De leeswereld van Erika Vlieghe

Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Erika Vlieghe, infectiologe.

door Matthias M.R. Declercq

 

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘De Japanners hebben daar een woord voor, wist je dat?’, vraagt Erika Vlieghe. ‘Tsundoku’, dat is waar ze op doelt. Dat is een samentrekking van ‘tsunde’, wat zoveel betekent als opstapelen, en ‘dokusho’, Japans voor boeken lezen. Voeg die twee samen en je hebt ‘tsundoku’, of het kopen en verzamelen van boeken met de intentie om ze te lezen, maar daar nooit aan toekomen. ‘Aan beide kanten van mijn bed zie ik de stapels boeken zo groeien’, lacht Vlieghe. ‘Geen idee of ik ze ooit ga uitlezen of er überhaupt aan kan beginnen.’ Erika Vlieghe is als arts, internist en infectiologe verbonden aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen, waar ze ook diensthoofd infectieziekten en tropische geneeskunde is. De coronapandemie palmt al haar tijd in, maar eens die gaat liggen, dan gaat Vlieghe ook liggen, met een boek in de hand. Welk boek dat zal zijn, weet ze nu al. Het ligt klaar: Revolusi van David Van Reybrouck. Dat boek zàl ze lezen, geen ontkomen aan.

Mali

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Mijn leeswereld is heel breed en gaat van strips over romans tot reisverhalen. Voor die laatste heb ik een zwak: dankzij schrijvers als Adriaan van Dis, Cees Nooteboom en José Saramago kun je reizen vanuit je zetel, in je hoofd. Denk aan The Road to Oxiana van Robert Byron, een prachtig boek uit de jaren dertig over een reis naar Midden-Azië. Ook Lieve Joris bezit het talent om een voor mij onbekende wereld op te wekken en bloot te leggen. Ik heb álles van haar gelezen, en dan zeker Mali Blues, waarin ze van Senegal via Mauritanië naar Mali reist. Het is ook dankzij Joris dat ik Ryszard Kapuściński leerde kennen, wiens oeuvre ik tot mij genomen heb. Joris is de schrijfster die voor mij de wereld heeft geopend, op jonge leeftijd. Toen ik tiener was, nam zij me in gedachten mee naar andere continenten, in een taal die me is bijgebleven. Ook daarom lees ik: niet alleen om me los te maken van de bestaande wereld, maar ook om te genieten van taal, van schoonheid. Dan denk ik spontaan aan J.M. Coetzee, en aan De Engelse patiënt van Michael Ondaatje. Prachtig verhaal is dat.'

'Lezen kan ook tot nieuwe kennis leiden. Dat is geen voorwaarde voor een boek, maar als iemand erin slaagt om me mee te nemen naar een onbekende wereld, in prachtige bewoordingen én mijn geschiedkundige kennis bijschaaft - ik heb niet graag gaten in mijn kennis - dan kom je misschien wel tot de ultieme leeservaring. Daarom houd ik van David Van Reybrouck. Hij combineert die verschillende facetten en houdt mijn aandacht van bij het begin vast. Dat is niet eenvoudig in een tijd waarin mensen zo makkelijk afgeleid zijn, en de tijd vaak ontbreekt. Maar àls dat lukt, als aan alle voorwaarden is voldaan, dan is een boek het best mogelijke gezelschap. Met een boek in je tas ben je nooit alleen en heb je altijd de kans te ontsnappen.’

“Als een auteur erin slaagt om me mee te nemen naar een onbekende wereld, in prachtige bewoordingen én mijn geschiedkundige kennis bijschaaft, dan kom je misschien wel tot de ultieme leeservaring.”

Hertog van Alva

‘Als mijn hoofd te vol zit en mijn agenda niet toelaat om te lezen, dan grijp ik naar stripverhalen. Dat deed ik als kind ook al. Ik had een oom met een grote collectie strips, en bij ieder bezoek dook ik in die verhalen. Pas later heb ik beseft hoe groot die invloed was op mijn wereldbeeld. Ik heb het niet over Jommeke, maar vooral over Suske en Wiske. De verhalen van Willy Vandersteen waren zo goed gedocumenteerd dat die me al in een vroeg stadium toelieten om te “reizen”. Het is Vandersteen die mijn beeld van pakweg Azië en Noord-Amerika heeft gevormd. In De sissende sampan kom je in contact met Hongkong en de Filipijnen, en zie je tekeningen van mensen op woonboten. Zoiets had ik voorheen nog nooit gezien. Idem voor de trappershutten in Alaska in De lachende wolf. Daarin zie je prentjes van mensen met sneeuwraketten aan hun voeten. Maar evengoed leer je de Hertog van Alva kennen en de schilderijen van Rubens.

“De verhalen van Willy Vandersteen waren zo goed gedocumenteerd dat die me al in een vroeg stadium toelieten om te 'reizen'. Het is Vandersteen die mijn beeld van pakweg Azië en Noord-Amerika heeft gevormd. ”

'Leidt Suske en Wiske tot stereotypering? Vermoedelijk wel, maar je krijgt via die strips wel een breed gamma aan beelden voorgeschoteld. Suske en Wiske was geen opstap naar het lezen van jeugdboeken of romans. Ik heb het ene niet door het andere vervangen. Er liggen dus nog altijd strips naast mijn bed, eerder uit nostalgie, maar ook uit goesting: het is gewoon plezierig.’

Nature / nurture

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

Erika Vlieghe is opgegroeid in een belezen gezin. Vader is kunsthistoricus en beschikt in zijn werkkamer over een bibliotheek vol boeken over schilder- en beeldhouwkunst, maar evengoed over wandtapijten en miniaturen. Bij sommige van die boeken hield hij de pen zelf vast, in die over Rubens en de zeventiende eeuw. Ook de moeder van Erika leest veel. Zij is laborante. Erika zelf is een mix van de twee.

‘Net zoals mijn vader etsen en schilderijen analyseert om de maker te identificeren, zoek ik ziektepatronen bij patiënten. We doen hetzelfde, maar op een andere manier. Zowel vader als moeder hebben voeling met verhalen. Dat had ook mijn grootvader, bij wie ik de Winkler Prins las. Hebben zij mij aan het lezen gezet? Of greep ik van nature naar boeken? Is het nature of nurture? Een mix van beide wellicht. Ik weet niet of ik iemand anders was geworden in een ander gezin. Het wetenschappelijke en het medische vormen mijn leefwereld, maar nog voor de uitbraak van de pandemie hebben we hier theater gemaakt met onze patiënten. Zij vertelden wat hun is overkomen, en over de impact daarvan. Die verhalende component maakte de cirkel rond.’

“Hebben mijn ouders mij aan het lezen gezet? Of greep ik van nature naar boeken? Is het nature of nurture? Een mix van beide wellicht. ”

‘Die mix van nature en nurture herken ik bij mijn eigen kinderen. Ik heb twee zonen. De oudste las vroeger heel veel. Nu richt hij zich meer op gamen. De jongste heeft qua karakter een grotere voeling met verhalen. Hij volgt kunstonderwijs, is verbaal en sociaal sterk, kan goed tekenen, maar hij leest veel minder. Cinema boeit hem wel. We kijken samen naar films, maar het geschreven verhaal zegt hem minder. Hij heeft beelden nodig. Toch hebben mijn ex-man en ik wel geprobeerd om de liefde voor lezen over te brengen, onder meer door zelf voor te lezen. Bij de ene is dat gelukt, bij de andere niet. Maar goed, misschien moet ik nog een poging wagen. Het is nooit te laat, toch? Want uiteindelijk is dat wat ons verbindt: verhalen.’



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest