In het atelier van Eva Mouton
Hoe ziet de werkruimte van illustratoren eruit? Wat zijn hun rituelen, talismannen en eigenaardigheden? Waaruit putten ze inspiratie en hoe komen ze tot hun beste werk? Journaliste Katrien Steyaert mag binnenkijken in hun ateliers en in hun creatieve geesten. Michiel Devijver maakt er foto’s bij. Deze keer: op bezoek bij illustrator Eva Mouton in Gent.
Strenge moeder
‘In mijn living thuis staat sinds kort een speeltafeltje, waaraan ik tussendoor kan schilderen als ik daar zin in heb. In mijn eerste jaar schilderkunst op Sint-Lukas, in 2005, zat ik tussen allemaal twintigers met een duidelijke visie en blokkeerde ik volledig. Terwijl ik heel graag met borstels en verf werk. Aan mijn tafeltje kan dat nu weer. Het is mijn puurste, niet-ambitieuze project, en dat is belangrijk, want ik ben iemand die snel bedenkt of iets kan verkopen, en die een workaholic wordt als ik mezelf niet als een strenge moeder toespreek. “Nee, je gaat niet nog wat voorsprong voor morgen pakken, het is vijf uur, je stopt”.’
Grappen met Daan
‘Jaren aan een stuk ging ik van de ene burn-out naar de andere, want op maandag zat ik een cartoon te bedenken, op dinsdag een muurtekening te maken en op woensdag een boek te illustreren. Vooral met ‘Eva’s gedacht’, mijn wekelijkse column in De Standaard, heb ik me vergaloppeerd. Het was heel tof dat die zo’n publiekslieveling was – sommige lezers beschouwden me zelfs als hun kleindochter – maar de druk was gigantisch. Ik ben zó blij dat ik nu kan zitten grappen met Daan, mijn lief, en ik dat niet in een column moet gebruiken. Het afscheid ervan in 2021 deed pijn, maar sindsdien heb ik echt het gevoel dat ik meer leef.’
“De druk voor ‘Eva’s gedacht’, mijn wekelijkse column in De Standaard was gigantisch. Ik ben zó blij dat ik nu kan zitten grappen met Daan, mijn lief, en ik dat niet in een column moet gebruiken.”
Bioplanet
‘Tekenen is ook weer helemaal de safe space die het sinds mijn kindertijd was. Urenlang kon ik in mijn bubbel zitten terwijl ik mijn Barbiepaard of m’n mama op kladpapier probeerde te vatten. Vandaag voel ik in mijn atelier vollenbak de connectie met dat kind in mezelf. Het enige gevaar, en dat had ik vroeger ook al, is dat je je als observator een beetje buiten de groep voelt vallen. Na vijftien jaar als zelfstandige vind ik het alsmaar lastiger om ongedwongen contacten te moeten missen. Mijn vrienden hebben steeds vastere werk- en gezinsstructuren, en ik word die zottin die in de Bioplanet tegen iedereen praat.’ (lacht)
Als een bomma
‘Wees gerust: ik heb een hobby gevonden. Elke woensdagochtend – dat breekt mijn week ook perfect – ga ik pottenbakken, met mensen die uit heel verschillende hoeken komen, maar bij wie ik volledig mezelf kan zijn. Gaan werken op een kantoor zou ik niet aankunnen, denk ik, al was het maar omdat je haar dan elke dag goed moet liggen – fack zeg. In mijn atelier zit Bert (met wie ze jarenlang samenleefde en -werkte, red.) soms nog aan het bureau verderop – we blijven dit huis professioneel delen – maar meestal zit ik hier alleen. Hoewel. Vanop deze tweede verdieping zie ik alle passage in de straat. Soms sta ik als een bomma te loeren.’
Liefst met zus
‘Vroeger had ik meer spullen, zoals dit kleurrijke eierdopje van mijn oma, maar nu wil ik vooral rust. Daarom ruim ik elke avond mijn bureau op. Van de lege mezzanine erachter maak ik mijn wildste dromen wel nog een soort kamp waar ik kan hangen, want mijn administratie en mails doen aan dezelfde tafel waaraan ik teken vind ik vrij moeilijk. Ook een cowork-plek zou leuk zijn, waar bijvoorbeeld mijn zus (Nina, psycholoog en auteur, red.) af en toe kan komen schrijven. Wij zijn al beste vrienden sinds mijn geboorte, dus met haar heb ik mijn tofste samenwerkingen. Het werkt vooral goed omdat zij zich niet met mij bemoeit, en omgekeerd.’
“Een cowork-plek in huis zou leuk zijn, waar bijvoorbeeld mijn zus Nina af en toe kan komen schrijven. Wij zijn al beste vrienden sinds mijn geboorte, dus met haar heb ik mijn tofste samenwerkingen.”
De familie Fruit
‘Ook bij mijn uitgevers kom ik thuis. Tegenwoordig hangen mijn Salto-uitgeefster, Veerle Moureau, en ik – twee totale niet-bellers – zelfs gemakkelijk een uur aan de telefoon. Wat niet wil zeggen dat het té comfortabel wordt. Zo wilde ik voor het nieuwste Hey baby-boek, Dit zijn wij, de abstracte tekst vertalen naar een familie fruit. Het kind was een framboosje, zijn opa de lokale appel, verenigd in dezelfde schaal als de exotische ananas-oom! Maar uiteindelijk was dat toch té out of the box en ben ik heel blij met het resultaat nu. Mijn eerste keer met flapjes werken vond ik, technisch en inhoudelijk, een toffe uitdaging.’
High van patronen
‘Nieuwe ideeën komen bij mij altijd al tekenend. Dat is alleen maar versterkt dankzij de iPad, waarop ik nog makkelijker iets kan verschuiven, omdraaien of vergroten. Ik zie zelf dat ik op papier soms houteriger was dan bijvoorbeeld nu in dat laatste flapjesboek. Die allerkleinsten vind ik voor het moment het verrassendste publiek. Bij lagereschoolkinderen weet je: ik steek er een protje in en het zal knallen, maar baby’s worden vooral high van abstracte patronen. In 2018 verloor ik zelf mijn tweeling (op 23 weken, red.), maar al tekenend vind ik aansluiting bij de community waartoe zoveel van mijn vrienden met kinderen behoren.’
“De allerkleinsten vind ik voor het moment het verrassendste publiek. Bij lagereschoolkinderen weet je: ik steek er een protje in en het zal knallen, maar baby’s worden vooral high van abstracte patronen.”
Neonatologie
‘Ik krijg geregeld berichten van ouders die zich getroost voelen door mijn muurtekeningen op de dienst Neonatologie in UZ Gent. Ook toen ik gevraagd werd voor de dienst Fertiliteit vond ik dat een eer, want ik kén het gevoel daar naar een lege muur te zitten staren en je de eenzaamste persoon ter wereld te wanen. Ik ontwierp nu kaders waarin mensen elkaar opkikkers kunnen schrijven. Dat geeft voldoening, net als grauwe schoolmuren opkrikken of bijdragen aan de missie van Pleegzorg Vlaanderen. Bij een van hun campagnes mocht ik zelfs bitterballen tekenen, gezellig samen in een familiepak! Da’s gewoon volledig mijn ding.’
‘Ja, vanavond weer barbecue!’
‘Als kinderloze vrouw moet je zelf de vertraging inbouwen die anderen vaak automatisch hebben omdat ze om drie uur aan de schoolpoort staan of de kinderen opvangen in de zomer. Daarom doe ik sinds een jaar of twee niets meer in juli en augustus, behalve godganse dagen op blote voeten lopen en mijn lief bellen: “Vanavond weer barbecue?”. “Ja!”. Of we kamperen met ons busje in Zeeland, waar ik onder de luifel bloemen zit te tekenen die ik geplukt heb en in mijn schetsboeken droog. Ik word heel onrustig als ik dat soort kinderlijke fun niet meer kan hebben, als alles in het leven te volwassen en afgebakend is.’
“Als kinderloze vrouw moet je zelf de vertraging inbouwen die anderen automatisch hebben omdat ze om drie uur aan de schoolpoort staan of de kinderen opvangen in de zomer. Daarom doe ik sinds een jaar of twee niets meer in juli en augustus.”
Zoals de bomen
‘Na de zomer vind ik het altijd moeilijk om mentaal energie vrij te krijgen, terwijl ik in het voorjaar net heel goed creatief kan nadenken. Daarom steek ik die structuur van de seizoenen nu in mijn jaarplanning. Begin 2025 ga ik bijvoorbeeld een nieuw Hey baby-boek illustreren, nieuwe agenda’s en een tweede puzzel ontwerpen, terwijl ik dit najaar gefocust heb op werk verkopen en mijn webshop doen draaien. In de herfst keren de bomen toch ook in zichzelf zodat ze de volgende lente weer volop kunnen botten? Waarom zou dat voor de mens anders zijn? Het helpt mij alleszins om niet meer onnodig af te zien door en voor het werk.’
Deel dit artikel: