Voorleesbuddy Milan leest voor in een woonzorgcentrum

‘Word jij mijn voorleesbuddy?’ Dat is de slogan die dit jaar centraal staat tijdens Voorleesweek. Want wat zijn we zonder de vele ouders, leerkrachten, kinderbegeleiders, vrijwilligers en vrienden die hun liefde voor het lezen delen? In deze reeks vertellen enkele buddy’s over hun drijfveren, de mooie verhalen die ze tegenkomen en de sterke band die voorlezen smeedt. Deze aflevering: Milan Lambrecht, die tweewekelijks gaat voorlezen in woonzorgcentrum Senior City in Gent. 

door Maya Toebat
© Michiel Devijver | Iedereen Leest
© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Het was een fijne sessie. Achteraf kwam de ergotherapeute zelfs naar mij toe om te vertellen dat de ouderen in de lift nog druk aan het discussiëren waren over de teksten. Het maakt wel iets los.’ Milan Lambrecht vertelt over zijn tweewekelijkse voorleesmoment in Senior City in Gent wanneer ik hem de dag nadien spreek.

Zo’n twee jaar geleden begon hij voor te lezen in het woonzorgcentrum, nadat hij een cursus ‘samenlezen’ volgde bij Het Lezerscollectief. Nochtans was hij in het begin niet honderd procent enthousiast. ‘Ik ging het gewoon eens proberen, want een woonzorgcentrum sprak me niet heel erg aan’, vertelt hij. ‘Ik was nog nooit op zo’n plek geweest, dus het voelde vreemd om daar binnen te gaan. Bovendien vreesde ik dat de drempel hoger zou liggen om met een groep oudere mensen te spreken, omdat ik dacht dat ze meer gesloten zouden zijn en minder flexibel om na te denken over literatuur. Onzin natuurlijk. Ik leer veel bij over de linken die zij liggen in de tekst of de boodschap die zij eruit halen. Vanaf de eerste keer wist ik dat ik terug wou gaan.’

Vliegen naar Miami

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

In een sessie van maximum een uur zit Milan met een vijftiental deelnemers samen rond twee teksten, meestal een kortverhaal en een gedicht. Volgens de methode van Samenlezen deelt hij de teksten uit, waarna hij die voorleest. Sommige bewoners volgen de tekst, anderen laten die op tafel liggen en luisteren alleen. Tussendoor is er ook tijd voor koffie, koekjes en een gesprek over de tekst om het gezellig en laagdrempelig te houden.

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Ik kies altijd een kortverhaal en een gedicht die op een manier gelinkt zijn’, vertelt Milan. ‘Gisteren waren dat twee teksten van Toon Tellegen, waarin herinneringen een rol spelen. Het kortverhaal “Vleugels” ging over een grootvader die verhalen vertelt aan zijn kleinzoon en in het gedicht “Ik wou” wil iemand terugkeren op zijn levenspad om andere keuzes te maken.’ Het zijn vooral die verwijzingen naar vroeger die de groep triggeren. ‘Sommigen vertelden hoe tevreden ze waren met hun levensloop, al waren er ook mensen die graag een ander pad bewandeld hadden. Het kortverhaal deed een vrouw dan weer verlangen naar vleugels om naar haar kleinzoon in Miami te vliegen. Daar praat ze vaak over. Ze vindt altijd een manier om het verhaal aan dat thema te koppelen.’ (lacht)

Gehoord worden

“Hier wordt er naar hun verhaal geluisterd, wat een positief effect heeft op hun welbevinden. Ze kunnen hun hart luchten en vertellen over iets waarover ze bijna nooit spreken. ”

Hoewel Milan enkele vragen voorziet om het gesprek op gang te brengen, beginnen de deelnemers er vaak zelf over. Voor sommigen is het zelfs de reden dat ze komen: om hun verhaal te delen. ‘In de samenleving hebben mensen, zeker ouderen, vaak het gevoel dat ze er niet toe doen’, merkt Milan. ‘Hier wordt er naar hun verhaal geluisterd, wat een positief effect heeft op hun welbevinden. Ze kunnen hun hart luchten en vertellen over iets waarover ze bijna nooit spreken. Dat werkt therapeutisch.’

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

Die persoonlijke, soms emotionele, verhalen komen naar boven dankzij de geborgenheid, de gezellige sfeer met koffie en koekjes en de veilige basis van de tekst, meent Milan. Naar die tekst probeert hij dan ook regelmatig terug te keren. ‘Ook dat werkt helend. “Bedankt dat je je verhaal gedeeld hebt en nu gaan we door”, zeg ik dan, “nu lezen we verder.”’ De tekst als leidraad helpt bovendien om de sfeer luchtig te houden en ervoor te zorgen dat het niet over één persoon begint te gaan. ‘Die verbinding binnen de groep is een belangrijk onderdeel van het voorlezen. De eerste keer dat ik ging voorlezen, kenden deelnemers elkaar niet zo goed, maar via de tekst vonden ze aanknopingspunten om over te praten. Achteraf bleven ze zitten om verder te praten en iemand ging zelfs snel naar haar kamer om twee boeken te halen. Nog steeds gaan de deelnemers vaak samen naar de cafetaria om na te praten.’

Lievelingsgedicht

Ook deelnemers die niets zeggen hebben veel deugd van de sessies. ‘De groep is vaak heel gemengd. Zo komt er een man van 101 die nog heel helder is, maar zijn er ook deelnemers die wat afdwalen of zich op de achtergrond houden. Ook door te luisteren kunnen ze elkaar vinden in verdriet of andere emoties, die anders niet snel naar boven komen. Verder genieten zij van het rustgevende effect dat voorlezen heeft.’ Milan herkent die ervaring. Als kind werd hij veel voorgelezen, zowel door zijn mama als papa. ‘Ik herinner mij de verhalen niet, maar wel de geborgenheid en gezelligheid. Dat zijn gevoelens die heel positieve effecten hebben, ook op oudere mensen.’

Uit het voorlezen haalt hij eveneens voldoening. ‘Gisteren had ik eerlijk gezegd niet veel zin om te gaan omdat het zo druk is op het werk. Maar zodra ik ga neerzitten, krijg ik zoveel energie van de deelnemers. Verder vergeet ik snel hoeveel jaren er tussen ons zitten. Uiteindelijk zijn onze basisemoties hetzelfde. Ook zij zijn nog steeds veel bezig met liefde.’

“Ik vergeet snel hoeveel jaren er tussen de deelnemers en mij zitten. Uiteindelijk zijn onze basisemoties hetzelfde.”
© Michiel Devijver | Iedereen Leest

Hij heeft zijn beeld van de oudere generatie al herhaaldelijk moeten bijstellen. Ook individuele deelnemers hebben hem al sterk verrast. Zo is er Roger, die vanuit zijn wetenschappelijke achtergrond niet erg in verhalen gelooft. ‘Verzinseltjes’ noemt hij het, en toch is hij elke sessie aanwezig. ‘Op een keer kwam ik toe met een gedicht dat hem, dacht ik, wel kon prikkelen.’ Dat was ‘Afstand’ van Dorien de Wit, wat begint als volgt: ‘Massa is een natuurkundige grootheid / die met traagheid samenhangt’. ‘Een van de regels is “Ik kijk naar de foto waarop wij ver weg zijn”, wat ik had geïnterpreteerd als een reisfoto. Roger zag er echter meteen een foto in van hem en zijn vrouw, die al lang dood is. Hij spreekt daar bijna nooit over, maar achteraf zat hij met tranen in zijn ogen en vroeg of hij het gedicht mocht inkaderen op zijn kamer. Dat was een mooi doorbraakmoment. Door zijn interpretatie is het een van mijn lievelingsgedichten geworden.’



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest