De leeswereld van Walter Zinzen

'Lezen is denken met andermans hoofd', zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Walter Zinzen, oud-journalist.

door Matthias M.R. Declercq
© Michiel Devijver | Iedereen Leest

'Dat is één van mijn lievelingsboeken van de laatste tijd', zegt Walter Zinzen. In de woonkamer, waar in een brede wandkast een vracht aan boeken zijn uitgestald, ligt ook een exemplaar op de salontafel. Zinzen wijst naar de rode letters op de rug: Revolusi, lees je, het boek van David Van Reybrouck over Indonesië, waarin hij de koloniale geschiedenis en de rol van het uitgestrekte land in de wereldpolitiek kundig documenteert en analyseert. 'Zo'n boek is exemplarisch voor mijn leeswereld', zegt Walter Zinzen. 'Een goed geschreven naslagwerk dat op basis van feiten en getuigenissen inzicht biedt in complexe materie.'

Inzicht bieden, het is wat Walter Zinzen zijn hele leven heeft gedaan, en nog steeds doet. Heel vaak over Afrika, specifiek over Congo, en altijd bevlogen. Als journalistieke éminence wordt de intussen mid-tachtiger vaak gevraagd de puntjes op de i te zetten, of het nu over Kagame gaat in Rwanda of federale verkiezingen in België. Zinzen is een journalist, en zal dat blijven. Het gaat hem om feiten, om de werkelijkheid, meer dan om de fantasie.

'Ik lees veel boeken over oorlog, en zeker over het nazisme', zegt hij. 'Zoals Jeder stirbt für sich allein van Hans Fallada (In het Nederlands uitgegeven als Alleen in Berlijn). Dat is literaire non-fictie die een dieper inzicht geeft in de nazi-terreur, waarvan ook heel gewone, maar ook heel moedige Duitsers het slachtoffer waren. En als er één boek is waarin fictie en non-fictie op magistrale wijze met elkaar vermengd worden, dan is het Himmlers hersenen heten Heydrich van Laurent Binet. Ik heb een voorliefde voor dat soort boeken.'

Winnetou

“Vader en moeder lazen niet, maar bij iedere gebeurtenis, zoals Sinterklaas of een verjaardag, kreeg ik een boek van een Nederlandstalige auteur.”

'Ik kom niet uit een belezen gezin. Vader werkte op een expeditiekantoor in de Antwerpse haven. Tegenwoordig noemen ze dat logistics. Hij overzag de verzending van goederen van en naar de haven. Af en toe viel er iets tussen schip en kade, en kwam hij thuis met Chesterfield-sigaretten. (lacht) Vader en moeder lazen niet, maar bij iedere gebeurtenis, zoals Sinterklaas of een verjaardag, kreeg ik een boek van een Nederlandstalige auteur. De club ‘Van zessen klaar’ bijvoorbeeld, van Johannes Kieviet. En in de parochiebibliotheek van De Heilige Drievuldigheid in Berchem vond ik de boeken van Karl May. Ik huilde tranen met tuiten bij de dood van Winnetou. In feite lees je in die boeken over cowboys en indianen hoe de westerse maatschappij de inheemse bevolking heeft mishandeld en uitgemoord. Dat trok mijn aandacht en gold mutatis mutandis ook voor Afrika. Als anti-militarist koos ik er als twintiger voor drie jaar ontwikkelingswerk te doen in Congo, om zo de legerdienst te omzeilen. Mijn insteek was heel paternalistisch: ik wilde de zwarten helpen, en gaf les in Lubumbashi.'

© Michiel Devijver | Iedereen Leest

'Bij terugkeer kwam mijn leeswereld echt tot ontplooiing, zeker toen ik bij de VRT begon. Ik had Germaanse filologie gestudeerd, meer uit liefde voor literatuur, dan uit belangstelling voor taalkunde. Toen ik in de journalistiek stapte kon ik het leed waarmee ik geconfronteerd werd, niet meer rijmen met 'de pijn van het schrijven' waar Paul de Wispelaere toen over sprak. Ik wilde lezen hoe de wereld in elkaar stak, feiten wilde ik, nieuws, goedgeschreven non-fictie. Jan Wauters dacht er net zo over. 'De literatuur, daar kunnen we ons niet mee bezighouden', zei hij. Ik las ook wel Claus en Mulisch en zo, maar het zijn boeken als The Congo Cables - The Cold War in Africa, from Eisenhower to Kennedy van Madeleine Kalb en The Lords of Poverty van Graham Hancock die me echt begeesterden. Zij brachten geheimen aan het licht. Kalb bijvoorbeeld, kreeg inzage in de telex-communicatie tussen de Amerikaanse ambassade in Kinshasa en Washington. Ongelofelijk sensationeel wat ze wist te achterhalen. Kalb bewees dat Eisenhower het bevel gaf om Lumumba te vermoorden. Het andere boek, The Lords of Poverty, toonde aan hoe enkele westerlingen steenrijk werden van de zogenaamde hulp aan wat toen nog de derde wereld heette. Fraude, georganiseerde diefstal, enzovoort: het kwam allemaal aan bod. In die periode brak in Afrika de eerste hongersnood uit, door de droogte, en reisde ik naar Sudan - weliswaar clandestien via Kenia - om een reportage te maken. Toen ik in een dorp waar werkelijk níks was - geen eten, geen zeep, niks - een dokter ontmoette die in onmogelijke omstandigheden deed wat hij kon, en ik op zijn bureau het boek The Lords of Poverty zag liggen, dacht ik: 'Godverdomme man, voor u heb ik respect.'

Brink

'Toen ik op pensioen ging is mijn leeswereld gevoelig breder geworden. Met dank aan Kris (Smet, partner van Walter Zinzen). Zij wees me onder andere op André Brink (Zuid-Afrikaanse auteur die door het apartheidsregime streng werd gecensureerd). Fantastische boeken heeft die man geschreven. Hij was als blanke lid van het ANC, wat op zich al heel bijzonder was. Het politieke engagement van Brink was groot, en zijn boeken waren bovendien ook erg goed geschreven. In 2015 heb ik hem met Kris nog bezig gehoord in Bozar in Brussel. Hij zag er zo fragiel uit in zijn rolstoel en was toen al erg ziek, maar dat wisten we niet. Daags nadien is hij overleden op het vliegtuig naar Kaapstad. Ook de boeken van Tom Lanoye kan ik nu echt wel waarderen. 'Ach, die kartonnen dozen', zei ik vroeger, maar ook Lanoye is met de samenleving begaan. Ook Wil, de roman van Jeroen Olyslaegers heb ik met plezier en interesse gelezen, net als de boeken van Stefan Hertmans.'

“Kranten en tijdschriften maken nog altijd het grootste deel van mijn leeswereld uit. Ik wil niet vervreemden van de maatschappij waar ik af en toe over schrijf.”

'Niet enkel boeken staan voor lezen, dat vergeten we vaak. Ook kranten en tijdschriften behoren daartoe. Die maken nog altijd het grootste deel van mijn leeswereld uit. Ik wil niet vervreemden van de maatschappij waar ik af en toe over schrijf. Afgezien van fictie als Lanoye en Olyslaegers, zijn historische boeken nog altijd aanwezig in mijn leeswereld. Die laat ik niet los. Ik sprak al over Hans Fallada en Laurent Binet, maar reken daar ook maar Drugs in het Derde Rijk toe, van Norman Ohler, over de onwaarschijnlijke rol die drugs gespeeld hebben in de blitzkrieg van de eerste dagen, en in het leven van de Führer, en dat van het Duitse leger. En nog eentje, om af te ronden (lacht): De waarheid over Rwanda - Het régime van Paul Kagame van Judi Rever en Dead Aid van Dambisa Moyo en Niall Ferguson: Why Aid is Not Working and How There is a Better Way for Africa. Mijn interesses zijn breder dan vroeger, toen ik wat enggeestig was als journalist, maar het continent Afrika zal me nooit meer loslaten.'

© Michiel Devijver | Iedereen Leest


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest