De leeswereld van Peter De Graef
'Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. In deze aflevering: acteur, auteur en theatermaker Peter De Graef. 'Lezen blijft een genot. Waar dan ook. Wanneer dan ook. Ik heb zoveel te danken aan boeken.'
door Matthias M.R. Declercq
'Je moet niet bang zijn van Brian', zegt Peter De Graef terwijl hij de trap naar de woonkamer opstapt. 'Hij doet je heus niks.' De deur gaat open en een dof gegrom stijgt op. Een hond met grijs haar komt van onder de tafel en zegt gedag. 'Brian is zeventien jaar oud en hij is doof en blind. Oersterk is die kerel!' In de woonkamer hangt Boeddha aan de muur en in een verlicht aquarium zwemmen schuwe vissen. 'Zal ik thee voor je maken?', vraagt Peter.
Het oneindige
Als een magnetisch veld hangt de warmte in de lucht en zie je de lange rij planten tegen de muur, dan is de winter ver weg. 'Ik woon hier al twintig jaar', zegt hij. 'Dit is mijn thuis, mijn plek.' Bij die plek horen ook boeken. Leonard Nolens ligt op de tafel, Dagboek van een dichter, 1979-2007, met daaronder Feitenkennis van de betreurde Hans Rosling en verder ook Raymond Kurzweil met De singulariteit is nabij. De ondertitel voelt ongemakkelijk aan: Het moment waarop de mensheid de grenzen van de biologie overstijgt.
'En zeggen dat ik afgelopen nacht amper heb geslapen, helemaal opgeslorpt door Drugs in het Derde Rijk. Wat een fantastisch boek. Hij gaat zitten en schenkt thee in. 'De zin om te leren, te begrijpen, je kennis bij te schaven, stopt echt nooit. Dat is het fantastische aan lezen: het oneindige.'
Ontsnappingsroute
Peter De Graef behoeft geen lange introductie. De Antwerpenaar heeft dertig jaar ervaring in de podiumkunsten. Hij is acteur, auteur, regisseur en ook dramaturg. En bevlogen, dat is hij ook - zijn discours is gestoeld op een stevige, wijsgerige basis. Was zijn rugzak vroeger gevuld met kasseien, dan is er nu lichtheid in het leven van Peter De Graef. 'Lezen was altijd mijn ultieme ontsnappingsroute', zegt hij. 'Een boek bracht mij als kind naar een andere, parallelle wereld, en dat was ook nodig, want het leven was niet fijn in die tijd.'
In mijn hoofd
Dit zijn de feiten: de moeder van Peter De Graef stierf toen hij zeven weken oud was, zijn vader was een borderliner met polio en zijn oudste broer was mentaal gehandicapt ten gevolge van rode hond tijdens de zwangerschap.
'Als kind werd ik opgevoed door mijn tante en mijn grootouders. Mijn oudste broer zat toen al in een gesticht. Nadien werd ik in een kostschool gedropt, om dan als tienjarige in te trekken bij mijn vader, die intussen hertrouwd was en op een appartementje in Borgerhout woonde. De hele tijd hadden hij en zijn nieuwe vrouw ruzie. Die spanning was ondraaglijk. Daarom was lezen de ultieme ontsnappingsroute. Op mijn slaapkamer sloeg ik een boek open van Karl May en waande me een cowboy in de Far West. Karel Norel is nog zo iemand die me toeliet weg te dromen. In de parochiebibliotheek op het einde van de straat haalde ik boeken als Scheepsmaat Woeltje en Engelandvaarders en zeilde in gedachten naar Oost-Indië. Wellicht heb ik de hele kinderafdeling uitgelezen. Fysiek zat ik in mijn slaapkamer, maar in mijn hoofd was ik op zee. Lezen stelde mij in staat de werkelijkheid even weg te duwen.'
Antwoorden
'Hoe ouder ik werd, hoe meer non-fictie zich opdrong. Ik worstelde als adolescent met grote vragen à la 'Wat is vrijheid?' Bij de jezuïeten sprak de leerkracht godsdienst over vrijheid in termen van hemel en hel, waarna de leerkracht biologie vrijheid linkte aan je sociaal milieu en de genen van je ouders. 'Hoe zit dat hier nu eigenlijk?', vroeg ik me af. Ik kwam uit een traumatische jeugd en zocht antwoorden. Het leven was toen niet makkelijk: verwrongen relaties, zelfmedicatie, alcohol, hasj, werkloosheid … maar boeken zetten mij enigszins op pad. Thema’s als wetenschap, filosofie en spiritualiteit lieten toe al lezend de wereld te overschouwen en die beter te begrijpen.'
Smeuïg dialect
'Uiteindelijk kwam ik zo ook in contact met meditatie, zowat de ultieme techniek om je op een beschouwende manier met het leven te verbinden, met je bestaan. Hoewel mijn professioneel leven daarna een aangename vlucht nam in de theaterwereld, droomde ik aanvankelijk van een carrière als romancier. De taal van mijn tante en grootouders, bij wie ik veel tijd doorbracht, heeft die droom ongetwijfeld beïnvloed. Zij spraken een danig mooi, beeldend dialect - het Zandvliets - dat ik vaak dacht: 'Dit moet ik opschrijven!' Bezocht ik mijn tante in het ziekenhuis en vroeg ik of ze genoeg bezoek kreeg, dan zei ze smeuïg: 'Je neef is hier geweest. Heel even en hij was weer weg, als een vlieg.' In haar taal zag ik een vlieg op een toile cirée. Of nog: 'Hoe is het leven hier, tante?' Haar antwoord: 'De mensen zijn hier even bot als de metalen buizen van mijn ziekbed.' Dat zijn vergelijkingen die zo in een roman passen.
De baron van Münchhausen
Ook mijn grootvader vertelde op een haast literaire manier. Mijn eerste boek, kinderencyclopedie De bonte wereld van A tot Z, bevatte een lemma over de baron van Münchhausen. Mijn grootvader kon die man tot op het akelige af tot leven wekken. Die liefde voor taal zette me aan het schrijven, maar proza bleek niet voor mij weggelegd. Iedere tekst vervelde van proza naar drama, wat goed is voor een theaterstuk, maar minder voor een roman. Er zat kennelijk ook niemand te wachten op mijn teksten, wegens te moeilijk, te ingewikkeld. Dus zei ik: 'Ga maar allemaal aan de kant, ik zal die tekst eens voor u spelen, zie!' en belandde in de theaterwereld. Eindelijk kon ik mijn eigen wereld scheppen en daar alles in proppen waar ik mee worstelde. Op scène werd het iets moois, iets ontroerends.'
Landschap
Brian slaapt en ronkt als een oude tractor. Nog altijd kijkt de Boeddha ons aan en de vissen in het aquarium zwemmen rondjes. 'Ik ben verdorie al zestig jaar’, zegt De Graef, nippend van een verse tas thee. 'En vreemd genoeg worden oude herinneringen nu pas helder. Je kijkt achterom en ziet een overzichtelijk landschap.'
'Natuurlijk ben ik nog altijd onrustig en zoekende, een mens mag en moét zoeken naar de waarheid, hoe onmogelijk die zoektocht ook is. Maar life ain’t no shit no more, en dat is goed. Literatuur is geen welgekomen ontsnappingsroute meer, wegens geen nood om te ontsnappen. Je zou kunnen stellen dat ik de literatuur niet meer nodig heb, maar dat klopt niet. Zeker de non-fictie heeft mij op weg geholpen en doet dat nog altijd. Hans Rosling dus, en De singulariteit is nabij en daar liggen nog boeken over Tibetaanse meditatie. Lezen blijft een genot. Waar dan ook. Wanneer dan ook. Ik heb zoveel te danken aan boeken.'
De leestips van Peter De Graef
Deel dit artikel: