De leeswereld van Mona en Victoria Laureyns

Tijdens Jeugdboekenmaand brengen we kinder- en jeugdboeken onder de aandacht, en wie kan daarover beter vertellen dan de jeugd zelf? In deze Leeswereld-special ontdek je de boekentips en leesroutines van tien kinderen en jongeren. Deze aflevering: Victoria en Mona Laureyns. 

door Matthias M.R. Declercq
©Michiel Devijver en Iedereen Leest
©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Weet je waarom dit boek zo leuk is?’, vraagt Victoria, die De kikkerbilletjes van de koning openklapt. ‘Omdat het niet vanuit één concept vertrekt, maar verschillende sprookjes vertelt, met allemaal verschillende tekeningen. Allemaal zijn ze anders dan de typische verhalen waar je bij "sprookjes" meteen aan denkt.’  

Daar zit je dan, aan een keukentafel in het Antwerpse. Je verwachtte een moeizaam gesprek, want hoe gaat dat, kinderen interviewen? Hoe reageren die? Kunnen jongens en meisjes uit de lagere school wel uitleggen waarom het ene boek leuk is, en het andere niet? Zit je daar met je vraagtekens en veronderstellingen, neemt er dan een meisje van tien achteloos het woord ‘concept’ in de mond en praat ze in volzinnen alsof ze een jeugdboek schrijft. Al even achteloos verdampen de vraagtekens en luister je een uur lang geboeid naar de theorieën van twee zussen. Theorieën die dieper gaan dan waar je als kind zelf reiken kon.  

Victoria: ‘Eigenlijk heb ik de prentjes niet meer nodig, ook die van De kikkerbilletjes niet. Wat dan overblijft zijn alleen woorden en leestekens. Het is toch bijzonder dat uit die tekens een heel verhaal ontstaat? Dat er zich plots een film afspeelt in je hoofd! Maar ook al heb ik geen tekeningen meer nodig, zo af en toe een krulletje aan een letter vind ik nog leuk hoor.’ (lacht

“Het is toch bijzonder dat uit de woorden en leestekens een heel verhaal ontstaat? ”

Zoals in het echt

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Mona: ‘Ik zit in het eerste middelbaar en ben drie jaar ouder dan Victoria. Vroeger gaf ik mijn boeken door aan mijn zus, die meestal maar een paar pagina’s las en ze aan de kant schoof. (lacht) Maar nu leest ze steeds meer van die boeken. Mijn leeswereld is veranderd van fantasie naar werkelijkheid, en misschien is dat bij mijn zus ook aan het gebeuren.’ Mona neemt er Briefgeheim bij, van Jan Terlouw. Ze vond het boek in de grote boekenkast op de tweede verdieping: daar staan alle verhalen uitgestald uit de jeugd van vader en moeder. Briefgeheim is zo’n klassieker. Het boek gaat over Eva, een meisje dat thuis wegloopt omdat haar ouders te veel ruzie maken. In haar schuilplaats ontdekt ze dat er een moord wordt beraamd, waarna Eva samen met de kinderen uit de buurt het complot aan het licht brengt.  

“Dingen die in het echt gebeuren kunnen nog beter verteld worden in een boek dan in een gesprek. In het echt is iemand misschien beschaamd om alles te vertellen, maar in een boek moeten de personages zich niet inhouden.”

‘Ik had nog nooit van Jan Terlouw gehoord', zegt Mona, ‘maar wat een goed en spannend boek! “Het grote zwijgen”, dat vergeet ik niet snel. Zo noemt Eva de ruzie tussen haar ouders. “Eva, vraag eens aan je vader of hij de boter doorgeeft”, zegt de moeder dan. Kort voordien, in de les niet-confessionele zedenleer, hoorde ik klasgenoten praten over hun moeilijkheden thuis. Daarvan schrok ik. Ik dacht dat alle ouders goed voor hun kinderen zorgden, maar dat bleek niet zo te zijn. Elders heb je dus ook “het grote zwijgen”. Toen ik Briefgeheim las, dacht ik aan die klasgenoten en besefte dat dingen die in het echt gebeuren, zoals moeilijke thuissituaties, nog beter verteld kunnen worden in een boek dan in een gesprek. Want in het echt zal iemand misschien beschaamd zijn om alles te vertellen, terwijl in een boek alles kan en de personages zich niet moeten inhouden. Het boek heeft me geholpen om die dingen beter te begrijpen, maar tegelijk was het ook gewoon heel leuk om Eva’s avontuur te volgen. En neen, neen, neen, ik ga niet vertellen hoe Briefgeheim afloopt. Je moet het zelf maar lezen!’ 

De stap die Mona zet van kinder- naar jeugdliteratuur heeft wel consequenties: ‘Je moet er nu tegen kunnen als er iemand sterft in een verhaal. Of dat het soms eng en griezelig is. Vroeger durfde ik dan ’s avonds niet meer door de gang lopen. Ik herinner me nog hoe de grootvader van Polleke (in het gelijknamige boek van Guus Kuijer) stierf, waarna ik naar beneden liep om dat aan papa en mama te zeggen. Ik herinner me ook de begrafenis: Pollekes grootvader werd begraven in een chic kostuum. Afscheid nemen hoort er nu ook bij hé, in de verhalen die ik lees.’ 

Villa Victoria

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Victoria laat haar zus keurig uitspreken, en denkt intussen na over haar persoonlijke leesgeschiedenis. ‘Ik weet eigenlijk niet meer hoe het lezen is begonnen’, zegt ze. ‘Als huiswerk vond ik lezen niet fijn. Dan moét je lezen. Het was fijner om naar mama te luisteren, die ons ’s avonds altijd voorlas. Soms las Mona me ook voor. Ben ik daardoor zelf beginnen lezen? Misschien. Ik weet het niet zo goed.’ 

Mona: ‘Ik vond lezen vroeger echt stom en moest zelfs naar de hulpklas omdat ik niet goed las. Het interesseerde mij niet. Maar die leerkracht leerde me wel dat lezen je naar een andere wereld brengt. Daarvoor moet je wel eerst alle woorden begrijpen, en veel oefenen. Die juffrouw nam zelfs voorwerpen mee om de woorden die ik de vorige keer niet begreep uit te beelden. Natuurlijk was dat fijn! Op de duur vond ik lezen leuk, kreeg ik huis prentenboeken voor mijn verjaardag en nu kan ik niet meer zonder boeken. Je moet ook een beetje geluk hebben. “Oh nee, lezen, bah!”, zeggen sommige jongens en meisjes in mijn klas. “Lezen? WAT?! Saaaaaaaaaai. Kan het nog erger?” Maar dat komt omdat ze nog nooit een goéd boek hebben gelezen. Als iemand hen een leuk verhaal zou geven, denk ik dat ze lezen wél leuk zouden vinden.’ 

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Victoria: ‘Misschien moet je ze dit boek eens geven: Unwritable van Lotte van den Noort. Het is in het Nederlands hoor, alleen de titel is Engels. Dat is een van mijn eerste boeken zonder prentjes. Eerst dacht ik dat het te moeilijk zou zijn, maar hoewel het een beetje duister is, heb ik het wel graag gelezen. Omdat het zo spannend is. Het gaat over iemand die in het verzet zit! Maar als je een klein plezierig boekje zoekt om ’s avonds in bed te lezen, dan moet je dit niet kiezen en is Villa Victoria (van Eva Devriendt en Tim T. Van der Mensbrugghe) een beter idee. Het gaat over leuke dingen, zoals het circus, en het boek heeft natuurlijk een prachtige titel!’ (lacht

Mona: ‘En alle boeken van Anna Woltz, dat is mijn lievelingsschrijfster. Zeker De Tunnel is een heel leuk boek.’ 

Victoria: ‘Wil je nog titels, of heb je er genoeg? En als je nog vragen hebt, stel ze maar hé.’ 

“'Oh nee, lezen, bah!', zeggen sommige jongens en meisjes in mijn klas. Maar dat komt omdat ze nog nooit een goéd boek hebben gelezen. Als iemand hen een leuk verhaal zou geven, denk ik dat ze lezen wél leuk zouden vinden.”


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest