Een dag in het leven van... eindredacteur Lien Lauwaert
In 2021 bestaat Jeugdboekenmaand 50 jaar. Met het thema 'Lezen is een feest!' vieren we een hele maand lang het lezen en dat doen we samen met alle spelers die dat mogelijk maken: auteurs, illustratoren, uitgevers, vormgevers… Iedere week laten we één van hen een inkijk geven in hun job. Deze keer vroegen we aan eindredacteur Lien Lauwaert hoe haar werkdag eruit ziet.
door Katrien Elen | foto's: Michiel Devijver
'Ik werk sinds twee jaar als freelance eindredacteur en assistent-uitgever. In die rol doe ik voornamelijk opdrachten voor Standaard Uitgeverij en voor de educatieve uitgeverijen Plantyn en Van In. Ervoor zorgen dat een sterk idee met de juiste woorden nog beter tot zijn recht komt, dat is mijn job.'
Mijn dag
7.00 uur - 'Ik start mijn werkdag op mijn terras. Bij een koffie overloop ik mijn agenda en stel ik een to-dolijst op. Meestal werk ik in tijdsblokken van een halve dag. Eén keer per week maak ik een planning. Die wordt nooit gehaald - want er belt altijd wel iemand met een dringende vraag - maar een schema achter de hand hebben, zorgt wel voor mentale rust.'
7.15 uur - 'Ik vertrek met de fiets richting mijn coworking office vlakbij het MAS in Antwerpen. Die ruimte deel ik met vier illustratoren en een tuinarchitect. Dankzij de coworking heb ik de voordelen van collega’s, maar niet de nadelen ervan. Ik vind het fijn om omringd te zijn door andere creatievelingen zonder deel uit te maken van een bedrijf. Als vaste medewerker word je al snel meegesleept in de intriges van het bedrijfsleven. Als freelancer kan ik focussen op de opdracht zelf. Anderen zien werken zorgt bovendien voor focus.'
“Meewerken aan een kinderboek vind ik het fijnst omdat ik daarin vaak ook een creatieve inbreng kan hebben.”
7.30 uur - 'Vanochtend kijk ik het manuscript na van een weetjesboek voor tieners over astrologie. In een eerste ronde lees ik het document globaal na op structuur en inhoud. Pas bij een tweede lezing check ik op taal. Al kan het gebeuren dat, als een manuscript meteen goed zit, ik de taalcheck onmiddellijk doe.'
'Ik houd mijn suggesties bij via track changes. De auteur moet zijn toestemming geven, het is immers zijn of haar boek. Sommige aanpassingen, zoals het herstructureren van informatie, doe ik zelf. Als ik echter iets wil wijzigen wat ik zelf niet kan oplossen, dan voeg ik een opmerking toe. Ook met die opmerkingen doet de auteur zijn ding. Hij kan ze verwerken, maar ook negeren.'
'Over de eindredactie van dit boek, dat zo'n honderd pagina's telt, doe ik twee dagen. Aan een prentenboek heb ik vaak maar een halve dag werk. Een non-fictieboek voor volwassenen neemt dan weer gemakkelijk vier dagen in beslag. Meewerken aan een kinderboek vind ik het fijnst omdat ik daarin vaak ook een creatieve inbreng kan hebben. Zo bedenk ik bij een weetjesboek voor kinderen al eens een doe-opdracht of raadsel.'
11.00 uur - 'Ik stuur mijn opmerkingen naar de auteur. De meeste auteurs vinden mijn feedback waardevol. Schrijven is een eenzaam beroep. Dan is het fijn om te kunnen pingpongen met een eindredacteur. Sommige samenwerkingen lijken echter op een diplomatieke onderhandeling. Zo kan het gebeuren dat auteurs van non-fictieboeken expert zijn op hun domein, maar dat niet kunnen vertalen naar toegankelijke teksten voor een groot publiek. Zo’n samenwerking vraagt om wat meer auteursmanagement.'
“De meeste auteurs vinden mijn feedback waardevol. Schrijven is een eenzaam beroep. Dan is het fijn om te kunnen pingpongen met een eindredacteur.”
11.30 uur - 'Er komt een mailtje binnen met een nieuwe opdracht. Mijn opdrachtgevers vinden me via LinkedIn of dankzij een doorverwijzing van een vertaler of vormgever. De boekenwereld is heel klein.'
'Ik bel even om te kijken wat de opdracht precies inhoudt om in te schatten of ze nog in mijn planning past. Tijdens de coronacrisis heb ik vaak ja gezegd tegen nieuwe opdrachten. Er valt nu toch weinig leuks te beleven. Dat is het voordeel van freelancen. Je kan zelf regelen wanneer je werkt en niet. Zo plan ik in de zomer wat meer vakantie te nemen.'
12.00 uur - 'Ik lunch samen met mijn coworking collega’s. Omdat het mooi weer is, sluiten we de lunchpauze af met een koffie op een terrasje in de buurt. Regelmatig maken we ook een wandeling en twee middagen per week train ik met een groepje vrienden onder begeleiding van een personal trainer.'
'Samen eten is niet alleen gezellig maar ook een manier om even stoom af te laten: over krappe deadlines bijvoorbeeld of werk dat niet tijdig wordt opgeleverd. Die frustraties kunnen uitspreken, helpt om ze uit mijn systeem te krijgen. Vaak kom ik ook tot oplossingen, gewoon door over een probleem te vertellen.'
13.00 uur - 'Ik bemiddel tussen een auteur en een vormgever. De auteur wil meer witregels in zijn boek. Voor de vormgever betekent dit dat iedere pagina opnieuw moet worden opgemaakt. Ik vind die ingreep overbodig en moet de boodschap aan de auteur brengen. Lastig! Natuurlijk wil ik dat de auteur tevreden is over zijn boek, ik wil hem niet teleurstellen, maar er zijn ook budgetten om rekening mee te houden.'
'Ik treed wel vaker op als scheidsrechter. Ik bewaak dat de deadline wordt gehaald of dat de afspraken worden nageleefd. Zo stuur ik soms ook de illustrator aan. Als er bijvoorbeeld twintig tekeningen zijn afgesproken, hou ik in de gaten dat het er geen dertig worden bijvoorbeeld.'
14.00 uur - 'Vanmiddag lees ik de drukproef van een voorleesboek na. Dat is het leukste wat er is. De eerste keer tekst en beeld samen zien, maakt een boek meteen heel tastbaar. Ik haal er nog een paar foutieve splitsingen uit. Verder merk ik een paar inconsequenties op. Zo staat er niet bij elke afbeelding een bijschrift. Qua taal staan er nog enkele klassieke fouten in. De auteur gebruikt je en u door elkaar en mixt hier en daar zijn werkwoordstijden.'
'Ik heb zelf geen Nederlands gestudeerd, maar heb mijn vak al doende onder de knie gekregen. Bij twijfel brengt de website van taaladvies.be altijd redding. Ook al ben ik geen taalnazi, toch vind ik doorgaans nog een pak taalfouten in een tekst.'
'Omdat er in het eindproduct liefst geen enkele fout staat, gaat de proef soms nog naar een tweede corrector. Helaas blijven er altijd fouten achter in druk. Ik snap het soms niet, maar toch gebeurt het. Meestal zijn dat geen drama’s hoor, vaak gaat het om een tussentitel die fout staat of een jaartal waarin de twee laatste cijfers zijn omgewisseld.'
“Omdat er in het eindproduct liefst geen enkele fout staat, gaat de proef soms nog naar een tweede corrector. Helaas blijven er altijd fouten achter in druk. Ik snap het soms niet, maar toch gebeurt het.”
17.00 uur - 'Ik check de index van een atlas voor kinderen. Ik typ ieder woord in de zoekbalk van de pdf en kijk na of de pagina’s kloppen. Ook dat soort uitvoerend werk hoort er bij.'
18.00 uur - 'Klaar voor vandaag. 's Avonds probeer ik om niet te werken. Als het echt nodig is, doe ik liever in het weekend verder. ‘s Ochtends ben ik immers op mijn productiefst. 's Avonds zal je me ook nooit met een boek zien. Dat is overkill. Na het werk spreek ik liever af met vrienden, kijk ik films of series, of ben ik aan het sporten. Alleen op vakantie neem ik een stapel boeken mee. Mijn professionele blik kan ik op reis wel uitschakelen. Ik lees dan veel sneller, bijna diagonaal zelfs. Gelukkig maar.'
Deel dit artikel: