De leeswereld van Camine Van Hoof
Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Camine Van Hoof, B-girl.
door Matthias M.R. Declercq
‘Lezen? Het duurde tot het einde van mijn middelbare schooltijd voor ik daar het plezier van inzag! Lange tijd had ik echt een aversie voor boeken.’ Camine Van Hoof zegt het met de glimlach: ‘Dat lag niet aan de verhalen, maar aan de dyslexie die het moeilijk maakte om er mijn aandacht bij te houden. Het kostte me op school weken of maanden om een boek te lezen.’
Camine Van Hoof is een verhaal op zich. De Antwerpse orthopedagoge behaalde ondanks haar dyslexie een master in de Wijsbegeerte aan de Universiteit Antwerpen, heeft als B-Girl (vrouwelijke breakdancer) een topsportcontract bij Sport Vlaanderen en maakt veel kans zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen in Parijs. Ze is ook een van de drijvende krachten achter Scratch, een jeugdhuis op het Kiel in Antwerpen, dat inzet op hiphop en al wat daarbij hoort. En ze draagt een kruisje om de hals. Voor Camine is de Bijbel geen vodje papier. De Leeswereld van Camine Van Hoof is bijgevolg gebaseerd op die combo aan contrasten. ‘Ik lees niks zomaar.’
Chaos
‘Ik vind het soms zelf vreemd als ik eraan terugdenk’, zegt Camine. ‘Hoe kon iemand die lezen echt haatte kiezen voor een studie filosofie, waarin je de haast onleesbare teksten van Hegel, Kant en Nietzsche onder ogen krijgt? Interesse, dat is het antwoord, denk ik, geboeid zijn door een onderwerp. Zo ben ik al lange tijd geboeid door hiphop en lees ik daar nu boeken over, net als over mentale veerkracht. Ik lees dus in hoofdzaak non-fictie. Mijn enthousiasme om de wereld om me heen beter te begrijpen en om linken te kunnen leggen, is groter dan de obstakels die dyslexie opwerpt. Er zijn ook middeltjes om de pijn te verzachten, zoals audioboeken of apps om PDF’s of andere documenten te laten voorlezen. Als iets me écht boeit, wip ik de boekenwinkel binnen en grijp naar wat ik zoek.’
‘Het is trouwens aan de universiteit dat ik het boek las dat nog altijd van grote waarde voor me is: Total Chaos van Jeff Chang. Daarin ontleedt de auteur de esthetiek van hiphop, de kunstvorm, en gaf hij me zo meer inzicht in mijn passie. Total Chaos was de leidraad van mijn masterproef, over de essentie van hiphop, het proberen vatten van wat een heel brede cultuur is geworden. Lezen stond me een diepgang toe die je anders moeilijk bereikt. Je kan online veel opzoeken over een thema, maar lees je een boek, dan doe je echt aan kennisverwerving. Total Chaos leerde me dat hiphop een expressievorm is. Het gaat om het uiten, of dat nu via break is, via rap, graffiti, of wat dan ook: hiphop is gebaseerd op eenheid, liefde en fun en streeft ondanks de soms harde rapteksten, of de erg competitieve battles tussen dansers, naar een betere wereld; hoe vaag dat ook klinkt. Hiphop laat me groeien naar de beste versie van mezelf. Ik lees veel over onze cultuur. The Tao of Wu is nog zo’n fantastisch boek.’ Daarin vertelt de auteur, The RZA, de stichter van de Wu-Tang Clan, over opgroeien in de rafelige buurt van Staten Island in New York en zijn spirituele reis naar het sterrendom dat hij met de Wu-Tang Clan bereikte. The Tao of Wu wordt beschouwd als de Siddharta van de hiphopgemeenschap. Camine: ‘Dit moést ik echt lezen om mijn eigen wereld beter te begrijpen.’
“Aan de universiteit las ik het boek dat nog altijd van grote waarde voor me is: "Total Chaos" van Jeff Chang. Daarin ontleedt de auteur de esthetiek van hiphop, de kunstvorm, en gaf hij me zo meer inzicht in mijn passie: breakdance. Je kan online veel opzoeken over een thema, maar lees je een boek, dan doe je echt aan kennisverwerving.”
Mindgame
‘Lezen is weten, begrijpen, groeien. Wil ik presteren in mijn sport, dan moet ik ook mentaal groeien. Dus lees ik The War of Art van Steven Pressfield en The Champions’s Mind van Jim Afremow: boeken die helpen om blokkades te doorbreken. Vlieg ik naar India voor een wedstrijd, dan helpt zo’n boek om de juiste focus te vinden. Breaking is een mindgame. Natuurlijk gaat het om bepaalde tricks en moves, maar het speelt zich af tussen de oren. Het is één tegen één. Er komt wat intimidatie bij kijken, er zit veel volk in de zaal en je redt het alleen met vastberadenheid. Niet alleen boeken, ook gesprekken met een sportpsycholoog helpen me. Hoe kan ik mijn tegenstander beïnvloeden? Hoe kan ik de battle naar mijn hand zetten? Ik heb nu een topsportcontract, hoop me te kwalificeren voor de Spelen in Parijs en besef echt wel dat breaking voor mij, en voor de buitenwereld, nu veel meer is dan alleen de hiphopcultuur.’
Regenboog
Blijft over: dat kruisje, gekregen van haar bompa, meervoudig Belgisch kampioen boksen. Hoe rijm je godsdienst met de Wu-Tang Clan, Hegel en breakdance? Of hoeft dat niet? ‘Het gaat me om de verhalen,’ zegt Camine, ‘niet om het instituut dat de kerk is. Daar ben ik geen fan van. Geloof ik in God? Tja, ik geloof dat er iets is. Vergelijk het met een regenboog: je kan perfect verklaren wanneer en waarom die verschijnt. Het licht, het prisma, de invalshoek, enzovoort. Maar toch blijft het iets fantastisch om naar te kijken en voel je iets bijzonders, diep in je. Zoals sprookjes begeesterend werken voor kinderen, zo doet religie dat voor volwassenen, denk ik. Geloof helpt me om het onbenoembare een plaats te geven en om ervaringen te verwerken. De Bijbel is geen geschiedenisboek, maar een inspiratiebron. De verhalen die erin staan zijn te waardevol om zomaar weg te gooien. Bepaalde thema’s zijn nu eenmaal te moeilijk om over te praten. Dus helpt het om erover te lezen. Ik ben er alleszins sterker door geworden, hoewel dat niet altijd het doel moet zijn. Misschien ben ik gewoon op zoek naar verbinding en naar identiteit, wil ik ontdekken wie ik ben en wat mijn rol is in deze wereld.’
Deel dit artikel: