De leeswereld van Mekhitar Garabedian
'Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Mekhitar Garabedian, kunstenaar.
Kort geleden nam Mekhitar Garabedian een boek ter hand waarin veel bouwstenen van zijn eigen leven zijn vervat: Retreat Without Song van Shahan Shahnour, uit 1929. ‘Dat boek heeft een heel bijzondere status in de West-Armeense taal en cultuur’, zegt Mekhitar, die zelf Armeense roots heeft. ‘Shahnour is Istanbul ontvlucht na de genocide, richting Parijs. Retreat Without Song gaat over de ervaring van een Armeense fotograaf in een nieuwe grootstad.’
De Armeense genocide vond plaats tijdens de Eerste Wereldoorlog. In wat toen nog het Ottomaanse Rijk was, en later Turkije werd, waren de Armeniërs een minderheid. Wat begon met de arrestatie van de Armeense intelligentsia eindigde in de uitroeiing van anderhalf miljoen mensen. Zowel de grootouders van Mekhitar aan moeders kant als die aan vaders kant ontvluchtten de etnische zuivering. De éne naar Libanon, de andere naar Syrië. Zijn vader en moeder bouwden een generatie later eerst een leven op in Syrië - Mekhitar is geboren in Aleppo om dan te verhuizen naar Libanon en daar ook te vertrekken na uitbraak van de burgeroorlog. Mekhitar is vier jaar wanneer hij eerst in Antwerpen aankomt en finaal strandt in Gentbrugge.
‘Het boek van Shahnour gaat over taal en cultuur’ zegt hij. ‘Over nieuwe woorden, nieuwe ervaringen, over de combinatie van die Armeense achtergrond en de Parijse levensstijl. Het hoofdpersonage gebruikt Franse, Engelse en Turkse woorden doorheen het Westers Armeens. Die mix creëert een soort otherness, een vervreemding.’
“Nu lees ik in het Nederlands, Engels en af en toe in het Frans. Ik ben pas echt beginnen lezen dankzij de enthousiasmerende leerkrachten van het jezuïetencollege in Gent, denk ik.”
Het Laatste Nieuws
Thuis in Gentbrugge sprak hij Armeens, hoorde hij de Arabische muziek van zijn ouders en at hij gerechten uit het Midden-Oosten. Eens de deur uit wachtte Mekhitar Garabedian een andere wereld. Uit dat contrast is zijn kunstenaarschap gegroeid. Ooit schreef hij op de muren van het S.M.A.K een lijst fonetisch geschreven Armeense woorden. Zoals spasel, maz en shapreets: ‘Words, Recollected’ was een oefening in het herinneren van taal.
Het Nederlands leerde hij op school, Armeens sprak hij alleen thuis en dan vond hij ook de Frans- en Engelstalige kranten en magazines die vader las. Hij, internationaal exporteur van tweedehandskledij - eerst naar Libanon en Syrië, later naar landen als Benin en Ivoorkust, en nog later naar Pakistan - las Le Monde en The Times, las ook het sportnieuws in Het Laatste Nieuws, las Knack en hij las zijn kinderen voor uit Pietje Puk.
‘Zelf keek ik naar Franstalige tekenfilms op Club Dorothée’, zegt Mekhitar, ‘las de lyrics in de bijhorende boekjes van CD’s en zag de buurjongens stripverhalen lezen.’ Die melange aan talen kenmerkt zijn Leeswereld nog altijd. ‘Ik sprak alleen West-Armeens met mijn ouders, heb dus maar een beperkte woordenschat en een intuïtieve grammatica, maar ben nu aan het oefenen om mijn dochtertje van acht maanden oud voor te lezen uit Armeense kinderboeken. Het kunstwerk ‘fig a, a comme alphabet’ thematiseert dit leren van een taal. Nu lees ik in het Nederlands, Engels en af en toe in het Frans. Ik ben pas echt beginnen lezen dankzij de enthousiasmerende leerkrachten van het jezuïetencollege in Gent, denk ik. Mijn leesgeschiedenis vangt daar aan, met het bestuderen van de CD-boekjes.’
Vaderschap
‘Wat ik lees, wordt vaak bepaald door thema’s die in mijn persoonlijk leven opduiken. Toen mijn vriendin zwanger was las ik boeken als Vadertaal van Alejandro Zambra, maar ook Fugitive Feminism van Akwugo Emejulu en How to Mend: Motherhood and Its Ghosts van Oman Mersal. Ik was op zoek naar vrouwelijke perspectieven. Evengoed blijft mijn herkomst een blijvende bron van interesse. Libanon, Syrië, Armenië, het Ottomaanse Rijk,… daar blijf ik over lezen. Ik herinner me de stapels boeken naast het bed van mijn vader. Een daarvan was Pity the Nation: Libanon at War van Robert Fisk. Later heb ik het zelf gelezen en had ik steeds meer vragen voor mijn vader. Het blijft heel complexe materie. Ik lees graag essays, maar dus ook romans. Net zoals een thema als vader- en moederschap op mijn pad komt, kan ik me verliezen in het werk van één auteur. Zo las ik een boek van Kurt Vonnegut en vond het danig goed dat ik meteen het hele oeuvre wilde lezen. Dat overkwam me ook bij Don DeLillo en Anne Carson. En ook de boeken van Annie Ernaux trekken mijn aandacht.’
Sokkel
Mekhitar leest dus niet over vliegende schotels of verre planeten. Zijn Leeswereld is geënt op wat er buiten gebeurt. Hij is een betrokken kunstenaar die veelal vertrekt vanuit de eigen ervaring, maar die danig uitbeent tot het kunstwerk die ervaring overstijgt en reflecteert op onze samenleving. Zijn diasporageschiedenis is een blijvende bron aan verwondering, het is een lappendeken van culturen en geschiedenis, van woorden, van klanken, van ideeën, van beelden.
In het Antwerpse Stadspark gebruikte Mekhitar een tijd geleden nog een aloude klassieke sokkel, waar we traditioneel historische, stenen mannen op neerpootten, boven het volk verheven helden met lange baarden, die vanop de sokkel neerkijken op het volk. Mekhitar plaatste een afgietsel van samengeperste balen tweedehandskledij op zo’n sokkel, eerde zo zijn grootvader, die een voddenhandelaar was in Syrië, en zijn vader, en toonde aan hoe westerse tweedehandskledij decennia geleden nog een waardevol product was, maar hoe die markt is ingestort door goedkope productie van wegwerpkleding in lageloonlanden.
Bib
Centraal in zijn werk, en in zijn Leeswereld, is het idee van een persoonlijke bibliotheek. In het S.M.A.K. liet hij ooit een tekst in neon oplichten: ‘Ne parler qu’avec les mots des autres, c’est ce que je voudrais. Ce doit être ça la liberté, ontleend aan Jean Eustaches film ‘La Maman et la Putain’ (1973). ‘Ik ben een grote verzamelaar’, zegt Mekhitar. ‘Ik haal citaten uit boeken, kranten en magazines, houd ook objecten bij zoals kalenders en postzegels, videofragmenten, foto’s, enz. Dat is geen archief, omdat het dan doods wordt, maar wel een levendige verzameling. Als ik een uitnodiging krijg om iets te maken, dan is dat voor mij een uitnodiging om te graven in die verzameling, in die library, een woord dat vaak terugkomt in wat ik maak. Natuurlijk staan hier thuis boeken die ik nooit gelezen heb. Het hele oeuvre van Kafka heb ik staan, maar nog niet alles is gelezen. Maar er komt een moment dat je er naar grijpt. Daar dient een bibliotheek voor. Het is referentiemateriaal, voor wanneer ik het nodig heb. We bestaan als mens maar uit de anderen. Nous ne sommes que les autres. Het is de ontmoeting met de ander die ons vormt. Dat geldt ook voor boeken. Het ene verhaal leunt op het andere, neemt er uit over, bouwt erop verder. Daarom lees ik ook: om te begrijpen, te weten wie de ander is.’
“We bestaan als mens maar uit de anderen. Nous ne sommes que les autres. Het is de ontmoeting met de ander die ons vormt. Dat geldt ook voor de boeken. Het ene verhaal leunt op het andere, neemt er uit over, bouwt erop verder.”
REEKS: Leeswereld
‘Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks van Matthias M.R. Declercq over de rol van lezen, over schoonheid, over taal.