Breng meer poëzie in je les met deze tips

Tijdens de Poëzieweek, die elk jaar eind januari plaatsvindt, besteden veel leerkrachten extra aandacht aan poëzie. Online zijn er veel tips rond poëzie en suggestielijsten met dichtbundels terug te vinden. Genoeg inspiratie om ook op andere momenten met poëzie te werken.

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

Hoewel poëzie misschien niet voor iedereen toegankelijk lijkt, is het eigenlijk een ideale vorm om leesvuur bij kinderen en jongeren aan te wakkeren. Het is bovendien geschikt voor alle leeftijden. Baby’s nemen uit versjes en liedjes klanken en ritme op, wat goed is voor hun eerste taalontwikkeling. Beginnende lezers leren via het rijm sneller klanken van elkaar te onderscheiden. Dat helpt hen vlotter te leren lezen en schrijven. En oudere kinderen of jongeren die langere teksten misschien een uitdaging vinden, kan je al sneller verleiden met een kort vleugje poëzie. Een gedicht is vaak een manier om gevoelens op een speelse of minder letterlijke manier onder woorden te brengen, zodat kinderen leren omgaan met emoties.

Ideaal voorleesmateriaal

De les beginnen of eindigen met een gedicht is een dankbare manier om poëzie in de klas te brengen. Zo’n voorleesmoment vergt niet veel tijd en brengt een rustmoment in de groep. Bovendien kan je er ook een taalspel aan koppelen: kinderen vullen de (rijm)woorden zelf aan, ze onthouden grappige of vreemde woorden, kiezen de mooiste regel of verzinnen een nieuwe titel … Het is belangrijk om kinderen eerst te laten kennis maken met verschillende dichtvormen alvorens hen zelf te vragen om gedichten op te stellen (expressie).

Werkvormen en activiteiten

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

Naast voorleesmomenten zijn er verschillende andere werkvormen om poëzie een plek te geven in de klas of op school. Voor de Poëzieweek stellen Iedereen Leest en Stichting Lezen elk jaar nieuwe lestips op rond specifieke gedichten bij het thema. Poëziecentrum en CANON Cultuurcel reiken tweejaarlijks een Gouden Poëziemedaille en Poëziesterren uit, waarbij elke basisschool kan stemmen. Deelnemende klassen krijgen extra verwerkingstips om met de genomineerde gedichten aan de slag te gaan.

Wie zich verder wil verdiepen, kan er vakliteratuur bij nemen. In Verlichte gedichten van Joris Denoo krijgt de lezer enkele handvaten om met leerlingen een gesprek over poëzie aan te knopen. Naast die directe aanpak werpt het boek ook licht op hoe poëzie taalbeschouwend werkt. Nederlands dichter Ellen Deckwitz brengt met Olijven moet je leren lezen een reeks korte hoofdstukken die ingaat op hoe we poëzie kunnen lezen – en hoe we er plezier aan kunnen beleven. De hoofdstukken zijn bruikbaar om poëzie als genre te introduceren bij leerlingen van het secundair onderwijs of derde graad basisonderwijs. Literatuurwetenschapper Kila van der Starre publiceerde met Woorden temmen een doe-boek bij 24 gedichten om op een laagdrempelige manier mee aan de slag te gaan.

Scholen kunnen het hele jaar door ook dichters boeken via de auteurslezingen. Het Vlaams Fonds voor de Letteren zorgt voor een financiële tussenkomst. Op de site van Poëzieweek vind je online ook een overzicht van allerhande poëzieactiviteiten tijdens de campagne. De databank van Poëzie-Centraal verzamelt dan weer alles over het hedendaagse poëzielandschap: activiteiten, wedstrijden, informatie over Nederlandstalige Belgische dichters ...

Suggestielijsten

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

Online zijn ook suggestielijsten met dichtbundels of losse gedichten raadpleegbaar. Zo stelden de Nederlandse kinderboekenambassadeurs Hans en Monique Hagen een tiplijst samen op leeftijd. Op hun eigen website bundelen ze ook werkvormen rond poëzie. Op de Boekenzoekers van Iedereen Leest vind je per leeftijd klassieke en recentere dichtbundels voor de leeftijdscategorieën 0 tot 8 jaar, 8 tot 12 jaar, 12 tot 15 jaar en 15 tot 18 jaar. Of neem een kijkje op de recensiesites van Pluizer en Pluizuit.


Deel dit artikel:

Contact
Educatief medewerker | Onderwijs
Mis niets van Iedereen Leest