De leeswereld van Martine Tanghe

Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Martine Tanghe, voormalig nieuwsanker.

door Matthias M.R. Declercq
©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Kun je geboren worden met een natuurlijke “zin om te lezen”?’, vraagt Martine Tanghe. ‘Ik kom niet uit een belezen gezin. Vader en moeder konden maar tot hun veertiende naar school gaan, daarna moesten ze al werken. Ze lazen de krant, dat wel. Ik kom dus niet uit een bevoorrecht milieu als het over lezen gaat, maar van kleins af was ik wel het meisje dat na schooltijd thuiskwam, een boterham at en boeken las. Die drang om te lezen moet toch ergens vandaan komen?’ Voormalig journaliste en nieuwsanker Martine Tanghe denkt na, en komt met een antwoord. ‘De school. Leerkrachten die aanzetten tot lezen, misschien was dat de aanzet. En de bibliotheek, niet te vergeten. Na de mis op zondag ging ik naar de bibliotheek, ontleende vijf boeken, en las die op internaat in Kortrijk allemaal uit.’

“De kracht van kinderboeken is dat ze ook volwassenen meenemen naar een andere, fantasierijke wereld. Uiteindelijk draait het om leesplezier, en daar doet de leeftijd niet toe.”

Kinder- en jeugdliteratuur maakt nog altijd deel uit van haar leven. Martine Tanghe las vroeger het nieuws voor aan heel Vlaanderen, maar las thuis ook voor aan haar drie kinderen. Nu doet ze hetzelfde voor de kleinkinderen en maakt ze deel uit van de jury voor de nieuwe Boon-prijs voor Nederlandstalige kinder- en jeugdliteratuur. ‘Bij het (voor)lezen beeld ik me in hoe zo’n verhaal binnenkomt bij een dertienjarige. Makkelijk is dat niet, maar het lukt wel. De kracht van kinderboeken is dat ze ook volwassenen meenemen naar een andere, fantasierijke wereld. Uiteindelijk draait het om leesplezier, en daar doet de leeftijd niet toe. Daarom blijf ik lezen: voor het pure plezier.'

De jaren

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Mijn onderdompelen in het leven van iemand anders, even weg zijn van de wereld, daar draait het om voor mij. Daarom heb ik in mijn werkleven nooit veel non-fictie gelezen. Voorheen, als student wel, over feminisme, politiek, Latijns-Amerika, enzovoort. Later zag ik de actualiteit de hele dag op het werk, dus bij thuiskomst las ik een roman, om de dag rustig af te ronden. Dat is nu niet anders. Na Het journaal, Terzake en De Afspraak schakel ik de televisie uit en lees nog een paar uur.

Boeken komen niet zomaar op mijn pad. Ik ga gericht op zoek. Cliënt E. Busken is een boek dat klaar ligt. Daarin schrijft Jeroen Brouwers over een wat verwarde, oude man. Een jaar geleden is mijn vader overleden. Hij leed aan Alzheimer, al is hij daar niet aan gestorven. Nu ga ik dat boek lezen, misschien geeft het mij een beter inzicht in de gedachten van zo iemand. Herkenbaarheid is belangrijk bij het lezen. Dat was ook zo bij De jaren van Annie Ernaux, hoewel dat geen fictie is, eerder een soort collectieve autobiografie van haar leven, maar ook van Frankrijk, van de tijd tussen 1949 en 2010. Ik herkende veel beelden, foto’s en tv-programma’s waarover Ernaux schrijft. Dat boek is een meesterwerk.’

Bhutan

‘Behalve het plezier van het verdwijnen en het genieten van taal speelt ook de locatie van het verhaal een rol in mijn leeswereld. Een heel grote rol zelfs.’ In de woonkamer van Martine staan verschillende boekenkasten. Eentje met non-fictie en zeeverhalen van wijlen haar man, eentje met Nederlandstalige fictie, een kast met kinderboeken, een kast met vertaalde literatuur, en overal vind je ongemerkt verwijzingen naar reizen die ze ooit maakte(n). ‘Voor vertrek zoek ik boeken die zich afspelen op mijn bestemming of verhalen die geschreven zijn door inwoners van dat land. Op die manier verbreed je je leeswereld en leer je bij. Latijns-Amerika is een werelddeel waar ik erg van houd. Ik heb er veel schrijvers ontdekt, van Chileense tot Boliviaanse, tot auteurs uit Nicaragua en Colombia. In dat laatste land heeft mijn oudste zoon een tijd gewoond. Toen ik hem bezocht las ik The Train of Ice and Fire van Ramón Chao, de vader van muzikant Manu Chao. Ooit maakte die laatste een treinreis door Colombia om in de verste uithoeken op te treden voor mensen die nooit de kans hebben een concert bij te wonen. Te midden de drugsoorlog in Colombia reed een trein vol muzikanten door het land. Vader Ramón was ook mee. Hij was de chroniqueur van de trip en schreef er een boek over.’

“Soms is het moeilijk om boeken te vinden over een bepaald land. Er zijn niet veel verhalen geschreven over Moldavië in een taal die ik begrijp. Maar een online zoektocht leverde wel een fan-tas-tisch boek op: 'The Good Life Elswhere' van Vladimir Lorchenkov.”

‘Een andere reis bracht me naar Bhutan, een koninkrijk in de Himalaya. Daar wilde ik altijd al naartoe. Een aantal jaar geleden besliste ik te reizen naar Bhutan en botste op Butter Tea at Sunrise: A Year in the Bhutan Himalaya van Britta Das en het fantastische Radio Shangri-La: What I Discovered on my Accidental Journey to the Happiest Kingdom on Earth van Lisa Napoli. Soms is het moeilijk om boeken te vinden over een bepaald land. Er zijn niet veel verhalen geschreven over Moldavië in een taal die ik begrijp. Maar een online zoektocht leverde wel een fan-tas-tisch boek op: The Good Life Elsewhere van Vladimir Lorchenkov, over een paar Moldaviërs die dromen van migratie naar een West-Europees land. Italië, daar zien ze zich wel wonen. Om toch maar binnen te raken besluiten ze deel te nemen aan een sportkampioenschap: curling!’

Er volgen nog reisanekdotes. Over Laos, Cambodja, Vietnam en ook over de zeilreis die Martine met haar man ondernam. Ooit zeilden ze samen de Atlantische Oceaan over, in drie weken tijd. Behalve zeilen had Martine er tijd om te lezen: ‘Ik las toen de twee dikke delen van De Geschiedenis van de Filosofie.

Oerboeken

“Als ik er twee boeken uitpik die een blijvende indruk op me hebben nagelaten, moet ik toch terug naar mijn jeugd: 'Le Petit Prince' van Antoine de Saint-Exupéry en 'Het Achterhuis' van Anne Frank.”

Als ik er twee boeken uitpik die een blijvende indruk op me hebben nagelaten, moet ik toch terug naar mijn jeugd, naar mijn tienerjaren. Wellicht is de leeftijd de reden, - ik was toen dertien-, of het specifieke leven op internaat. Of misschien zijn het gewoon de thema’s die me zo diep raakten. Hoe dan ook: Le Petit Prince van Antoine de Saint-Exupéry en Het Achterhuis (het dagboek van Anne Frank) zijn me bijgebleven. Van beide boeken was ik ondersteboven. Anne Frank schrijft op een gegeven moment dat ze later journalist wil worden, en daarna misschien schrijfster. Wellicht is het zaadje daar voor mij geplant. Gedreven door een gezonde verontwaardiging over wat er fout liep en loopt in de wereld, wilde ik daarover berichten.’

‘Op mijn kamer op het internaat hing een citaat uit Le Petit Prince: “Je suis responsable de ma rose.” Ik heb altijd een grote zin voor verantwoordelijkheid gehad. Misschien door het lezen van dat boek, over hoe het jongetje voor zijn roos moet zorgen. Le Petit Prince is echt een ode aan het wezen van een kind, aan de verbeelding, de creativiteit. Het is een kinderboek voor volwassenen. En daarmee is de cirkel rond.’

©Michiel Devijver en Iedereen Leest


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest