Verhalendokter Inge Umans leest voor in het ziekenhuis
Voorleesbuddy’s zijn onmisbaar. Want wat zijn we zonder de vele ouders, leerkrachten, kinderbegeleiders, vrijwilligers en vrienden die hun liefde voor het lezen delen? In deze reeks vertellen enkele buddy’s over hun drijfveren, de mooie verhalen die ze tegenkomen en de sterke band die voorlezen smeedt. Deze aflevering: Inge Umans, die gaat voorlezen aan zwaar zieke kinderen in het UZA.
door Maya Toebat
Diep getroffen door het verlies van haar zoontje Dalton aan kanker besloot Margot de Group, om iets terug te doen. Ze richtte de vzw ‘Kleine Tijger’ op om een lichtpuntje te zijn in het leven van zwaar zieke kinderen. Door culturele activiteiten aan te bieden in het ziekenhuis, laat ze de kinderen hun ziekte even vergeten tijdens een moment van ontspanning en creativiteit. Zo kunnen ze hun blik op de wereld verruimen en tegelijkertijd hun binnenwereld verkennen en delen via creatieve expressie.
Een van de initiatieven van De Kleine Tijger is de Verhalendokter. Daarvoor kwam leesbevorderaar Inge Umans in beeld. Elke donderdagvoormiddag bezoekt zij chronisch en zwaar zieke kinderen op de oncologie-afdeling in het UZA (Universitair Ziekenhuis Antwerpen). Tijdens haar ‘spreekuur’ trakteert ze hen op een interactief voorleesmoment. Vandaag is dat niet anders. Nog voor Inge goed en wel opgestart is, komt de jonge Fenna al naar binnen gewandeld. ‘Ik wil een verhaaltje!’, zegt ze energiek. Wanneer Inge de kamishibai bovenhaalt, worden haar ogen pas echt groot. Nieuwsgierig kijkt ze mee naar wat het personage in Karretje vol allemaal laat vallen. Ze zit zo in het moment dat ze haar zusje Oona, die al kruipend ook even komt kijken, zelfs amper opmerkt.
Leeskriebels
Voorlezen zet de tijd op pauze. Tijdens het verhaal zijn de woorden het enige dat telt. Dat zal ook blijken uit de volgende voorleesmomenten. Met een magisch karretje gevuld met boeken wandelt Inge van kamer tot kamer. ‘Soms blijf ik 10 minuten binnen, soms een uur, afhankelijk van de behoefte van de kinderen’, zegt ze. ‘Want zij staan centraal. Ook het boek mogen ze zelf uitkiezen. Dat is een uitdaging omdat er elke week andere kinderen zijn en ik vooraf niet kan inspelen op hun interesses. Ik neem dus een ruime collectie mee en improviseer op het moment.’
Bij de 16-jarige Lianka wordt het Er was misschien eens van Kamiel Debruyne, met 20 verhalen die waargebeurd zijn, of niet… Zelf houdt Lianka niet zo van lezen, zegt ze vooraf, maar met het verhaal over de koninklijke geit William Windsor I is ze helemaal mee. ‘Als je wil, laat ik het boek hier. Dan kan jij verder lezen’, stelt Inge voor, waarop Lianka met plezier instemt. Zelfs een gedicht om af te sluiten kan er nog vlot bij. Als leesbevorderaar kan Inge alleen maar genieten van zo’n interactie. ‘Waar ik kan, probeer ik ook de ouders te betrekken. En vaak laat ik boeken achter in de kamer. Als Verhalendokter bied ik alleen een interactief voorleesmoment, zonder naverwerking. Maar het liefst wil ik natuurlijk dat extra druppeltje nalaten.’
Zelf acteren
Ook in de kamer van kleuter Hosseia brengen boeken veel vreugde. Hij neemt ze zelf uit Inges kistje en begint ze alvast voor te lezen in zijn eigen taaltje. Ook de kamishibai heeft succes, met Inge als verteller en Hosseia als acteur, die alle personages vol enthousiasme uitbeeldt. Zijn ouders hebben een brede lach op hun gezicht. ‘Ik duik mee in het hier en nu van de kinderen en hun ouders’, zegt Inge, wanneer ze vijf boekjes later weer de kamer uit komt. ‘Bovendien hebben artsen en verpleegkundigen zo even een zorg minder.’ Die voldoening komt van twee kanten, benadrukt ze. ‘Ik geef normaal vormingen, lezingen en workshops waarbij ik mensen inspireer om voor te lezen, maar ik zie niet het uiteindelijke resultaat. Hier kan ik een zaadje planten bij de kinderen en zie ik dat meteen openbloeien. Dat is heel fijn, hoe moeilijk het soms ook is. Wanneer ik hoor dat een kind palliatief is, komt de realiteit weer hard binnen. Daarom sluit ik me daar bewust wat voor af. Mijn taak is om kinderen via verhalen mee te nemen naar een andere wereld.’
“Ik geef normaal vormingen, lezingen en workshops waarbij ik mensen inspireer om voor te lezen, maar ik zie niet het uiteindelijke resultaat. Hier kan ik een zaadje planten bij de kinderen en zie ik dat meteen openbloeien.”
Bij de 6-jarige Hedda lukt dat als geen ander. Ze is pas aangekomen in het ziekenhuis, haar mama heeft haar handen vol met een babytweeling en even later wandelen ook haar broertje Odin en haar vader in en uit de kamer. Maar Hedda zelf zit gekluisterd aan de kamishibai. Met open mond luistert ze naar verhalen over kippen, heksen en feeën, en schapen die in bomen wonen. In een situatie vol onzekerheid, biedt het verhaal een constante: een moment van ontspanning, verbinding en verbeelding. Zo wordt het ziekenhuis, al is het maar voor even, een plek waar verhalen tot leven komen en waar dromen kunnen vliegen.
Deel dit artikel: