In het atelier van Naomi Christiaens

Hoe ziet de werkruimte van illustratoren eruit? Wat zijn hun rituelen, talismannen en eigenaardigheden? Waaruit putten ze inspiratie en hoe komen ze tot hun beste werk? Journaliste Katrien Steyaert mag binnenkijken in hun ateliers en in hun creatieve geesten. Michiel Devijver maakt er foto’s bij. Deze keer: op bezoek bij illustrator Naomi Christiaens in Heist-op-den-Berg.

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Kinderdroom

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ik geloof niet in aangeboren talent. Ik denk gewoon dat iedereen interesses heeft en dat de ene persoon die meer uitdiept dan de andere. Als kind vond ik het al heel leuk om goed waar te nemen zodat ik zag hoe ik bijvoorbeeld exact een vliegtuig moest tekenen. Voor elke verjaardag vroeg ik nieuwe stiften of Caran d’Ache-potloden. En sinds ik in het eerste leerjaar ontdekt had dat de mama van een vriendje van mijn broer – Ann De Bode – kinderboeken maakte, zei ik: “Dat wil ik later ook doen”. In de kunsthumaniora keek ik op naar leerkrachten als Tom Schoonooghe, die geweldige collega’s als Leo Timmers en Tom Schamp tipte.’

Mini-portfolio

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Op mijn twintigste, na twee jaar opleiding Illustratie aan Sint Lucas Antwerpen, probeerde ik mijn jeugddroom waar te maken door voor het eerst naar de Kinderboekenbeurs in Bologna te gaan en daar een mini-portfolio te tonen. Ik zeg ‘mini’ omdat ik doosjes had gemaakt met daarin miniboekjes met mijn werk. Dat viel in de smaak bij uitgever Els De Pooter van Van Halewyck (intussen opgegaan in Pelckmans, red.), voor wie ik in 2017 mijn eerste boek mocht illustreren. Het was bedoeld als waarschuwing tegen kinderlokkerij, en ook mijn tweede en derde boek hadden toevallig zware thema’s: het verlies van een kind en zelfdoding.’ 

“Op mijn twintigste probeerde ik mijn jeugddroom waar te maken door voor het eerst naar de Kinderboekenbeurs in Bologna te gaan en daar een mini-portfolio te tonen.”

Dansen met Winokio

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ik vond het een mooie uitdaging om een object te maken dat een houvast kan zijn voor mensen die het moeilijk hebben. Alleen had ik er niet bij stilgestaan dat je ze dan ook voor je neus krijgt. Toen een meisje van vier me op een boekvoorstelling over haar gestorven zusje vertelde, was dat zo pakkend dat ik bijna brak. Daarom vind ik het goed dat ik recent ook lichtere boeken kan maken, zopas nog met Kapitein Winokio. Mijn zoontje Ono – hij is drieënhalf – danste al elke ochtend met mij op Winokio’s liedje “Goeiemorgen” toen die me via Instagram vroeg om samen te werken. Zo’n klik met de auteur vind ik wel belangrijk.’

“Mijn zoontje Ono danste al elke ochtend met mij op Kapitein Winokio’s liedje “Goeiemorgen” toen die me via Instagram vroeg om samen te werken. Zo’n klik met de auteur vind ik wel belangrijk.”

Les hommes-loups

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Gepassioneerde zielen bewonder ik sowieso. Daarom vind ik het jammer dat ik geen volwassen gesprekken heb kunnen voeren met mijn bompa Jan, die overleed toen ik zestien was. Hij was schrijver, ook van enkele kinderboeken, en mocht artiesten als Jan Fabre en Fred Bervoets tot zijn vrienden rekenen. Zelf koop ik graag kunstboeken van Marlène Dumois of Dominique Goblet – Les hommes-loups vind ik heel mysterieus en gedurfd – en op reis bezoeken mijn vriend en ik graag interessante gebouwen. Thomas is interieurarchitect en nam me al mee naar topplekken als Le Corbusiers Cité radieuse in Marseille of het Vitra Design Museum in Duitsland.’

Lekker vuil

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Thomas heeft lang nagedacht over het huis waarin we intussen vijf jaar wonen. Zo ontwierp hij voor mijn atelier in de kelder grote wandkasten, waarin ik mijn mappen met tekeningen, mijn rommel en mijn computer kan opbergen. Zo is er plaats aan mijn grote tafel – in elkaar gelast door mijn schoonvader – om me lekker vuil te maken. Als ik terug boven kom en Thomas zegt dat er verf op mijn gezicht hangt, weet ik dat ik goed bezig ben.’ (lacht) ‘Ik vind het zo charmant om mijn materialen te voelen en te ruiken dat ik altijd manueel ga blijven werken, denk ik. In een toekomst vol AI zal dat volgens mij ook alleen maar exclusiever worden.’

“In de grote wandkasten kan ik mijn mappen met tekeningen, mijn rommel en mijn computer opbergen. Zo is er plaats aan mijn grote tafel om me lekker vuil te maken.”

Nachtwerk

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Al die uren dat ik met verf en kleurpotloden bezig ben, zijn natuurlijk niet in verhouding met wat ik ermee verdien. Mede daarom voelt het voor mij veiliger om een voltijdse baan te hebben. Ik ben als projectleider verantwoordelijk voor elke JBC-, CKS- en Mayerline-winkel die we bouwen, van het cascopand tot de opening. Dat maakt me wel stressbestendig, en dat helpt als ik weer eens een hele korte tekendeadline heb. Ik kreeg eigenlijk nog nooit, zoals grotere illustratoren, een halfjaar voor een prentenboek. Daardoor zit ik soms tot twee uur ’s nachts te werken terwijl ik om zeven uur weer op moet. En ik ben geen avondmens…’

“Het voelt voor mij veiliger om een voltijdse baan te hebben. Ik ben als projectleider verantwoordelijk voor elke JBC-, CKS- en Mayerline-winkel die we bouwen. Dat maakt me wel stressbestendig.”

Yann Tiersen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Ook op zaterdag zit ik vaak in mijn atelier – de zondag niet; dat is bij ons een heilige familiedag – maar ik creëer instant sfeer met thee, koekjes en rustige muziek. In mijn Spotifylijsten staat bijvoorbeeld Yann Tiersen, vandaar de piano naast mijn bureau. Ik wilde mezelf erop leren spelen, maar ik heb te weinig tijd. Ook vrij werk maken doe ik veel minder sinds Ono er is, maar ik vind dat geen opoffering. Kinderen zijn zo heerlijk en eerlijk. Daarom hoop ik in de toekomst tekenlessen en workshops voor hen te organiseren. Ik heb mijn tekentafel bewust groot genoeg laten maken om er veel volk rond te kunnen zetten.’   

Kamperen met schetsboek

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Het enige dat ik aan tekenen minder ontspannend vind, vaak zelfs eng, is een nieuw boek moeten beginnen. Eerst laat ik de tekst die ik kreeg even doordringen, eventueel blader ik door boeken met een gelijkaardig thema, en stilaan vormen er zich beelden in mijn hoofd. Soms zet ik die makkelijk om in schetsen, maar soms botst een idee zo hard met de uitvoering dat me een golf van paniek overspoelt. Ik heb geleerd dat ik dan niet mag blijven wroeten, maar beter even ga wandelen. In de natuur of op vakantie – als mijn hoofd niet vol zit met mijn nine-to-five – krijg ik de meeste prikkels. Ik ga dus nooit kamperen zonder schetsboek.’

“Soms botst een idee zo hard met de uitvoering dat me een golf van paniek overspoelt. Ik heb geleerd dat ik dan niet mag blijven wroeten, maar beter even ga wandelen. ”

The Anatomy of Colour

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Het liefst van al teken ik dieren omdat die veel esthetische afwisseling bieden en geen menselijke mimiek vragen. Zeker voor peuters en kleuters moeten gezichtsuitdrukkingen goed leesbaar zijn, vind ik, maar dat blijft voor mij iets moeilijks om juist te vatten. Ik probeer wel te onderzoeken hoe collega’s dat doen en leer ook graag bij over bijvoorbeeld de geschiedenis en mogelijke combinaties van kleuren. Daarom bestelde ik onlangs het boek The Anatomy of Colour van Patrick Baty. En toch bepaal ik mijn palet meestal nog intuïtief. Ik werk in laagjes, maak al doende een tint lichter of donkerder, tot ik aanvoel: nu is het juist.’

Écht leven

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ik neig naar donkere kleuren omdat ik die sfeervoller vind. Maar ik schrik soms van hoe vaal of duister ze uitvallen in het afgewerkte boek. Ik heb de uitgeverij dan ook gevraagd of ik bij het volgende boek op ongestreken papier – dat de inkt erg absorbeert – mee naar de drukker mag. Maar zelfs mijn “betere” originelen bekijk ik zo streng dat ik ze thuis niet ophang. In mijn living staat alleen een vaas, gemaakt in de keramieklessen die ik wekelijks volg. Klinkt dat nu te laag-zelfbeeld-achtig? Ik weet het niet, ik wil gewoon dat mijn beelden meer dan enkel mooi zijn. Ze moeten een gevoel en een wereld oproepen, ze moeten écht leven.’

“Zelfs mijn “betere” originelen bekijk ik zo streng dat ik ze thuis niet ophang. In mijn living staat alleen een vaas, gemaakt in de keramieklessen die ik wekelijks volg.”

REEKS: In het atelier

Hoe ziet de werkruimte van illustratoren eruit? Wat zijn hun rituelen, talismannen en eigenaardigheden? Waaruit putten ze inspiratie en hoe komen ze tot hun beste werk? Journaliste Katrien Steyaert mag binnenkijken in hun ateliers en in hun creatieve geesten. Michiel Devijver maakt er foto’s bij.

Mis niets van Iedereen Leest