De voorleesboekenkast van Arnoleon

In de reeks 'De voorleesboekenkast' gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van illustrator Arno Van de Velde, aka Arnoleon, en zijn dochters Ellis van vier en Nena van twee.

door Katrien Elen
© Michiel Devijver en Iedereen Leest
© Michiel Devijver en Iedereen Leest

'Mijn dochters zijn allebei heel energiek, maar ze worden ook graag voorgelezen. We zijn ermee begonnen toen ze anderhalf waren, als onderdeel van het avondritueel. Daarin is een verhaaltje ondertussen een vaste waarde. Al vragen ze overdag soms ook achter een boekje, ‘s avonds kunnen we er niet omheen. Het voorlezen wordt nooit overgeslagen.'

'Mijn vrouw leest voor aan Nena, want ze geeft nog borstvoeding. Ik stop Ellis in bed. Eerst zetten we ons met een boekje in het zeteltje in haar kamer. Nadien kruipt ze in bed en luisteren we een muziekje terwijl ze nog wat babbelt over haar dag. Daarna valt ze steevast in slaap. Het gebeurt af en toe dat we onze dochters samen voorlezen, maar dan is het verhaal voor Nena vaak te moeilijk en haakt ze al eens af.'

Nostalgie

“'Jip en Janneke' haalde ik uit nostalgie in huis, maar toen ik daaruit begon voor te lezen, stelde ik vast: dat is niet meer van deze tijd. Al voorlezend ben ik het verhaal beginnen aan te passen.”

‘Nog voor ik kinderen had, kocht ik al kinderboeken, vaak tweedehands. Als illustrator heb ik een zwak voor mooie tekeningen, maar sommige boeken kocht ik uit nostalgie naar mijn eigen kindertijd. Pluk van de Petteflet bijvoorbeeld, heb ik al tien jaar liggen. Ik weet: ooit zal ik het kunnen gebruiken. Ook Jip en Janneke haalde ik uit nostalgie in huis, maar toen ik daaruit begon voor te lezen, stelde ik vast: dat is niet meer van deze tijd. Al voorlezend ben ik het verhaal beginnen aan te passen. Een kameraad zei me: “Je moet het zien in de tijdgeest van vroeger.” Dat kan wel zo zijn, maar ik wil die tekst niet voorlezen aan mijn kinderen. De tekeningen zijn nog steeds cool, maar de boodschap dat jongens sneller zijn dan meisjes of woorden als “n*gerpopje” wil ik hen niet meegeven. Dat boek heb ik terug naar de kringwinkel gebracht. Mijn vrouw heeft op dat vlak meer geluk. Zij las als kind graag Winnie de Poeh. Die boekjes zijn ook oud, maar nog altijd prachtig om voor te lezen.’

Bewonderaar

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘De meeste boeken koop ik tweedehands, we gaan ook regelmatig naar de bibliotheek. En als ik in het verleden moest signeren op de Boekenbeurs in Antwerpen, kocht ik daar - met de boekenbons die ik kreeg - ook altijd boeken voor de kinderen. Bij mijn keuze word ik in de eerste plaats aangesproken door de tekeningen en de vormgeving. Boeken waarvan ik denk “dat zou ik zelf niet kunnen”, neem ik vaak mee. De allerbesten in hun vakgebied – ik denk meteen aan Jan Van Lierde, Sven Nordqvist of Eva Mouton - bewonder ik. Iemand zei me ooit: “Zoals Eva Mouton, dat kan jij toch ook. Dat ziet er toch vrij simpel uit.” Maar dat kan ik dus niet. Eva is echt geniaal.’

“Bij mijn keuze word ik in de eerste plaats aangesproken door de tekeningen en de vormgeving. Boeken waarvan ik denk “dat zou ik zelf niet kunnen”, neem ik vaak mee.”

‘In de bib mogen de kinderen zelf kiezen. Vaak doen ze dat heel snel. Zo van: “Ah, hier staat een dino in coole kleuren op de kaft. Die wil ik.” Het gebeurt dan ook vaak dat de meisjes aangetrokken zijn tot boeken die ik zelf maar niks vind of waar ze al te oud voor zijn. Bumba-boekjes bijvoorbeeld. Daar grijpen ze soms naar uit nostalgie. Dat is oké, maar ik breng dan gewoon wat extra boeken mee.’

‘Soms ga ik ook af op de uitgeverij bij het kiezen van boeken. Van Querido, De Eenhoorn of Pelckmans weet ik dat ze mooie, kwalitatieve kinderboeken uitgeven. Voor mij is dat een referentie. Ook als bevriende illustratoren of schrijvers een boek uitbrengen, zal ik dat altijd lezen. Ik volg daarnaast best wel wat creatievelingen op sociale media. Zo blijf ik op de hoogte van interessante, nieuwe kinderboeken.’

Eigen plannen

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Of ik zelf ooit een kinderboek zou willen tekenen? Toen Ellis twee was, heb ik voor haar een boekje over snot gemaakt. Zoals het er nu uitziet, is het niet goed genoeg om er mee naar buiten te komen, maar misschien herwerk ik dat verhaal ooit wel. Dat is eigenlijk hoe het vaak gaat: ik maak iets voor mijn eigen gezin - een weekplanner bijvoorbeeld of een groeimeter, én vervolgens denk ik: “Misschien zouden andere mensen hier ook iets aan hebben.” Ik denk dat het met mijn ADHD te maken heeft. Ik moet een concreet doel hebben voor ik ergens aan begin.’

“Toen Ellis twee was, heb ik voor haar een boekje over snot gemaakt. Zoals het er nu uitziet, is het niet goed genoeg om er mee naar buiten te komen, maar misschien herwerk ik dat verhaal ooit wel.”

Het moet niet grappig zijn

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Hoewel ik in mijn eigen werk veel bezig ben met humor, speelt dat in de boeken die ik voorlees (nog) niet zo’n grote rol. Soms zitten er wel subtiele mopjes in die voor mij grappig zijn, maar vaak gaat die humor aan mijn kinderen totaal voorbij. Op dit moment willen zij gewoon een spannend verhaal horen. De enige uitzondering zijn de boeken van Ruth Verstraeten met illustraties van Eva Mouton: De kindervleesfabriek of Tante Teefje. Die vindt Ellis wel tof, maar het is ook niet zo dat ze daarbij dubbel plooit van het lachen.’

‘Ik denk dat humor vooral voor oudere kinderen en volwassenen belangrijk wordt. Zeker voor volwassenen is humor een manier om een moeilijk onderwerp bespreekbaar te maken. Dat heb ik zelf ondervonden toen ik enkele cartoons maakte over mijn vasectomie. Dat bleek een taboe te zijn, maar met een mopje werd het verteerbaar. Bij jonge kinderen moet je de omweg van de humor niet nemen als je een moeilijk thema bespreekbaar wilt maken. Zij zijn veel ontvankelijker. Wat ik wel merk is dat zo’n taboedoorbrekende kinderboeken vaak moraliserend eindigen. Mijn kinderen storen zich daar niet aan, maar ik vind dat jammer.’

Van deze tijd

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ik vind diversiteit belangrijk. Zo hebben we een kinderboekje over een personage dat als “hen” wordt aangesproken. Toch is het niet zo dat ik specifiek naar dat soort boeken op zoek ga. Dierenverhalen zijn momenteel heel populair bij onze kinderen, in die boeken doet diversiteit er meestal niet toe.’

‘Ik apprecieer wel dat je steeds meer personages met verschillende huidskleuren ziet in kinderboeken. Ook in mijn eigen werk let ik daar op. Eigenlijk is het alleen in oude boekjes dat je soms wordt geconfronteerd met een oubollig wereldbeeld. Jip en Janneke heb ik al aangehaald, maar ook de Tiny-boekjes geven niet echt een representatief beeld van de maatschappij. Het lijkt of er alleen maar rijke, witte mensen bestaan. Als kind heb ik van die verhalen genoten, maar aan mijn kinderen wil ik die niet meer voorlezen.’

Voorleesblock

‘In het begin vond ik het moeilijk om mij te laten gaan bij het voorlezen. Ik ben ooit uitgelachen bij het zingen. Sindsdien heb ik nooit meer gezongen. Toen ik begon met voorlezen en ik wist dat een andere volwassene mij kon horen - zelfs mijn vrouw - moest ik daaraan terugdenken en blokkeerde ik. Ondertussen, na drie jaar voorlezen, ben ik er overheen. Nu vind ik het leuk om alle personages een ander stemmetje te geven. Tante Teefje doe ik heel graag. Zij is echt zo’n vreselijk mens, daar kan ik wel wat mee. Knorretje uit Winnie de Poeh is ook fijn om te doen.’

Overgang dag en nacht

“Voorlezen vormt de overgang tussen wakker zijn en slapen. Ik voel het meteen aan de manier waarop mijn dochters tegen mij aan komen hangen en aandachtig luisteren: het kalmeert hen.”

‘Voorlezen is echt een moment van rust, zeker als ik er genoeg tijd voor uittrek. Het vormt de overgang tussen een actieve dag en de nacht, tussen wakker zijn en slapen. Ik voel het meteen aan de manier waarop mijn dochters tegen mij aan komen hangen en aandachtig luisteren: het kalmeert hen. Hetzelfde gebeurt als we net terug zijn van de bib. Op dat moment is het altijd rustig in huis. Dan hangen ze gemakkelijk drie kwartier in de zetel met hun boekjes.'

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ook de fysieke nabijheid van het voorlezen vind ik heel fijn. De kinderen plakken tegen mij, of ze grijpen mijn hand vast. Aan alles merk ik dat ze zich veilig voelen. Als we samen een film kijken, kruipt Ellis ook op mijn schoot, maar dat is toch helemaal anders. Bij een film focus je op een beeldscherm en ben je niet één op één met elkaar bezig. Voorlezen is echt iets unieks.’

Het voorbeeld geven

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

'Van mijn eigen kindertijd herinner ik me dat ik vaak om dezelfde boekjes vroeg en dat mijn ouders dan expres fouten lazen. Ik vond het leuk om die te verbeteren. Mijn dochters vragen nu soms ook dagenlang om hetzelfde boek. Zij vinden het heerlijk om luidop te voorspellen wat er gaat gebeuren en dan te kunnen zeggen: “Ik wist het”.'

‘Ik ben sindsdien altijd graag blijven lezen en ook mijn vrouw is een echte boekenworm. Toch komen we er zelf wel nog amper toe sinds de geboorte van Ellis. Hoe jammer het ook is, lezen is een van de eerste activiteiten waarin ik snoei als ik tijdgebrek heb.’

“Als ik zie hoe hard mijn dochters nu genieten van boeken en hoezeer ze opgaan in verhalen, kan ik het me niet voorstellen dat ze lezen ooit stom zullen vinden.”

‘Als de kinderen wat ouder zijn, hoop ik dat we zelf weer wat meer tijd zullen hebben voor boeken. Ik geloof dat het onze dochters zal motiveren om te blijven lezen als we zelf het goede voorbeeld geven. Maar als ik zie hoe hard ze nu genieten van boeken en hoezeer ze opgaan in verhalen, kan ik het me niet voorstellen dat ze lezen ooit stom zullen vinden. En als ze echt geen interesse hebben, dan is het maar zo. We gaan hen niet forceren. Voorlopig proberen we hen gewoon zoveel mogelijk te enthousiasmeren met leuke boeken in huis.’

VIJF TIPS VAN ARNO

© Michiel Devijver en Iedereen Leest
  • Tante Teefje van Ruth Verstraeten: ‘De tekeningen van Eva Mouton zijn fantastisch, maar ook het rijm hapert nergens. Dat is opvallend, want een rijm kan snel geforceerd aanvoelen.’
  • En ze leefden nog van Elisabeth Lucie Baeten: ‘Elisabeth is niet alleen een goede vriendin van mij, maar dit sprookjesboek is ook effectief super cool. Tijdens de laatste Voorleesweek heb ik een van de sprookjes voorgelezen aan de klas van Ellis. Iedereen was stil. Al heb ik me achteraf afgevraagd of het verhaal niet te moeilijk was.’
  • Verliefd van Stefan Boonen: ‘Ik kocht het boek omdat ik de tekeningen van Jan Van Lierde zo mooi vond. Ik ben er heel blij mee, want zo ontdekte ik Stefan Boonen.
  • De boeken van Pettson en Findus van Sven Nordqvist: ‘Er zijn er veel en ik vind ze allemaal prachtig. Ook dat Sven schrijft én illustreert vind ik heel bijzonder. De verhalen zijn herkenbaar - enfin, toch de emoties erin, want ik voer geen gesprekken met onze katten thuis - en de tekeningen zitten vol kleine wezentjes en verrassingen om tijdens het voorlezen naar te kijken.’
  • ‘De boeken van Vos en Haas van Sylvia Vanden Heede gingen mijn vijfde tip zijn maar ik ga in plaats daarvan voor Mijn schaduw is roze van Scott Stuart (op die manier smokkel ik Vos en Haas toch nog in deze oplijsting). Een prachtig boek over een jongen met een roze schaduw die graag in een jurk naar school wil. Net als bij 'De kleine zeemeermin' van Elisabeth Lucie heb ik bij deze een traan weggepinkt bij het voorlezen. Boeken waarin papa's hun zachte kant tonen, doen het wel voor mij.’


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest