Voorleesbuddy Caroline Van Holme gaat lezen in gevangenissen
‘Word jij mijn voorleesbuddy?’ Dat is de slogan die centraal stond tijdens Voorleesweek 2023. Want wat zijn we zonder de vele ouders, leerkrachten, kinderbegeleiders, vrijwilligers en vrienden die hun liefde voor het lezen delen? In deze reeks vertellen enkele buddy’s over hun drijfveren, de mooie verhalen die ze tegenkomen en de sterke band die voorlezen smeedt. Deze aflevering: Caroline Van Holme, die voorleest tijdens samenleesgroepen in enkele gevangenissen.
door Maya Toebat
De eerste keer dat Caroline de kracht van voorlezen ervaarde, was tijdens de les Nederlands. Als leerkracht in het BSO had ze het geluk een klas te treffen die heel graag las, maar voorgelezen worden, vonden ze nog leuker. En dus las Caroline enkele weken voor uit hetzelfde boek. ‘Door het verhaal voor te lezen werd er achteraf meer over gepraat’, zegt ze. ‘Het leefde meer onder hen.’
Een hele tijd later las ze in de krant een interview van Jane Davis, de grondlegger van de methodiek rond samenlezen. Het was exact dat wat Caroline ook wou doen, maar voordien nog niet onder woorden kreeg: samenlezen, als een samengestelde van haar passies voor lezen en dingen delen met anderen. Toen ze de oproep voor de opleiding ‘Samen Lezen’ van Het Lezerscollectief zag, twijfelde ze dan ook geen seconde. Er was slechts één probleem: je moest je inschrijven vanuit een organisatie en die had Caroline niet. Gelukkig bleef haar naam (en enthousiasme) hangen bij Het Lezerscollectief, want even later kreeg ze de vraag of ze de opleiding wilde volgen als vrijwilliger bij de Rode Antraciet, de vzw die een aanbod van cultuur en sport in Vlaamse en Brusselse gevangenissen voorziet. ‘Dat zag ik meteen zitten’, zegt ze. ‘Vraag me niet waarom, maar eerder, toen ik stopte als leerkracht, had ik al overwogen om cipier te worden.’
Zoektocht naar de juiste tekst
Intussen begint Caroline aan haar negende jaar als leesbegeleider. Dat doet ze in de gevangenissen van Oudenaarde, Gent en bij de ouderenafdeling (WOUW) in Brugge. Regelmatig gaat ze ook samenlezen met anderstaligen of in het psychiatrisch ziekenhuis in Pittem. Het is haar op het lijf geschreven. ‘Ik ben altijd aan het lezen’, vertelt ze. ‘Als het ene boek uit is, begin ik aan het volgende. Via boeken kan je de levens van anderen meebeleven. Als kind waren dat de fantastische avonturen van hoofdpersonages zoals Pietje Puk. Nu grijp ik eerder naar psychologische romans, waarin je de personages ziet evolueren. Die verhalen bieden herkenbaarheid, maar altijd haal ik er ook nieuwe inzichten uit, over hoe je kunt omgaan met moeilijke situaties bijvoorbeeld.’
“Meestal kies ik een kortverhaal en een gedicht. Die kunnen spanning bevatten of avontuur, nostalgie… zolang er maar stof in zit om over te spreken. Bovendien moeten de teksten verschillende soorten lezers aanspreken.”
Dat verhalen als levenslessen kunnen dienen, wil ze ook tonen aan anderen. Daarbij is het altijd een zoektocht naar de juiste tekst, want de verhalen in de Samenleessessies reiken verder dan haar interesses. Het is niet belangrijk wat zij wilt lezen, maar wat de deelnemers kan boeien. ‘Meestal kies ik een kortverhaal en een gedicht. Die kunnen spanning bevatten of avontuur, nostalgie… zolang er maar stof in zit om over te spreken. Bovendien moeten de teksten verschillende soorten lezers aanspreken. Er komen zowel veellezers naar de bijeenkomsten als mensen die denken dat lezen niets voor hen is, maar er toch eens van willen proeven en achteraf vaak hun mening bijstellen.’
Voorlezen is delen
Elke sessie begint met een luchtig babbelmomentje, waarna Caroline de tekst uitdeelt en die stuk voor stuk voorleest. ‘Voorlezen is daarbij cruciaal,’ knikt ze, ‘want daardoor creëer je een gezamenlijke beleving. Als iedereen in stilte zou lezen, wordt het moeilijker om daarna het woord te nemen.’ Als iemand de tekst luidop is blijven lezen, is de drempel om de stilte te doorbreken en je gedachten te delen minder groot. ‘Natuurlijk kan ik op voorhand nooit garanderen dat de gesprekken vlot zullen verlopen’, geeft ze toe. ‘Maar na een paar keer samen te komen met dezelfde groep, merk je dat het vertrouwen groeit om iets te durven delen.’
Die gesprekken verrassen haar elke keer. ‘Hoe goed ik de tekst ook ken, soms stoot een deelnemer op een element in de tekst dat ik zelf nog niet opgemerkt had. Zo lazen we een tijd geleden het kortverhaal “Lola” van Annelies Verbeke, over een vrouw die bevriend raakt met een stier. Daarbij interpreteerde iemand het einde op een totaal andere manier dan ikzelf, wat een nieuwe wending gaf aan het verhaal.’
Ontsnappen
De tekst is het vertrekpunt, maar de gesprekken die eruit volgen zijn minstens even waardevol. ‘Ik merk dat je via zo’n kortverhaal sneller de weg vindt naar diepe gesprekken. Achter de veilige buffer van een personage kunnen de deelnemers ook over zichzelf dingen kwijt. Nu, er komen niet altijd heel persoonlijke verhalen naar boven, hoor. De tekst kan ook associaties of kleine herinneringen oproepen, bijvoorbeeld aan iemands buurvrouw.’
‘Het feit dat de deelnemers even kunnen spreken over andere onderwerpen dan het typische geklets in de gevangenis doet al heel veel’, gaat Caroline verder. Als ze de gevangenismuren niet fysiek kunnen overstijgen, kunnen ze dat op zijn minst mentaal proberen. ‘Een deelnemer in Brugge zei het laatst nog: “Elke week volgen we hier dezelfde routine met dezelfde mensen. Dankzij het Samenlezen word ik daar even uit getrokken. Dat doet goed.”’ Er is nog een reden waarom Samenlezen zo waardevol is in de gevangenis: '24 op 7 zitten de gedetineerden in hun cellen zonder andere perspectieven. Door samen te komen om te lezen en te praten leren ze hun eigen oordeel uitdrukken en respect hebben voor de interpretatie van de ander.’
Deel dit artikel: