De leeswereld van Stijn Depoorter
‘Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Stijn Depoorter, journalist.
door Matthias M.R. Declercq
Dat lezen denken is met andermans hoofd, leest u in Parerga en paralipomena, een verzameling kleine, filosofische geschriften waarin u dus denkt met het hoofd van Arthur Schopenhauer. De eerder pessimistische Duitse filosoof vindt dat de denkarbeid ontnomen wordt bij het lezen van een boek, dat je niet zelf de moeite moet doen: 'Het is ermee als met leerlingen die leren schrijven en de door de meester met potlood geschreven figuren met inkt natrekken', schrijft hij.
Maar dat idee van Schopenhauer werkt natuurlijk in twee richtingen. Bij het lezen volg je inderdaad de denkwijze van een ander, maar net dát zet zelf aan tot denken, tot reflecteren, tot het volgen van die denktrant of je ervan distantiëren. Een boek kan daarom je leven veranderen. Eén simpel inzicht en de kaarten liggen plots anders. Letterlijk.
Het overkwam Stijn Depoorter bij het lezen van Kartonnen Dozen, een evergreen uit de Nederlandstalige literatuur: 'Alles wat in mij broeide, wat ik niet goed kon duiden, werd na het lezen van Lanoye helder', zegt Stijn. In het tweede deel van de Wase trilogie verhaalt Tom Lanoye op autobiografische wijze zijn afkomst, opvoeding en schoolleven, maar vooral de alles vertederende kracht van de liefde voor een jongen die hij ontmoet op een reis georganiseerd door het ziekenfonds. 'Dat boek blies mij omver.'
Stijn Depoorter is een uitgeweken West-Vlaming die nu in Antwerpen woont. Hij werkt bij çavaria, een koepel van meer dan 120 verenigingen die opkomen voor holebi’s en transgenders, en blogt over het leven en hoe dat te leiden op stijnzijn.be. 'Ik ben opgegroeid in de jaren negentig in Diksmuide', zegt Stijn, 'op het platteland. Onderhuids voelde ik affectie voor jongens, maar wat dat gevoel precies inhield wist ik toen nog niet. Dat was helemaal anders na het lezen van Lanoye. Die man was geloofwaardig en schreef op een zeer herkenbare manier in een tijd waarin homo’s en transgenders op tv werden afgebeeld als Jimmy B (een typetje van Chris Van den Durpel, red.). Tom Lanoye werd een rolmodel voor me. En meer dan louter het inzicht in de homoseksualiteit, leerde ik van Kartonnen Dozen ook hoe groot de impact van een boek kan zijn.'
Veel beter dan het gedicht op de eerste pagina valt dat niet te verwoorden. Nog voor Kartonnen Dozen aanvat, schrijft de Waaslander dit:
Ik begroef mijn hoofd
in zijn kleren. Het
siste als een zuur.Alles hield op, nooit
meer te doven. Steen
voor de oven, kop
van glazuur.Langzaam ontplofte de literatuur.
'Kort na het lezen van Kartonnen Dozen kwam ik uit de kast. In het zesde middelbaar was dat. Mijn omgeving reageerde daar al bij al goed op. Velen hadden het blijkbaar al lang zien aankomen. Nu ja, mijn kamer hing ook helemaal vol met foto’s en posters van de Spice Girls. (lacht) Na Kartonnen Dozen liet ik Lanoye niet meteen los. Ik las ook zijn monstertrilogie (Het goddelijke monster, Zwarte tranen en Boze tongen) en ook die boeken zetten mij aan het denken.'
In ruim achthonderd pagina's zet Tom Lanoye daarin een archetypische familie neer die uit elkaar valt en houdt ons land een spiegel voor. 'Ik waande me haast deel van die familie', zegt Depoorter. 'Zelf ben ik een kind van gescheiden ouders. Op mijn zevende gingen vader en moeder uit elkaar en bracht ik de tijd vooral door bij mijn moeder en grootmoeder. Mijn biologische vader heeft nooit enige interesse in mij getoond. Het is intussen zelfs al van 2005 geleden dat ik hem zag. Ik heb er zijn moeder ooit op aangesproken, stelde me vragen, zocht antwoorden. 'Ja maar ja, ik heb me daar niet mee te moeien', zei mijn grootmoeder. 'Doe maar geweun voort, ’t ga wel over.' Alle vragen werden afgeblokt, in lijn met de heersende mentaliteit. Ik voelde dat er heel veel geschiedenis in de poldergrond zat, maar die grond werd dicht gestampt. Veel meer ga ik niet meer te weten komen, denk ik, want die grootmoeder is intussen overleden.'
Buzz Aldrin
'Mijn jeugd stond niet in het teken van lezen. Vader en moeder lazen geen boeken, en afgezien van wat strips en verhalen van Thea Beckman, Marc de Bel en Patrick Lagrou, was ik een sporadische lezer. Achteraf bekeken ben ik opgegroeid in een zeer beschermende omgeving. Afgeschermd eigenlijk. Ik was te toondoof om muziek te spelen, te asociaal voor een jeugdbeweging en te lomp om te voetballen. (lacht) Het is pas later, als twintiger en zeker als jonge dertiger dat mijn leeswereld zich echt ontwikkelde. Johan Harstad met ’-Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?, Bregje Hofstede met Drift, Jonathan Safran Foer met Extreem luid & ongelofelijk dichtbij … ze lieten en laten mij toe om even afstand te nemen van de wereld om me heen. Lezen staat in het teken van rust. De voorbije jaren zocht ik naar manieren om tot rust te komen, om me niet te laten meeslepen door sociale media, om eens niet stil te staan bij alles dat door mijn hoofd raast, en ik kwam als vanzelfsprekend bij het boek uit. Misschien hebben boeken van mij een empathischer mens gemaakt. Een rustiger mens ook.'
“De voorbije jaren zocht ik naar manieren om tot rust te komen, om me niet te laten meeslepen door sociale media, om eens niet stil te staan bij alles dat door mijn hoofd raast, en ik kwam als vanzelfsprekend bij het boek uit. Misschien hebben boeken van mij een empathischer mens gemaakt. Een rustiger mens ook.”
Holebibib
'De tijden veranderen. De representatie van holebi’s is niet meer vergelijkbaar met tien jaar geleden en al zeker niet met twintig jaar geleden. Je vindt steeds meer holebi-personages terug in de literatuur. Ook daar was/is een inhaalbeweging nodig, want heel vaak gaat een roman uit van het hetero-normatief. Het is goed dat J.K. Rowling (auteur van de Harry Potter-reeks, red.) nu zegt dat de personages Albus Dumbledore en Gellert Grindelwald een homoseksuele relatie hadden, al wordt dat in geen enkel boek met zoveel woorden geschreven. Het gaat dus wel de goede kant op. Ook in jeugdboeken duiken de holebi-verhaallijnen op. Een goed voorbeeld daarvan is They both die at the end van Adam Silvera, waarin een jongen van Puerto Ricaanse afkomst biseksueel blijkt te zijn en iets voelt voor een andere jongen. Dat boek combineert de seksuele en de culturele achtergrond van personages, wat niet vaak voorkomt.'
“Er is een tijd voor alles. Voor schrijvers om holebi’s in hun boeken op te voeren. En voor mij om steeds meer te lezen, steeds meer opgeslokt te worden door boeken.”
'Je vindt dergelijke gay literature ook makkelijk terug hier in Antwerpen. 'Kartonnen Dozen' is ook de naam van een boekenwinkel waar je boeken over lgbt-thema’s terugvindt, maar ook boeken geschreven door holebi’s zelf. En in Antwerpen-Berchem is er een Holebib in het gebouw van çavaria. Er is een tijd voor alles. Voor schrijvers om holebi’s in hun boeken op te voeren. En voor mij om steeds meer te lezen, steeds meer opgeslokt te worden door boeken. Ik ben een pad ingeslagen, en dat voelt goed.'
Deel dit artikel: