In het atelier van Noëmi Willemen
Hoe ziet de werkruimte van illustratoren eruit? Wat zijn hun rituelen, talismannen en eigenaardigheden? Waaruit putten ze inspiratie en hoe komen ze tot hun beste werk? Journaliste Katrien Steyaert mag binnenkijken in hun ateliers en in hun creatieve geesten. Michiel Devijver maakt er foto’s bij. Deze keer: op bezoek bij illustrator Noëmi Willemen in Gent.
Familietijd
‘Ik voel me bevrijd. Sinds ik onlangs besliste om mijn halftijdse contract als historica aan de universiteit van Louvain-la-Neuve niet te verlengen, moet ik niet meer om 5u40 de trein halen en kan ik elke dag aan de schoolpoort staan. Mijn kinderen – nu tien en zes – moesten mij in de zomer- en kerstvakanties ook vaak missen door de deadlines voor de kinderboeken die ik illustreer. Maar vanaf nu probeer ik er dus meer te zijn. Ik ben alleen jaloers op hun papa, die lekker van nine to five kan doorwerken, terwijl ik meestal de kinderen al moet gaan ophalen als ik net à point ben. Mijn tekenfocus komt vaak pas ’s namiddags.’
Zuster Emmy
‘De helft van mijn tekeningen is gemaakt in de binnenspeeltuin, waar het op zomerse voormiddagen fris en leeg is. Die slechte gewoonte om overal en nergens te werken, raakte sinds corona nog meer geïnstalleerd, vrees ik. Omdat ik alles op iPad maak – ik heb geen geduld voor analoog werken, zoals de fantastische Suzan T’Hooft dat doet – stop ik zelfs niet in bed. Mijn vroegere leerkracht Latijn, zuster Emmy, zei nochtans al dat je je slaap- en werkplaats moet scheiden. Ik zou ook alleen ’s morgens mijn mails mogen lezen, in plaats van ze de hele dag naar mij te laten roepen. Maar zulke dingen vragen een bewuste inspanning.’
“Sinds corona heb ik de slechte gewoonte om overal en nergens te werken. Omdat ik alles op iPad maak, stop ik zelfs niet in bed.”
Hyperactief hoofd
‘Toen ik in 2007 de diagnose van ADHD kreeg, voelde ik mij heel depressief en dacht ik: wat ben ik met pillen voor beweeglijke jongetjes?! Nu besef ik dat ik wel degelijk hyperactief ben, namelijk in mijn hoofd. Dan vertrek ik bijvoorbeeld uit mijn “toren” boven, waar mijn bureau naast mijn bed staat, vul ik op de trap een halve wasmand en begin ik nog wat verder een stapel rommel weg te werken. Maar geen van die taakjes maak ik af, en tegen dat ik beneden ben, ben ik vergeten dat ik eigenlijk koffie kwam zetten. Vroeger vrat dat aan mijn zelfvertrouwen – waarom kon ik zelfs niet één cursus ordelijk houden? – maar nu begrijp ik het.’
Instagram mommies
‘Gelukkig vond ik in Hanne (Luyten, co-auteur, red.) een gelijkgestemde. Ze panikeert niet als ik drie dagen voor de deadline nog de paginavolgorde wil aanpassen. Na acht boeken samen hebben we een organische manier van werken, waarbij zij met een idee komt, maar we dat samen uitdenken en in een storyboard gieten. Omdat Hanne in Lier woont, doen we dat meestal via Zoom – belachelijk, hé? Gelukkig heb ik vanaf nu ook meer tijd om live bijeen te komen. Zot eigenlijk, dat wij elkaar leerden kennen als Instagram mommies en gewoon één kleuterboekje wilden maken, maar Wilma nu een reeks en zelfs een universumpje geworden is.’
Pijn aan de ogen
‘Wat een chance dat ons trouwe publiek het niet erg vindt dat ik geen tekenschool volgde – die bestond niet in Bonheiden; het drama van mijn kindertijd! – en ik daardoor bijvoorbeeld eerst niet besefte hoe belangrijk witruimte is. Eva Mouton, die hier om de hoek woont, zei dat na mijn eerste boeken: “Laat het nu toch eens ademen!”. Ook Lectrr, die ik graag om raad vraag, vond soms dat mijn beelden pijn deden aan zijn ogen.’ (lacht) ‘Maar dan gaf hij een tip als: “Een tekening moet, net als een tekst, van linksboven naar rechtsonder lezen”, en werd mijn beeld direct 200 procent beter. Zulke adviezen zijn dus cadeaus.’
bell hooks
‘Ik kan perfect erkennen dat ik het talent ontbeer om een Carll Cneut of Brecht Evens te zijn. Plus: mijn hart zit nog in andere dingen, zoals bijdragen aan betere kinderopvang of een leefbare wijk. Ik ben het gelukkigst in zulke collectieve projecten en hoop het belang daarvan subtiel aan ons publiek mee te geven, omdat dat het absurde idee van deze tijd “dat je jezelf moet realiseren” doorbreekt. Nee, we moeten “ons” realiseren. Het zelfzorg-concept van black feminists zoals bell hooks gaat niet over een fitnesslichaam of topcarrière bereiken, maar over krachtig genoeg zijn om het vijandige systeem van binnenuit te veranderen.’
Garnaal-tattoo
‘Genderbalans en representatie vind ik een minimum. De hedendaagse Jip en Janneke kunnen toch geen witte kindjes uit een villawijk zijn? Al heb ik het me al zwaar beklaagd dat Wilma en haar vrienden in een appartementsblok wonen, want ik kan slecht trappen tekenen.’ (lacht) ‘Bij ons volgende boek, Ik zie jou, waarin glimworm Gloria gepest wordt, bieden we een didactisch pakket aan. Ook die verantwoordelijkheid voel ik, want ik merk dat leerkrachten en ouders met onze boeken aan de slag gaan. Weet je dat één lezer zelfs Gaston, ons garnaaltje dat aan zijn zelfvertrouwen werkt, op haar arm liet tatoeëren? Superontroerend.’
“Ik heb het me al zwaar beklaagd dat Wilma en haar vrienden in een appartementsblok wonen, want ik kan slecht trappen tekenen.”
Kartonnen ligzetel
‘Zo’n Gastonneke zat zo lang in mijn hoofd dat ik hem uiteindelijk in een half uur op papier kreeg. Die eerste fase, waarin je iets op de wereld tovert dat er nog niet was, vind ik zalig. Daarom word ik ook zo gelukkig van bijvoorbeeld een ligzetel uit karton bouwen of een Ikeakast met gips een Flinstones-look geven. Voor de kinderen bespaar ik ook nooit op kwalitatief materiaal, zoals Stabilo Woody-potloden, en ik moedig hen aan om ramen en muren te beschilderen. Wat is het ergste dat er kan gebeuren? Iets gelijkaardigs denk ik over mijn boeken. De dag dat ze niet meer verkopen, ga ik wel weer lesgeven. Dat deed ik ook héél graag.’
Jurassic Park
‘Soms blijf ik in de keuken hangen om te tekenen omdat ik dan dicht bij de frigo zit. Ik vind het felgroene tafelblad ook zo mooi dat ik er beter in slaag om het leeg te houden dan mijn bureau boven. Daar is het een zootje, maar ik begin er stilaan mijn draai te vinden dankzij mijn kartonnen snow monkies (Japanse makaken, red.), de stoel van mijn oma en ander nostalgisch gerief, al dan niet uit de kringwinkel. De dino’s stammen uit de tijd dat ik verliefd werd op Jurassic Park – nog altijd de beste film ooit, vind ik. Hij speelt heel vaak terwijl ik werk. Of ik voed mij met kritische audioboeken zoals Dubbelganger van Naomi Klein.’
“Ik vind het felgroene tafelblad ook zo mooi dat ik er beter in slaag om het leeg te houden dan mijn bureau boven. Daar is het een zootje.”
Intiem moment
‘Bij de start van een nieuw boek ga ik gemakkelijk een hele namiddag naar de bib, staren naar andermans ambacht, naar hoe zij bijvoorbeeld de tekst-beeld-verhouding aanpakken. Voor kleuters zijn beide even belangrijk, dus ik snap eigenlijk niet hoe je een prentenboek-script kunt krijgen en daar dan als illustrator niets meer aan mag veranderen. Met Hanne, maar ook met Fleur (Pierets, met wie ze Alle dagen sneeuw maakte, red.), maakt onze dialoog het net zo rijk voor mij. Als ons boek dan ook nog deel wordt van die intieme voorleesmomenten tussen ouders en kinderen, mannekes, dan kan ik toch alleen maar blij zijn?’