De voorleesboekenkast van Evelien Chiau

In de reeks 'De voorleesboekenkast’ gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van copywriter Evelien Chiau en haar pleegdochter van anderhalf.

door Katrien Elen
© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Ik ben crisis- en kortetermijnpleegouder voor baby’s en peuters tussen 0 en 3 jaar oud. Ik vang kinderen op die tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Meestal voor een paar weken of een paar maanden, maar mijn huidige pleegdochter verblijft hier ondertussen al bijna een jaar.’

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Kinderen die in crisisopvang terechtkomen, hebben vaak niets bij buiten de kleren die ze op dat moment aan hebben. Ik heb dan ook standaard alles in huis dat een baby of peuter in die eerste dagen nodig heeft, en daar horen voor mij ook boekjes bij. Maar eigenlijk had ik al een collectie kinderboeken lang voor ik pleegouder werd. Een aantal exemplaren, zoals Fliks en Flora van Marc De Bel, dateren van mijn eigen kindertijd. Ik heb ook een tijd in het onderwijs en de kinderopvang gewerkt, toen kocht ik wel eens boeken met het idee dat ik ze kon meenemen naar mijn werk. Inspiratie deed ik op bij het babysitten. Dat heb ik jarenlang intens gedaan - vaak zes avonden op zeven. Sommige boeken die bij mijn babysitkinderen in de kast stonden, moest ik gewoon zelf hebben. Tram Bxl van Marjolein Pottie en De Grote Boze Wolf (was helemaal niet boos) van Jonas Boets heb ik zo ontdekt bijvoorbeeld, net als Tommie en de torenhoge boterham van Pieter Gaudesaboos.’

“Kinderen die in crisisopvang terechtkomen, hebben vaak niets bij buiten de kleren die ze op dat moment aan hebben. Ik heb dan ook standaard alles in huis dat een baby of peuter in die eerste dagen nodig heeft, en daar horen voor mij ook boekjes bij.”

Jane Austen voor baby's

‘Mijn pleegdochter is hier gekomen toen ze zes maand was. Van bij het begin hingen er knisper- en voelboekjes aan haar wipper, speelboog en eetstoel. Ik ben ook meteen met voorlezen begonnen. Dat vinden veel mensen gek. “Jonge baby’s snappen toch niet wat je vertelt,” zeggen ze dan. Klopt, op die leeftijd is het ook niet belangrijk wat je voorleest, wel dat je tegen hen praat. Zo vangen ze woorden op en wennen ze aan je stemgeluid. Je kan dus gerust Jane Austen lezen, je hoeft je niet te beperken tot babyproof verhaaltjes, kies gewoon een boek dat je zelf interessant vindt.’

Woordjes leren

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Nu mijn pleegdochter bijna anderhalf is, lees ik minder echte verhalen voor. Momenteel is ze vooral aangetrokken tot boeken waarmee ze iets kan doen: van flapjes openslaan tot voelen aan het stoffen buikje van een personage. Het vervelende lieveheersbeestje van Eric Carle is een hit. En geluidenboekjes, daar is ze echt dol op. Daarnaast wil ze graag nieuwe woordjes leren. Als we nu in een boekje kijken, wijst ze met haar vinger voorwerpen en personages aan en wacht ze tot ik die benoem. Ik beperk me hiervoor niet tot zoekboekjes. Elk boek kan je immers op verschillende manieren gebruiken. Ook een klassiek prentenboek kan je gebruiken om woordjes te leren, en omgekeerd kan je bij een zoekboek ook een verhaal vertellen. En al ben ik een sucker voor mooie illustraties, ik heb hier ook een paar fotoboekjes staan, een tip uit de Montessori-pedagogiek. Een getekend dier lijkt immers niet op een echt dier. Observeer maar eens een kind dat voor het eerst naar de zoo gaat. De echte olifanten zien er heel anders uit dan die uit de meeste kinderboekjes. Jonge kinderen zullen ze meestal niet herkennen.’

Babyproof karton

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Mijn pleegdochter heeft een eigen boekenplank waar ze zelf bij kan. Ze grijpt dan ook geregeld zelf naar boekjes. Dat is erg leuk om te zien. Soms installeert ze zich op de grond en bladert ze zelfstandig in een boek, de andere keer kruipt ze ermee op mijn schoot. Dan neemt ze mijn hand, legt het boek er in en zegt ‘da! da! da!’, wat zoveel betekent als ‘ik wil dat jij dit boekje met mij leest’. De hele dag door worden er zo boekjes aangesleept. Vanuit de crèche hoor ik hetzelfde geluid. Ook bij het opstaan en het slapengaan wordt er gelezen. Ze slaapt bij mij op de kamer, mijn bed is bezaaid met kinderboeken. Het is het eerste wat ze doet als ze wakker is: bij mij kruipen en in haar boekjes kijken.’

‘Omdat er in deze fase al eens in boekjes wordt gebeten of getrokken, voorzie ik genoeg kartonboekjes. Met zo’n boekje kan een kleuter alleen spelen zonder dat je de hele tijd moet zeggen: “Pas op”. Helaas is het aanbod beperkt. In Groot-Brittannië maken ze van bijna alle kinderboeken – bijvoorbeeld ook van de Van klein tot groot-reeks – een versie voor baby’s en peuters in karton. Dat mis ik hier, de meer uitdagende boeken verschijnen alleen op papier.’

“Ik gebruik bij het voorlezen ook best wel moeilijke woorden. Waarom zou je enkel koe mogen zeggen en niet bizon? Kinderen zijn als sponzen.”

Moeilijk en expressief

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

'Ik ben een erg expressieve voorlezer. Zo was een van mijn babysitkinderen dol op Het boek zonder tekeningen van B.J. Novak. Wekenlang heb ik hem daaruit voorgelezen. Het was zijn lievelingsboek. Maar als zijn mama of papa het voorstelden, dan weigerde hij. Zij konden dat niet zo grappig voorlezen, vond hij. Het boek zonder tekeningen is dan ook een boek dat zijn kracht verliest als je het niet heel expressief voorleest. Zo zit er een pagina in met allerlei geluiden. Ik vind het heerlijk om daarin te overdrijven.'

'Ik gebruik bij het voorlezen ook best wel moeilijke woorden. Waarom zou je enkel koe mogen zeggen en niet bizon? Kinderen zijn als sponzen. Zelfs als ze niet actief luisteren, zullen ze woorden registreren en zo hun taalkennis vergroten.'

Bib en boekhandel

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Kinderboeken koop ik liefst bij kleine, zelfstandige boekhandels, zoals Passa Porta in Brussel of Replica in Molenbeek. Als ik investeer in een boek moet het er niet alleen mooi en inspirerend uitzien, maar ook altijd progressief en inclusief zijn. Uit de bibliotheek neem ik ook wel eens boeken mee die mijn pleegdochter zelf uitzoekt, hoe lelijk of fout ze in mijn ogen ook zijn. Ik vind het heerlijk om samen met haar naar Muntpunt te gaan. Voor haar een bibkaart laten maken is een van de eerste dingen die we samen hebben gedaan.’

“Ik wil haar niet alleen verhalen vertellen over mama’s en papa’s. Ook voor kinderen die opgroeien bij een klassiek gezin is het belangrijk om te weten dat er alternatieve gezinsvormen bestaan. ”

Papa wordt mama

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘In de meeste boekjes wonen kinderen bij hun mama en papa, maar bij mijn pleegdochter is dat helemaal anders. Ze heeft ook wel een mama en papa, maar ze woont nu bij mij en ik voed haar alleen op. Al begrijpt ze het concept pleegzorg of alleenstaande moeder nog niet, toch wil ik haar niet alleen verhalen vertellen over mama’s en papa’s. Maar ook voor kinderen die opgroeien bij een klassiek gezin is het belangrijk om te weten dat er alternatieve gezinsvormen bestaan. Als ik in een boekje lees dat mama kookt en papa uit werken gaat, durf ik die twee wel eens te wisselen. Of dan zeg ik dat papa de wasmachine opzet. En ik gooi er regelmatig eens twee mama’s in.’

Strijd voor inclusie

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Veel klassieke sprookjes zijn kei fout. Neem nu Sneeuwwitje of Assepoester. Waarom zijn het altijd boze stiefmoeders? En nooit een boze stiefvader? En steeds weer worden die arme meisjes gered door een prins. Zo gaat het altijd in sprookjes. Maar betekent dit dat de gebroeders Grimm seksisten waren? Nee, je moet dat begrijpen in de tijdsgeest. De kennis van vandaag was er toen nog niet. Nu die er wel is, moeten we die verhalen durven updaten. Op andere domeinen doen we dat toch ook? Vooruitgang heet dat. Ik ben maar wat blij dat ik de was gewoon in een machine moet gooien en op een knopje kan drukken in plaats van naar de rivier te moeten trekken met een wasbord. Vaak maken enkele kleine aanpassingen de sprookjes vanzelf al inclusiever, zoals Elisabeth Lucie Baeten doet in En ze leefden nog bijvoorbeeld

‘Niet elk verhaal moet perfect inclusief zijn. Maar zolang er veel meer boekjes zijn met klassieke heteronormatieve gezinnen en witte personages geef ik tegengewicht. Zo heb ik hier Dream Big, Little Leader van Vashti Harrison staan, een kartonboekje over zwarte vrouwen die veel hebben bereikt. Voor gekleurde kindjes kan dat herkenning bieden en hen tonen dat ze zelf ook succesvol kunnen worden. Voor witte kindjes kan het ervoor zorgen dat ze later inclusiever in de maatschappij staan en elke medemens als gelijke zien. “Een boekje met alleen maar zwarte vrouwen is toch ook niet inclusief,” zeggen sommigen me dan. Dat klopt, maar er bestaan al honderden van die boekjes met alleen maar witte mannen.’

Wat ze heeft gehad, heeft ze gehad

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

‘Op een dag zal mijn pleegkindje weer vertrekken, naar haar ouders of naar een ander pleeggezin dat langetermijnopvang biedt. Of er daar boekjes zullen zijn, weet ik niet. Ik kan alleen maar instaan voor wat ik haar nu kan geven en probeer niet te veel te focussen op de toekomst. Ik probeer dus te denken: “Wat ze heeft gehad, heeft ze gehad.” En hopelijk blijft dat hangen. Door er voor haar te zijn, hoop ik dat ze later minder zal twijfelen of ze het wel waard is om graag gezien te worden. En als ze later naar de bib zal gaan, hoop ik dat ze iets zal herkennen van het plezier dat ze ooit vond in boekjes en dat ze lezen zal linken aan een fijne periode in haar leven. Bovendien laat ik haar niet met lege handen vertrekken. Haar lievelingsboekjes gaan sowieso met haar mee naar haar volgende thuis.’

“Op een dag zal mijn pleegkindje weer vertrekken, naar haar ouders of naar een ander pleeggezin dat langetermijnopvang biedt. Of er daar boekjes zullen zijn, weet ik niet. Ik kan alleen maar instaan voor wat ik haar nu kan geven.”

Vijf tips van Evelien

© Michiel Devijver | Iedereen Leest
  • Snel naar huis, kleine muis van Britta Teckentrup: ‘Een boek met veel herhaling en een verrassingselement dat telkens op veel enthousiasme onthaald wordt.’
  • Ik ben blij dat jij er bent van Laura Van Bouchout en Eva Mouton: ‘Een boekje dat de voorlezer aanmoedigt om je kleine boekenfanaat te kriebelen, strelen en knuffelen. En als pleegouder vind ik de titel nog zoveel betekenisvoller.’
  • An ABC of Equality van Chana Ginelle Ewing: ‘Een prachtig klein maar dik kartonboek voor jong en oud(er). De titel spreekt voor zich.’
  • Tam & Wild van Emmanuelle Mardesson en Sarah Loulendo: ‘Nog zo’n prachtig klein kartonboekje. Dit keer met zowel tamme als wilde dieren. Een gems, een zwaluw, een zalm … Ik hou ervan om niet enkel bij “vis” of “vogel” te blijven.’
  • Petra van Marianna Coppo: ‘Dit boek gaat over Petra, een steen met een hele levendige fantasie en bakken zelfvertrouwen.’


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest