In het atelier van Kathleen Amant

Hoe ziet de werkruimte van illustratoren eruit? Wat zijn hun rituelen, talismannen en eigenaardigheden? Waaruit putten ze inspiratie en hoe komen ze tot hun beste werk? Journaliste Katrien Steyaert mag binnenkijken in hun ateliers en in hun creatieve geesten. Michiel Devijver maakt er foto’s bij. Deze keer: op bezoek bij illustrator Kathleen Amant in Lede.

door Katrien Steyaert - foto's: Michiel Devijver
© Bente Pompen

Speelgoedpistolen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Maandag vind ik de mooiste dag van de week, want dan liggen er nog vijf dagen om te werken voor mij. Al voelt het nooit als werken, want scheppen is waarnaar ik al mijn hele leven hunker. Van niets iets maken: het is echt waar ik mijn levensvreugde uit haal. En uit mijn kinderen natuurlijk. Ze zijn intussen 19, 22 en 24, maar we spelen nog altijd. Soms zitten we elkaar achterna met van die speelgoedpistolen waar pijltjes uit schieten – ideaal als pauze in hun blok of mijn werk. Ook lang natafelen samen is zalig. Zeker sinds mijn zoon politieke wetenschappen studeert, is discussiëren over de maatschappij hier een hot item.’

Alles laten vallen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Mijn atelier lijkt wel de koffiehoek van het huis. Toen we het in 2005 bouwden, kwam mijn bureau bewust in het hart ervan zodat ik de kinderen in het oog kon houden terwijl ze speelden. Maar nu ze groter zijn, hangen ze hier vaak rond. Niet dat ik dat erg vind, integendeel, ik laat alles vallen voor hen. Misschien is het compensatie voor mijn beginjaren, toen ik te weinig mentaal aanwezig en te veel aan het werk was. Je moet als starter natuurlijk elke opdracht aannemen, ook al ligt ze buiten je comfortzone. Mijn tekeningen voor een wiskundemethode vind ik nu schaamtelijk slecht, maar het was een enorme leerschool.’

Twinkelen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Niet te veel gommen: ook dat zou ik startende illustratoren aanraden. Ik kreeg het advies op de academie, waardoor ik leerde in alle ruwheid te schetsen. Net dat pure doet een illustratie leven. Ik maakte intussen zestig boekjes over Anna, maar ik teken haar telkens van nul. Tegenwoordig doe ik dat direct op mijn Wacom – ik ben Speedy Gonzales; alles moet altijd rapper gaan. Aan een schets blijf ik wel foefelen tot het 100 procent mijn goesting is. Het gaat vaak om iets subtiels, maar dat maakt dan dat Anna’s ogen plots wél twinkelen. In inkleuren ben ik gerodeerder. Ik kan zelfs tegelijk met een vriendin bellen.’

“Op de academie leerde ik in alle ruwheid te schetsen. Net dat pure doet een illustratie leven. Ik maakte intussen zestig boekjes over Anna, maar ik teken haar telkens van nul.”

"Nieuwgezind"

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Door mijn verstrooide hoofd gebeurt het dat ik een nevenfiguur bruin in plaats van zijn gebruikelijke zwarte haar geef. Ik vergeet ook waar ik de bosfoto’s heb opgeslagen voor een verhaal dat ik in dat bos situeer. Ik probeerde het idee al een paar keer uit te werken, maar het voldeed nooit aan mijn verwachtingen. Daarom grijp ik liever terug naar mijn vaste personages, die ik zo goed ken dat ik perfect weet hoe ze gaan reageren. Het zotte is dat ik als mens heel nieuwgezind ben, ik wil altijd iets anders uitproberen, maar in mijn werk puur ik het liefst mijn stijl uit. Mondriaan deed dat ook, of zijn wij gewoon lui?’ (lacht)

Brel

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Als je alles kunt tekenen, is het moeilijker om je eigen stempel te vinden, terwijl ik vanuit mijn beperkingen probeer er het beste van te maken. Je moet dus geen grote god zijn; een grote drive volstaat. Het is wat Jacques Brel zo mooi verwoordde: talent is enkel zin hebben om iets te doen. Al de rest is inspanning. Al moet ik toegeven dat ik enorm kan twijfelen. Ik ben nu de Anna van twintig jaar geleden aan het restylen omdat ik vind dat ze soms te weinig emotie uitstraalde of een te klein hoofd had. Maar dan word ik ongerust: wat als kinderen die oude, imperfecte figuur toch aantrekkelijker vinden?’

Ouders ondersteunen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Dé grote stimulans zijn de reacties van het publiek. Dan hoor ik op de Boekenbeurs van ver een kind “Heksje Mimiiiii!” roepen – o, dan smelt mijn hart. Ik was ook superblij toen een mama vertelde dat haar zoontje altijd weer vroeg om mijn verhaal ‘Het gebrokenkoekjessyndroom’ en haar zo onbewust erop wees dat ze rustiger moest blijven bij zijn avondlijke woedeaanvallen. Anna’s mama erkent dat die een opeenstapeling van frustraties doorheen de dag zijn die er pas in de veilige thuisomgeving uit komen, ze neemt haar kind op schoot en leidt het af door samen de kippen te voeren. Dat soort ondersteuning wil ik ouders graag bieden.’

“Als je alles kunt tekenen, is het moeilijker om je eigen stempel te vinden, terwijl ik vanuit mijn beperkingen probeer er het beste van te maken. Je moet dus geen grote god zijn; een grote drive volstaat.”

Afghaans meisje

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Het is niet simpel om in deze harde wereld een verschil te maken, zeker niet als je voor peuters werkt, en toch probeer ik het. Mijn superkracht is dat ik me die leeftijd nog heel goed herinner. Zo weet ik nog precies welke emoties het boek Een koffertje vol dromen bij mij losmaakte. Mijn voelsprieten staan ook altijd open voor de struggles van jonge ouders, opvoedtips van mijn vriendinnen-kleuterleidsters, beelden in de krant. Toen ik vastliep op de cover van Anna voelt zich goed, bestudeerde ik een foto van een Afghaans meisje, net geland op Melsbroek. Dankzij haar huppel kon ik eindelijk dat ‘goed voelen’ vatten.’

Afgekickt

‘We hebben thuis drie kranten en ik begin de dag altijd met ze op de iPad te lezen. Vroeger nam ik daar een cola bij, maar daarvan ben ik afgekickt. Nu alleen nog wat meer bewegen… In de zomer fiets ik vaak in het bos – ik heb een soort elektrische mountainbike – maar tennissen gaf ik al lang op. Ik vond het tijdverlies, maar als je stopt, verlies je natuurlijk ook het sociale. Vroeger vond ik de eenzaamheid van mijn werk ambetant, maar nu heb ik mijn draai gevonden. En anders ga ik wandelen met de buurvrouw. Maar mijn ideale ontspanning blijft naar comedyshows gaan. Die van Lukas Lelie onlangs vond ik heel goed. Ik lach graag.’

Frietjesdag

Soms vind ik het zinvol om een steekproef bij mijn Facebookvolgers te doen, en laatst vroeg ik ouders wat hun kinderen echt gelukkig maakt. Tachtig procent van de tijd was het antwoord: samen dingen doen. Daarom stop ik graag rituelen in mijn werk, want het is toch fijner om beloond te worden, niet met iets materieels, maar met een frietjes- of pyjamadag? Soms gaat het er in mijn boeken minder gezellig aan toe, zoals in Niet bijten, Anna of Anna’s moemoe is dood, maar dan zorg ik ervoor dat er positieve verhalen op volgen. Het is zelden de uitgeverij die de thema’s bepaalt, dat doe ik het liefst zelf. Ik ben nogal eigengereid.’

“Het is niet simpel om in deze harde wereld een verschil te maken, zeker niet als je voor peuters werkt, en toch probeer ik het. Mijn superkracht is dat ik me die leeftijd nog heel goed herinner.”

Verlies omzetten

‘Als creatieveling verwerk je je emoties in je ‘kunst’. Dat merkte ik het sterkst toen ik in 2018 Tako verloor, een vriend die twee jonge kinderen had. Zijn begrafenis sloot af met het lied ‘Over the Rainbow’ en een dag later had ik schetsmatig een boek af: Tot voorbij de regenboog. Het moest er gewoon uit, en ik wilde dat zijn dood nog iets positiefs kreeg. Het was wel lastig om het boek naar zijn vrouw en ouders te brengen, maar ze waren positief overdonderd. Terwijl ik er zat – het was herfst – kwam er opeens een grote vlinder op het raam zitten. Het is onnozel, maar voor mij was het een teken dat ik er goed aan had gedaan.’



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest