Voorleesbuddy Kim leest voor in een opvangcentrum voor asielzoekers
‘Word jij mijn voorleesbuddy?’ Dat is de slogan die dit jaar centraal staat tijdens Voorleesweek. Want wat zijn we zonder de vele ouders, leerkrachten, kinderbegeleiders, vrijwilligers en vrienden die hun liefde voor het lezen delen? In deze reeks vertellen enkele buddy’s over hun drijfveren, de mooie verhalen die ze tegenkomen en de sterke band die voorlezen smeedt. Deze aflevering: Kim Bogaerts, die gaat voorlezen in het opvangcentrum van Fedasil in Broechem.
door Maya Toebat
‘Assistent Kim komt voorlezen’, het gerucht verspreidt zich als een lopend vuurtje in het opvangcentrum van Fedasil in Broechem. Er komt een hoofdje om de hoek kijken. Nog een paar jongens wandelen naar binnen en een meisje vindt zelfs op haar rolschaatsen de weg naar de voorleeshoek in de K-blok. Het is Aïsha, een trouwe luisteraar: ‘In het centrum is er niet zoveel te doen, dus als ik hoor dat er iets in de K-blok zal gebeuren, ben ik blij. Hier mogen we altijd leuke dingen doen.’
Een zevental kinderen zet zich voor de kast van de kamishibai waar zo dadelijk een verhaal zal verschijnen. Om het verteltheater te openen is er nog één ding nodig: een toverspreuk. In koor zeggen de kinderen vrijwilliger Kim Bogaerts na: ‘Kamishibai, kamishibai, we zijn er allemaal. Kamishibai, kamishibai, vertel ons je verhaal.’ Van achter de deurtjes komen de prenten tevoorschijn. Twee jonge meisjes kruipen dichterbij en kunnen bijna niet van de tekeningen afblijven. Ze zien een spook. ‘Hoe zeg je dat in het Arabisch?’, vraagt Kim. Een iets ouder kindje vertaalt zodat ook de rest van de groep mee is. Terwijl Kim verder vertelt, lopen er kinderen binnen en buiten en rolt Aisha geregeld door de zaal om van plek te veranderen.
Google
‘Als ik hier kom voorlezen, moet ik me flexibel opstellen’, lacht Kim. Sinds twee jaar komt ze regelmatig voorlezen in Broechem. Vroeger las ze elke avond voor aan haar kinderen. Zelfs een klepper als Harry Potter was niet te dik voor dat slaapritueel. Toen haar kinderen tieners werden en minder openstonden voor voorlezen, kon Kim het voorlezen niet loslaten. Daarom ging ze op zoek naar een nieuw publiek. ‘Ik googelde “vrijwilligerswerk voorlezen” en kwam uit bij De Verhalenweverij (een vzw die leesbevordering voorziet voor kansengroepen, red.). Sindsdien organiseer ik samen met de andere vrijwilligers van de Verhalenweverij voorleessessies in het opvangcentrum. In de zomer was ik hier ook elke donderdag om mee activiteiten te begeleiden voor de kinderen.’
De namiddagen met de Verhalenweverij hebben taal als prioriteit en volgen een vast stramien. Eerst is er de kamishibai, dan kunnen de kinderen afzonderlijk in boeken kijken, ze krijgen een koekje en tot slot mogen ze een knutselwerk maken in het thema van het verhaal. ‘Sommige kinderen zijn echt geboeid door de verhalen’, merkt Kim. ‘Bij kleinere kinderen of kinderen die nog geen Nederlands kennen, is het niet zozeer het verhaal dat belangrijk is, maar wel samen kijken in een boekje. Eerst wekken we nieuwsgierigheid door naar de kaft te kijken. Daarna is het al een hele stap om pagina per pagina om te slaan. Elke prent biedt inspiratie om iets te vragen of te vertellen. Eenvoudige zaken zoals mama, papa, kleuren, dieren, fruit... zijn dankbare onderwerpen.’
Over talen heen
Intussen staat er al een nieuw verhaal in de kamishibai: Ben je bang in het bos, Grote Wolf? van Jan De Kinder. ‘Wie zou er daar bang worden?’, vraagt Kim. ‘Ik niet,’ antwoordt Aisha, ‘dat gaat echt leuk worden.’ Kim doet een wolf na en de kinderen huilen mee: ‘Woeeee’. Aan de wiebelende stoelen valt wel te zien dat twee boeken de aandachtsspanne maar net omvatten. Als de groep even later verplaatst naar de grote tafel om te kleuren is de vreugde dan ook groot. Er druppelen meteen nog kinderen naar binnen. De twee zusjes Alqima en Asma bijvoorbeeld, die naar de stapel boeken op tafel grijpen en op Kims schoot klimmen. ‘Voorlezen met de kamishibai is een soort magische voorstelling’, zegt Kim. ‘Als ik één-op-één voorlees, merk ik dat kinderen meer gezelligheid komen zoeken. Ik kan dan meer op maat werken. Als ik weet dat een kindje niet zo goed Nederlands spreekt, laat ik het bijvoorbeeld tellen of iets aanduiden.’
“Voorlezen met de kamishibai is een soort magische voorstelling. Als ik één-op-één voorlees, merk ik dat kinderen meer gezelligheid komen zoeken. Ik kan dan meer op maat werken. ”
Taal blijkt een belangrijk maar ook heel creatief middel. In het Turks, Engels, Arabisch of Nederlands vinden de kinderen hun weg om met elkaar en met Kim te communiceren. Samen met volwassenen maakte de Verhalenweverij ook een meertalig kamishibaiverhaal in het Nederlands, Arabisch en Engels, naar een Palestijns volksverhaal. Fernando, een bewoner van het centrum in Broechem, voorzag de illustraties en Marann, de zus van Aisha die ook rond de tekentafel zit, las het enkele maanden geleden voor op een toonmoment.
Haar mama loopt net naar binnen om de tekeningen van haar dochters te bewonderen. ‘Ik heb niet veel contact met de ouders,’ vertelt Kim, ‘maar degenen die ik zie, zijn heel dankbaar. Zo kwam ik vorige zomer naar het centrum, maar bijna alle kinderen waren op uitstap. Er waren alleen twee nieuwe kindjes die de dag voordien waren toegekomen. We keken in heel eenvoudige boekjes en speelden jenga en memory. In beperkt Engels en met hulp van Google Translate vroeg de mama of er elke dag zo'n activiteit voor de kinderen was. Het was duidelijk dat ze het apprecieerde. Ze zag dat de kinderen het leuk vonden en zelf had ze even tijd om zich te installeren.’
Kind zijn
Ook Kim zelf haalt veel voldoening uit de voorleessessies. ‘Een knuffel van de kinderen, hun enthousiasme, spontaniteit en eerlijkheid geven me energie. Het is telkens een stimulans om voor de volgende sessie op zoek te gaan naar een thema dat hen boeit.’ Het leven in een opvangcentrum is vaak moeilijk voor de kinderen. Net daarom vindt ze het zo belangrijk dat de kinderen in opvangcentra, naast alles wat ze meemaken, ook gewoon kind zijn. ‘Ze hebben dezelfde basisbehoeften: spelen, leren, zich gewaardeerd voelen, samen zijn... Zij kunnen misschien nog niet allemaal goed stil zitten en aandachtig luisteren, maar dat is net de uitdaging: als de twee grootste druktemakers zich in een zitzak nestelen met een boek, dan weet je dat het zinvol is.’
“De kinderen in het opvangcentrum hebben dezelfde basisbehoeften: spelen, leren, zich gewaardeerd voelen, samen zijn... ”
Deel dit artikel: