De leeswereld van Johan de Vos

'Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Johan de Vos, fotograaf.

door Matthias M.R. Declercq

‘Ik ervaar een sterk gevoel van eindigheid.’ Johan de Vos zegt het op een rustige, maar gedecideerde toon. ‘Als tachtiger wil ik alleen nog lezen wat ertoe doet.’ Marx doet er kennelijk toe. Niet Karl, maar zijn dochter Eleanor. En niet uit politieke overtuiging, maar uit interesse. ‘Ik ben erg geboeid door biografieën van vrouwen’, zegt Johan. ‘Eleanor Marx. Een leven van Rachel Holmes boeide mij van de eerste tot de laatste pagina. Zij deed erg veel research voor haar vader en had zo een grote impact op de samenleving. De twee hadden ook een goede band. In plaats van Das Kapital te lezen koos ik voor haar leven. Vrouwen zijn nochtans geen specifiek thema geweest in mijn leven.’ Even houdt Johan de Vos in. Zijn ogen vernauwen. ‘Wacht even, toch wel. Misschien komt het omdat ik vier zussen had en twee dochters heb, en mijn moeder als elfjarig kind verloor. Vrouwen zijn gecompliceerder dan mannen en een leven wordt interessant naarmate het complex wordt, toch?’

“Ik ben erg geboeid door biografieën van vrouwen. 'Eleanor Marx. Een leven' van Rachel Holmes boeide mij van de eerste tot de laatste pagina. Zij deed erg veel research voor haar vader en had zo een grote impact op de samenleving.”

Academie

Was Johan de Vos een politicus dan was hij al lang Minister van Staat. ‘Fotograaf’ lees je in de inleiding, maar een man als de Vos valt niet gebald in te leiden. ‘Auteur’ had ook gekund, of ‘directeur’ of ‘bemiddelaar’, maar hij weet als geen ander dat etiketten altijd te kort doen. Etiketten die hij anderen nooit opkleeft, daar is hij te veel mens voor, deze in Sint-Niklaas aangespoelde Bruggeling. Fotografie is zijn passie, maar hij stond ook jarenlang aan het hoofd van de Stedelijke Academie voor Schone Kunst in Sint-Niklaas, schreef duizenden artikels over fotografie voor De Morgen, De Standaard, Knack, de Volkskrant… Hij werkte voor radio en televisie, bracht twaalf boeken uit -waarvan de helft over fotografie- en noch is het leven niet begrepen en blijft hij het onderzoeken, kneden, draaien, als was het Rubiks kubus. ‘Ik heb iets met het leven en de dood. Maar ik ben nog niet klaar en al willen mijn ogen niet goed meer mee: ik blijf lezen. Ik moet. Ik wil wat er gebeurt niet loslaten.’

“Ik heb iets met het leven en de dood. Maar ik ben nog niet klaar en al willen mijn ogen niet goed meer mee: ik blijf lezen.”

Schaevers

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Thuis in Brugge hadden wij drie boeken’, zegt Johan. ‘Het eerste boek was een noveen, zo’n negendaags gebed om iets te bekomen, het tweede boek ging over een groepje marktkramers uit Roeselare en het derde boek had letterlijk betrekking op mij: dat ging over de gevaren der vruchtafdrijving. Ik ben een achterkomertje. De pastoor gaf mijn ouders dat boek in handen, opdat ze de zwangerschap niet zouden afbreken.’

Een slagerszoon met een brilletje, dat is Johan de Vos. Zijn vader was een playboy-achtige beenhouwer die later vegetariër werd. Zijn moeder stierf al vroeg aan kanker en Johan wilde toneelregisseur worden. ‘Het woord naar het podium brengen. Dus las ik heel veel theaterstukken.’ Ibsen bijvoorbeeld, Tsjechov, Shakespeare.’ Die werken las hij op de trein naar Schaarbeek, waar hij aan het Sint-Lucasinstituut alsnog voor beeld koos. Niettemin is het woord nooit verdwenen uit het leven van Johan de Vos. Hij werd fotograaf, maar hij schreef vooral over fotografie, over de effecten van beelden op mensen. De taal was zijn gereedschap om een beeld te demystificeren. Te tonen wat je als kijker ziet. 

“Als tiener las ik de verboden boeken van de index gewoon in de bibliotheek, tussen de rekken. En hoewel ik zeker veel fictie heb gelezen, lag de opkomst van non-fictie me goed.”

‘Ik ben ook altijd blijven lezen, maar ik ben een onconventionele lezer. Als tiener las ik de verboden boeken van de index gewoon in de bibliotheek, tussen de rekken. En hoewel ik zeker veel fictie heb gelezen -De gebroeders Karamazov (van Dostojevski) maakte een diepe indruk op me-, lag de opkomst van non-fictie me goed. De boeken van Annie Ernaux, Pascal Verbeken en Chris De Stoop zijn goede voorbeelden. De Stoop is iemand die ik bewonder, ook als mens. Laatst las ik ook De levens van Claus, de biografie van Mark Schaevers over Hugo Claus. Schaevers is een goede vriend, onze absolute weldoener. Ik heb die biografie in één keer uitgelezen. Dat boek is overigens deels geschreven in ons gewezen huis in de Franse Ardennen.'

Cleveland

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Schaevers bleek een sleutelfiguur in het leven van Johan. Toen hij zelf begon te publiceren in de jaren tachtig was die man zijn eerste eindredacteur. Johan onderzoekt wat hij ziet en wat we niet willen zien, en aarzelt niet om het op te nemen voor de underdog. Zo sprak hij al honderden asbestslachtoffers en bracht een biografie uit van de onbekende Christiane Thijs, die overleed in ’88. Ze was maar 45 jaar oud. Als meisje waste ze de kleren van haar vader die in de asbestfabriek in Sint-Niklaas werkte. Toen Charleroi werd weggezet als lelijkste stad ter wereld ging hij er rondwandelen en sprak meer dan honderd Carolo’s. Hij vroeg hen maar één ding: wat betekent ‘schoonheid’ voor u? 

Zijn meest opvallende werk is misschien wel Godelieve van Amerika, over een van zijn eigen zussen. ‘Ik heb haar in heel mijn leven maar 4 keer gezien. Op haar vijftiende schreef ze mijn ouders een brief. Ze wilde zo snel mogelijk naar het klooster, om kinderen te dopen, opdat ze niet in de hel zouden belanden. Ze is vertrokken naar Cleveland (Ohio) in de Verenigde Staten en trok zich terug in het allerstrengste klooster van de VS. Per jaar mocht ze maar drie uur bezoek ontvangen. Ik heb ze daar bezocht. Ze zat niet alleen achter tralies, maar ook achter een doek. Ook op haar sterfbed heb ik haar gezien en na zoveel jaar begrijp ik het nog altijd niet goed. Dat is de basis: het niet begrijpen. Ik vraag aan de lezer of die er iets van begrijpt.’

Bemiddelaar

In een eerdere aflevering van deze reeks, zegt Sulaiman Addonia dit: ‘Lezen is je ook op straat begeven, mensen bekijken, mensen lezen, bomen lezen, de wereld in de ogen kijken.’ Evengoed was het een citaat van Johan de Vos. Hij heeft wat Spinoza ‘de derde kennis’ noemt, naast de zintuigelijke ervaring en de rationele overwegingen is dat het geheel der dingen zien, de intuïtieve kennis waarvan je niet eens weet dat je ze hebt. Het is waarom hij na een lang leven als auteur en directeur alsnog bemiddelaar werd. Na zijn pensioen volgde hij een opleiding aan de UGent. ‘Dat was een grote kentering in mijn leven. Nog altijd ga ik langs bij gezinnen in moeilijkheden. Plekken waar het soms fout loopt voor kinderen. Daar zit ik dan bij, tussen de ouders en het kind, om te luisteren en te helpen, als het kan. Ook in die wereld van misbruik en alcoholisme vond ik veel liefde. Ik voel een soort gretigheid in me. Meer dan ooit voel ik een appetijt naar de basis. Ik onderschrijf wat Addonia zegt: de wereld in de ogen kijken.’

“Nog altijd ga ik als bemiddelaar langs bij gezinnen in moeilijkheden. Plekken waar het soms fout loopt voor kinderen. Daar zit ik dan bij, tussen de ouders en het kind, om te luisteren en te helpen, als het kan. ”

REEKS: Leeswereld

‘Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereldeen interviewreeks van Matthias M.R. Declercq over de rol van lezen, over schoonheid, over taal.

Mis niets van Iedereen Leest