorgt voor interessante vergelijkingen pre-, tijdens en post-COVID. Met de vergelijkingen tussen eerdere edities van de ParticipatieSurvey komen ook enkele trends bloot te liggen tussen 2004 en vandaag.

Stabiel bibliotheekbezoek, maar iets minder frequent

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Een van de onderzochte items binnen lokale cultuurparticipatie is het bezoek aan de openbare bibliotheek. Respondenten konden aangeven of ze de zes maanden voorafgaand aan de survey een openbare bibliotheek hadden bezocht – niet in kader van hun werk of opleiding – en hoeveel keer ze een bib hadden bezocht. Daaruit stellen de onderzoekers drie profielen op:

  • Niet-bezoekers: brachten geen bezoek aan een bib;
  • Occasionele bezoekers: brachten maximaal maandelijks of zes keer een bezoek aan een bib;
  • Frequente bezoekers: brachten meermaals per maand of minstens zeven keer een bezoek aan een bib.

In 2020 bracht 28,2% van de onderzochte respondenten een bezoek aan een bibliotheek. 23,1% bracht een occasioneel bezoek (maximaal maandelijks), 5,3% was een frequente bezoeker (meermaals per maand). In de trendanalyse zijn er vier meetmomenten (van 2004 tot en met 2020) die worden vergeleken, tot net voor de lockdown in maart 2020. Zowel het algemene bibliotheekbezoek als het occasionele bezoek is doorheen de jaren stabiel gebleven. Er is wel een significante daling in het frequente bibliotheekbezoek: in 2004 was het frequent bezoek goed voor 9,7% van de onderzochte respondenten, in 2020 was dat 5,0%.

“Hoewel het bibliotheekbezoek stabiel bleef, is er een significante daling in het frequente, maandelijkse bibliotheekbezoek: in 2004 was dit goed voor 9,7% van de onderzochte respondenten, in 2020 was dat 5,0%.”

In de woelige coronaperiode daalde het bibliotheekbezoek licht: in 2021 bezocht 20,7% de bib occasioneel, 3,8% bezocht de bib frequent; in 2022 lag dit op 19% voor occasioneel bezoek en 3,0% voor frequent bezoek. De voornaamste redenen die respondenten aangeven om de bib niet (meer) te bezoeken waren dat ze in het bezit zijn van een eigen computer (en dus geen nood meer aan computers in de bib), dat ze zelf alle informatie op internet te vinden (en dus niet meer hoeven op te zoeken in de bib) of dat ze niet veel lezen.

Ook recent onderzoek van Universiteit Antwerpen bij 151 bibliotheken met 57.888 respondenten bevestigt dat mensen de bib niet (meer) bezoeken omdat ze minder lezen of geen tijd hebben om naar de bib te gaan. Toch stelt dit onderzoek dat 70% van de betrokken respondenten maandelijks of vaker naar de bibliotheek gaan. Ook de Gemeente- en Stadsmonitor (GSM), een onderzoekstool van het Agentschap Binnenlands Bestuur, toont een ander cijfer: in 2020 hadden 45% van de GSM-respondenten een of meerdere keren een openbare bibliotheek bezocht.

Profiel van de bibliotheekbezoeker

Het grootste aandeel bezoekers zijn volgens de nieuwe ParticipatieSurvey studenten die de bib vaak gebruiken als belangrijke studeerplek. Ouderen (75-85 jaar) bezoeken de bib minder, wellicht doordat zij doorgaans minder mobiel zijn. Vrouwen bezoeken de bib vaker dan mannen. Wie als kind opgroeide in ‘cultuuractieve’ families – waar ouders met hun kinderen deelnemen aan culturele activiteiten – maakt ook meer kans om zelf op latere leeftijd een bezoek te brengen aan de bib.

(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Hoe hoger het opleidingsniveau van de respondent, hoe meer kans dat deze de bib bezoekt. Wie korter geschoold is, bezoekt de bibliotheek minder. Er lijkt dus nog een opleidingskloof te bestaan die tussen 2004 en 2020 nagenoeg stabiel bleef. Dit wil niet zeggen dat alle openbare bibliotheken kampen met hoge drempels, aangezien veel bibliotheken via tal van lokale samenwerkingen ook buiten hun bibliotheekgebouw een aanbod uitwerken. Bovendien heeft elke bibliotheek een aanbod voor kinderen en jongeren – vaak in nauwe samenwerking met scholen en kinderopvangcentra. Die jongere doelgroep valt buiten beschouwing in de ParticipatieSurvey.

We lezen meer

Ook het leesgedrag werd onder de loep genomen: respondenten konden aangeven of ze de voorbije zes maanden een boek of strip hadden gelezen. Vervolgens konden zij aanduiden welke genres ze lazen. Deze editie van de ParticipatieSurvey peilde in tegenstelling tot vorige edities helaas niet naar de frequentie van het lezen (hoeveel boeken men las).

“Het algemeen leesgedrag steeg significant: acht jaar geleden lazen 53,6% Vlamingen een boek, in 2022 groeide dat tot 65,1%.”

59,2% van de respondenten lazen in de zes maanden voorafgaand aan de survey een boek of strip. 51,8% lazen fictie in 2020, 50,8% non-fictie. Het algemeen leesgedrag steeg significant tegenover voorgaande ParticipatieSurveys: acht jaar geleden lazen 53,6% Vlamingen een boek. Data uit de derde verzameling van de nieuwe Participatiesurvey tonen dat 65,1% van de respondenten een boek las. We lijken dus meer aan het lezen. Een gebruikersonderzoek van Universiteit Antwerpen uit 2021 ondervond ook dat 65% van de bibliotheekgebruikers méér las tijdens de coronacrisis.

(De tekst gaat verder onder de grafiek.)

Bron: ParticipatieSurvey 2020-2022

Ook op vlak van leesgedrag blijkt dat de lezer eerder een langer opgeleide vrouw is tussen 14 en 54 jaar. Onder leeftijdsgroepen vanaf 55 tot 85 jaar is het aandeel lezers lager. En opnieuw ziet het onderzoek dat kinderen op latere leeftijd meer kans hebben om te lezen, indien ze opgroeiden in een familie die actief deelneemt aan cultuur.

Alle rapporten en uitgebreide informatie zijn raadpleegbaar via de website van het Kenniscentrum Cultuur- en Mediaparticipatie.



Deel dit artikel:

Contact
Medewerker beleid en onderzoek
Mis niets van Iedereen Leest