De vijf van Hanne Luyten
'I read a book one day and my whole life was changed', zei auteur Orhan Pamuk ooit. Dat boeken een impact kunnen hebben, ervaren veel lezers. Maar sommige beïnvloeden, sturen of bepalen zelfs je leven. Journaliste Katrien Steyaert peilt voor deze reeks naar de 'beste vijf' van auteurs en illustratoren. Met welke boeken groeiden ze op en met welke worden ze oud? Deze keer: schrijver en uitgever Hanne Luyten.
1. Monkie, Dieter Schubert
‘Ik heb het gevoel dat ik met de jaren introverter word, maar als kind was ik dat zeker niet. Ik was altijd druk bezig met de vriendinnetjes, onder andere in de Kinder- en Jeugdjury. Het hoogtepunt was sowieso de bekendmaking van de winnaars op de Boekenbeurs, waar we dan probeerden om een handtekening van Marc de Bel te scoren. Lezen stond voor mij dus gelijk aan puur plezier en nieuwe werelden ontdekken.’
‘Het was mijn mama die mij en mijn jongere zus overlaadde met boeken. Ze werkt nu al bijna veertig jaar in hetzelfde woon- en zorgcentrum, maar ergens in onze kindertijd schoolde ze zich bij tot bibliotheekmedewerker en werkte ze halftijds in de bib van Lier. Daarvan bracht ze keiveel mee, dat was fantastisch. Ons mama was ook niet verlegen om met stemmetjes voor te lezen of om zelf woorden te geven aan tekstloze boeken zoals Monkie. Die klassieker blijft een prachtige uitnodiging, vind ik, om met je kind een verhaal te maken en dus verbinding te creëren.’
‘Eigenlijk is het een triest relaas, want het jongetje – op wie mijn zoontje als kleuter echt leek – verliest zijn knuffelaap Monkie. De tekenaar toont hoe die ontvoerd wordt door een egel, in een rattenhol belandt, bedreigd wordt door een karper met tanden – ik weet nog dat ik die heel eng vond – maar uiteindelijk komt het goed.’
‘De prenten lijken misschien oubollig, maar zijn stuk voor stuk schilderijtjes, waarin je onder andere ziet hoe de seizoenen voorbijgaan. Dat heeft me beïnvloed als schrijver, want ik heb de neiging om te veel te vertellen, terwijl het zoveel waardevoller kan zijn om iets gewoon te tonen.’
“Het was mijn mama die mij en mijn jongere zus overlaadde met boeken. Ze werkt nu al bijna veertig jaar in hetzelfde woon- en zorgcentrum, maar ergens in onze kindertijd schoolde ze zich bij tot bibliotheekmedewerker en werkte ze halftijds in de bib van Lier.”
2. Wij gaan op berenjacht, Michael Rosen, ill. Helen Oxenbury, vert. Ernst van Altena
‘Monkie heb ik zo vaak aan mijn zoontje voorgelezen dat het boek me emotioneel blijft raken. Het zit thuis in onze boekenbak bij de titels die nooit weg mogen. Wij gaan op berenjacht hoort daar ook bij. Ik herinner me levendig hoe ons mama dat voorlas – de zinnetjes zitten nog woordelijk in mijn hoofd – en ik deed later hetzelfde voor mijn drie kinderen, lekker gesticulerend. Zelfs voor onzekere vertellers is dit prentenboek een topper, want je kunt gewoonweg niet onenthousiast “Zwiep zwiep zwiep” zeggen terwijl deze papa met zijn vier kinderen en hond op zoek gaan naar een heuse beer. Prikkelend, trouwens, dat er in dit jaren tachtig-boek geen mama te bespeuren is. Misschien is er zelfs een tweede papa, dat weten we niet.’
‘Hoe dan ook: als ze uiteindelijk een beer vinden, schrikken ze zo hard dat ze razendsnel terugkeren naar huis – een keigoed gevonden anticlimax, want dat is typisch voor kinderen: een enorm plan maken, tot het plots uit de hand loopt. Bovendien koos Michael Rosen voor zo’n leuke vertelvorm met herhalingen en cadans dat het boek vol beweging zit. Ik doe dat ook in mijn teksten; het moet vooruitgaan.’
‘Om zelf op berenjacht te gaan, ben ik wel te voorzichtig. Zeker met mijn kinderen neem ik geen risico’s. Ze mogen hun haar paars verven als ze dat willen, maar ik laat ze ’s avonds niet alleen naar huis fietsen; de oudste is nog maar veertien. Als echte boekenwurm was zij trouwens niet weg te slaan uit een prachtige winkel in San Francisco. Het was 2023, we reisden 5000 kilometer door Amerika, met ons vijf in een camper. Dat was ongelooflijk. Wel geen beren gezien…’
“Zelfs voor onzekere vertellers is dit prentenboek een topper, want je kunt gewoonweg niet onenthousiast “Zwiep zwiep zwiep” zeggen terwijl deze papa met zijn vier kinderen en hond op zoek gaan naar een heuse beer.”
3. Casper en Hobbes-reeks, Bill Watterson, vert. Maria Van Galen en Gerrit De Jager
‘Soms ben ik jaloers op mijn oudste omdat ze altijd fictie vindt die haar compleet meesleept. Ik pak nog elke dag boeken vast, maar altijd voor mijn kinderen of mijn vak. Hét ideale grotemensenboek heb ik jammer genoeg nog niet gevonden. Terwijl ik het in mijn lezingen op scholen altijd benadruk: lezen is een volwaardige, toffe hobby. Er lichten dan altijd een paar gezichtjes op.’
‘Even vreesde ik dat ik mijn twee jongsten – nu bijna tien en twaalf – niet “leesenthousiast” zou krijgen, maar dankzij de vrijheid om boeken te mogen kiezen, ontdekken ze nu bijvoorbeeld het toffe van strips. Onlangs had ik de Casper en Hobbes-reeks van mijn zus geleend en zag ik mijn zoon net zo gniffelen als ik als tiener deed. De anekdotes over dat nieuwsgierige, impulsieve jongetje en zijn fantasieknuffel Hobbes zijn zo herkenbaar en droogkomisch dat mijn zus en ik enorme fans waren. We noemden zelfs onze dalmatiër Hobbes.’
‘Vandaag bewonder ik vooral Watersons slimme vertelvorm: in prentjes waarin volwassenen aanwezig zijn, toont hij Hobbes als een statische knuffel, maar in scènes vanuit Caspers oogpunt wordt die een levensechte tijger. Er lopen dus twee verhaallijnen parallel en ze zijn allebei juist. Deze strips doorstaan ook beter de tand des tijds dan die van Jommeke of Kiekeboe. Vorige week botste mijn dochter in één daarvan op het n-woord. Ik heb haar uitgelegd dat we zulke kwetsende, racistische termen niet meer gebruiken, maar met die nuance erbij mogen mijn kinderen die strips wel blijven lezen. Ik vind het alleen maar heerlijk als ik ergens in huis op een berg gelezen albums stoot.’
“Even vreesde ik dat ik mijn twee jongsten – nu bijna tien en twaalf – niet “leesenthousiast” zou krijgen, maar dankzij de vrijheid om boeken te mogen kiezen, ontdekken ze nu bijvoorbeeld het toffe van strips.”
4. Harry Potter-reeks, J.K. Rowling, ill. Olly Moss, vert. Wiebe Buddingh
‘Iemand bij wie ik de kunst jammer genoeg niet meer van de kunstenaar kan scheiden, is J.K. Rowling. Met haar transfobe uitspraken blijft ze maar haat verspreiden – totaal onbegrijpelijk van iemand die in haar fictie net een veilige plek voor outcasts had gecreëerd. Harry woont in het begin van de reeks bij een familie die hem haat, zijn echte ouders zijn vermoord, maar op Zweinstein wordt hij aanvaard en vindt hij de framily die veel breder is dan bloedverwanten: zijn vrienden, de mensen van de Orde van de Feniks. Als tiener vond ik dat zo schoon! Ik moet nu nog altijd huilen als ik met Kerst de films herbekijk. Je wenst het toch iedereen toe dat ze compromisloos zichzelf mogen zijn? Dus toen Rowling precies dat gevoel van belonging afbrak, ging er voor mij heel veel van de magie vliegen.’
‘Het maakt dat ik haar reeks niet wil herlezen, terwijl ik echt met Harry ben opgegroeid. Toen het eerste boek uitkwam, was ik veertien, hij twaalf, en in de jaren daarna werden we samen volwassen. Dat verklaart volgens mij het enorme succes bij millennials. De verhalen gaan ook over echte mensen, met wie ik me deels kon vereenzelvigen, én ze zitten geniaal in elkaar. In boek één lees je details die pas in boek zeven op hun plaats vallen – heel knap.’
‘Rowling schreef ook een van de mooiste quotes ooit: Of course, it is happening inside your head, Harry, but why on earth should that mean that it is not real?Dat raakt voor mij aan de essentie van verbeelding: daarin mag je verzinnen wat je wil. Ik had er misschien mijn volgende tattoo van gemaakt, mocht Rowling niet zo megaproblematisch zijn geworden.’
“De verhalen gaan ook over echte mensen, met wie ik me deels kon vereenzelvigen, én ze zitten geniaal in elkaar. In boek één lees je details die pas in boek zeven op hun plaats vallen – heel knap.”
5. Meisjes, Lauren Ace, ill. Jenny Løvlie, vert. Kirsten Verhagen
‘Wat volgens mij de wereld kan redden, is authentieke verbinding, en ik ben altijd blij als ik die in boeken vind, zonder dat het er te dik op ligt. Bij mijn eerste, Het huis met de gele deur, ergerde het me heel erg dat mensen vroegen waarom het over twee mama’s ging. “Waarom niet?!”, dacht ik dan altijd. “Waarom vind je die inclusiviteit nog zo verrassend?” Ook met onze reeks over Wilma Wonder willen Noëmi (Willemen, illustrator, red.) en ik gewoon personages tonen zoals die bij onze kinderen in de klas zitten: in alle kleuren en maten.’
‘Net daarom vond ik het zo mooi toen ik in de bib Meisjes ontdekte, een respectvol, realistisch prentenboek over vier levensechte vriendinnetjes. Doorheen het boek worden ze volwassen, botsen ze al eens – dit is geen sugarcoated story – maar keren ze ondanks hun grote verschillen altijd terug naar de kern, namelijk hun oprechte vriendschap.’
‘Er wordt gemakkelijk gezegd dat vrouwen elkaar naar beneden halen of niet gemakkelijk samenwerken, maar ik heb dat nog nooit zo ervaren. Ik kan weleens jaloers zijn op wat een collega bereikt, maar kan me niet voorstellen dat ik het haar niet zou gunnen. Het doet me ook veel plezier dat ik een paar onvoorwaardelijke vriendschappen zonder “moetjes” heb. Sommige vriendinnen zie ik maar vijf keer per jaar, maar de intensiteit van onze band is er niet minder om. Ik zou hen eigenlijk een exemplaar van Meisjes cadeau moeten doen. Ik deed dat al vaak bij kinderen – met een boek zit je sowieso goed! – maar mijn volwassen besties verdienen ook dit sfeervolle, hoopvolle verhaal.’
“Meisjes ontdekte, een respectvol, realistisch prentenboek over vier levensechte vriendinnetjes. Doorheen het boek worden ze volwassen, botsen ze al eens – dit is geen sugarcoated story – maar keren ze ondanks hun grote verschillen altijd terug naar de kern, namelijk hun oprechte vriendschap.”
REEKS: De vijf
‘I read a book one day and my whole life was changed’, zei auteur Orhan Pamuk ooit. Dat boeken een impact kunnen hebben, ervaren veel lezers. Maar sommige beïnvloeden, sturen of bepalen zelfs je leven. Journaliste Katrien Steyaert peilt voor deze reeks naar de 'beste vijf' van auteurs en illustratoren. Met welke boeken groeiden ze op en met welke worden ze oud?