De leeswereld van Imke Courtois
'Lezen is denken met andermans hoofd', zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Imke Courtois.
door Matthias M.R. Declercq
Februari 2017. De nationale damesvoetbalploeg van ons land, de Red Flames, neemt ter voorbereiding op het komende Europees kampioenschap deel aan de Cyprus Cup. Het is avond. Coach Yves Serneels loopt de kamers van de speelsters af. Die liggen op bed te rusten, luisteren naar muziek of kijken naar Netflix. Eentje leest een boek: Imke Courtois. De coach leest de titel op de cover: Het religieuze na de religie. Filosoferen over ervaring en geloof, van sinologe en filosofe Woei-Lien Chong. Hij kijkt Imke in de ogen: 'Courtois, gij gaat nog zot worden gij.'
'Je had die zijn gezicht moeten zien!', lacht Imke, drie jaar later. 'Wat een geluk dat ik toen boeken las. Voetbal om mijn hoofd leeg te maken. En boeken om het weer op te vullen.'
Wild
Ergotherapeute is ze nu, en kinesitherapeute. Imke Courtois is ook voetbalanaliste en nog altijd bindt ze de schoenen aan. Zonder noppen: na het EK verruilde ze het grasveld voor de sporthal en komt nu uit voor de nationale zaalvoetbalploeg. 'Als kind heb ik nooit boeken gelezen', zegt ze. 'Daar was ik te wild voor en te ongeduldig. Altijd speelde ik buiten met een bal. Op school mocht ik niet aan het raam zitten, om niet afgeleid te raken. Pas op het einde van de middelbare school kwam de kentering en de nood aan meer diepgang.'
Toen vond de leerkracht Nederlands een vreemd boek in haar tas. 'Mein Kampf', lacht ze. 'Tja, plots kan ik begeesterd raken door het minste onderwerp. Dat is nog altijd zo. Ik wilde de gedachtegang van Hitler begrijpen, dus las ik Mein Kampf. Ik heb het boek niet uitgelezen, want eens ik de gedachtegang begreep, voelde die zo afschuwelijk aan dat lezen niet meer lukte.'
De leeswereld van Imke Courtois is bijzonder. Er was Mein Kampf, nu is er Pessoa. 's Ochtends leest ze gedichten: 'ideaal voor een blitzontbijt.' De laatste pagina’s van een boek leest Imke niet: 'ik begrijp nog altijd niet waarom', en nooit valt ze in slaap bij het lezen: 'daarvoor ben ik te geconcentreerd.'
'Zijn dat vreemde leesgewoonten, denk je?' (lacht)
De Wachter
'De drang naar informatie leidde naar boeken, en begon aan de universiteit. The psychophysiology of self-awareness: Rediscovering the lost art of body sense van de Amerikaanse professor Alan Fogel, dat boek raadde een docent me aan. Ik heb er een 30 pagina's lange samenvatting van gemaakt. Razend interessant. Dat boek is het echte begin van mijn leeswereld. Voor het eerst 'ontdekte' ik boeken, zag ik ze als verrijkend, als prikkelend. Ik kon er mijn nieuwsgierigheid in kwijt. Via Fogel kwam ik bij Paul Verhaeghe en Dirk De Wachter. Ik ben geïnteresseerd in de anatomie van het menselijk lichaam, de fysiologie, vandaar ook mijn job, maar het psychologische is even belangrijk. Het lichaam is een toegangspoort tot de geest. En omgekeerd. Dat schuilt in de taal: vlinders in de buik, een houten hoofd. Ik las steeds meer boeken die beiden thema's behandelen: het lichaam en de geest. Neem daar de interactie tussen het lichaam, de geest én de maatschappij bij, en je hebt een beeld van het soort boeken dat ik aanvankelijk las. Maar nu is er meer.'
De Sigarenwinkel
Imke klapt een dichtbundel van Pessoa open: In ons leven tallozen.
'Hier, dit is toch fantastisch?'
Denkend aan wie ik was, zie ik een ander;
Verleden wordt in het geheugen heden.
Wie ik was, heb ik nu
Lief, zij het in droom.
En het verlangen dat mij kwelt geldt niet
Mijzelf noch mijn gezien verleden, maar
Iemand die ik bewoon
Achter zijn blinde ogen.
Niets kent mij dan het ogenblik. Zelfs mijn
Herinnering is niet, zodat ik voel
Dat wie ik ben, en was,
Verscheiden dromen zijn.
'Hoe kun je dat nu zo mooi verwoorden? En hier, De Sigarenwinkel, de eerste regels: 'Ik ben niets. Ik zal nooit iets zijn. Ik kan ook niet iets willen zijn. Afgezien daarvan koester ik alle dromen van de wereld.' Mijn leeswereld breekt nu open. Af en toe is er ruimte voor fictie. Dus ook voor Pessoa. Duw mij geen roman van vijfhonderd pagina’s in de hand, dat is een berg waar ik nog niet over geraak. Onlangs las ik de helft van Een honger van Jamal Ouariachi, en beetje bij beetje rijpt het besef dat je ook via fictie veel over de wereld leert. Ik vermoed in de toekomst meer fictie te zullen lezen. Het proces is ingezet. Vrienden tippen me boeken. Ik sprak met Rick de Leeuw over Rainer Maria Rilke, en hij tipte me Pessoa. Onlangs stuurde Jan Mulder me een oude dichtbundel. Ik durf het boekje zelfs niet mee te nemen, uit schrik het te verliezen.'
Schilderij
'In een wereld vol prikkels is een boek een verademing. Het is een manier om het leven te vertragen. Meer dan vroeger vind ik rust in boeken. Ik ben nieuwsgierig, sta open in het leven en neem die prikkels soms allemaal in me op. Dan helpt een boek.
Lezen voelt ook zinvol aan. Wie een uur televisie kijkt, voelt zich anders dan iemand die een uur leest. Een verhaal leeft ook echt in mij. Lees ik over een stad, dan ben ik ín die stad en wil ik weten of de beschrijving strookt met de werkelijkheid. Lezen is als het bezoeken van een museum. Je gaat binnen, bekijkt de schilderijen en gaat terug buiten. Maar twee dagen later is het genot van dat schilderij nog groter dan toen je er voor stond. Net als in schilderijen vind ik ook troost in boeken. Een mindere dag kun je opvangen met een schilderij van Kandinsky, maar een boek over die Russische schilder kan dat ook. En net uit troost haal ik energie. Het is goed om eens ongelukkig te zijn. Af en toe. Dan put ik kracht uit een donker verhaal. Langzaamaan krijgt lezen steeds meer functies. En dat is goed.'
Deel dit artikel: