De leeswereld van Anak Verhoeven
Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Anak Verhoeven, rotsklimster.
door Matthias M.R. Declercq
‘Soms vraag ik mij af of het oneindige lezen uit mijn kindertijd ooit terugkeert’, zegt Anak. Melancholie is in haar taal verweven. ‘Toen las ik het éne boek na het andere, tot ik de hele dorpsbibliotheek had uitgelezen.’ In Schriek was dat, een dorp nabij Heist-op-den-Berg, waar Anak bij haar ouders woont. Daar traint ze ook, in ruimtes niet groter dan een slaapkamer, die vol hangen met klimgrepen en ander trainingsmateriaal waar Anak als een gekko ondersteboven hangt.
Anak Verhoeven heeft een succesrijke geschiedenis in het sportklimmen. Ze werd vice-wereldkampioen in 2016 in het lengteklimmen, een discipline waarbij je zo hoog mogelijk probeert te klauteren op een overhangende wand. Een jaar later won ze goud op de Wereldspelen, zowat de Olympische Spelen voor niet-olympische sporten. Een paar jaar geleden, na lang worstelen met een complexe armblessure, trok Anak de deur van de klimzaal dicht, om zich te focussen op het outdoorklimmen, weg van de competitie. Nu hangt ze vooral aan de rotsen en wordt ze aanzien als één van ’s werelds beste klimmers. Op haast ondoenbare rotsroutes, met namen als Joe mama, Sweet neuf, Ma belle ma muse en No Pain No Gain tikte Anak als eerste vrouw ooit de top aan.
‘Klimmen doe ik van kleinsaf, samen met mijn ouders. Als we vroeger met de camper naar een klimgebied in pakweg Slovenië reden, dan nam ik na het sporten een boek en zette me aan de voet van de rots, met de helm en de gordel nog om, terwijl vader en moeder aan de rots hingen. Uren heb ik geklommen. Uren heb ik gelezen. Meestal avonturenboeken met realistische verhalen, zoals De Stomme van Kampen van Thea Beckman. Ik ben enig kind, misschien heeft dat ermee te maken, maar het was en is ook gewoon een passie: ik verlangde zo hevig naar het moment dat ik als vijfjarige eindelijk kon lezen.’
J’ai quinze ans
‘Mijn Leeswereld bestaat voornamelijk uit waargebeurde verhalen. Zoals Joni & Ken, een autobiografisch boek over Joni Eareckson en Ken Tada. Joni is vierzijdig verlamd en slaagt er toch in om waarde te vinden in het leven.’ Het verhaal van Joni Eareckson is dat van een duik in het ondiep gedeelte van een baai. Twee jaar duurde de revalidatie van Eareckson, die worstelde met depressie, suïcidale gedachten en die bovendien ook haar geloof in God in twijfel trok. Ze leerde evenwel schilderen met een kwast tussen haar tanden, schreef dik vijftig boeken en nam meerdere muziekalbums op. ‘In het boek vertelt ze over haar leven, over haar man en over haar geloof. Ik ben zelf ook gelovig. God staat centraal in mijn leven.’
‘Ken je dit hier?’ Anak haalt een dun, Frans boekje boven: J’ai quinze ans et je ne veux pas mourirvan Christine Arnothy, over een meisje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in Budapest overleeft in de kelder van een huis, samen met haar ouders, een soldaat, een Jood en een resem andere personages. ‘Dat boek stond op de leeslijst Frans’, zegt Anak. ‘Ik was vrij om het te lezen, want ik volgde huisonderwijs; het was op een bepaald moment in mijn tienerjaren niet meer mogelijk om de reguliere school te combineren met het competitieklimmen, dat alleen maar toenam. Uiteindelijk heb ik vanaf het derde middelbaar alles zelf gedaan. Rekening houdend met het leerplan, wat mijn leidraad was, gaf ik mezelf als het ware les. Niet vader of moeder, maar gewoon ikzelf. Dat ging me goed af, want het streefdoel was niet langer goede resultaten halen, zoals op school, maar echt bijleren. De motivatie kwam uit mezelf en werd niet van buitenaf opgelegd. Van fysica tot chemie of biologie: ik moest zelf op zoek gaan naar informatie en kwam automatisch terecht bij boeken. Dat heeft mijn Leeswereld wel mee bepaald, denk ik: zelf je weg zoeken in informatieve boeken.’
‘Ik lees nog altijd erg graag over menselijke ervaringen. Vroeger hield ik al van historische jeugdromans, over kinderen die moesten overleven in oorlogstijd, en nog steeds blijf ik me verbazen over de manier van leven die voor het grootste deel van de menselijke geschiedenis de normaalste zaak was. Homesteading vind ik fascinerend. Ik lees graag boeken over mensen die een zelfvoorzienend leven leiden, die hun eigen voedsel kweken en conserveren, brood bakken, een koe melken en gewoon hun plan trekken. Het is ontspannend om daarover te lezen, maar tegelijk leer ik ook bij, wat belangrijk is, net zoals de zelfstudie destijds.’
‘Af en toe is er ruimte voor fictie. Soms luister ik in bed naar de audioboeken van L.M Montgomery(de Canadese Lucy Maud Montgomery stief in de jaren veertig en werd vooral bekend om haar romancyclus over het roodharige weesmeisje Anne.) Hoewel ze aanvankelijk bedoeld zijn voor volwassenen zijn veel verhalen ook op kindermaat uitgebracht, en die zijn heerlijk ontspannend. Goed geschreven ook, wat belangrijk is: ik houd te veel van taal om alleen op het verhaal te focussen.’
Vergeving
‘Er is één boek waar ik iedere dag in lees: de Bijbel. Want klimmen is maar een onderdeel van mijn leven. Iedere dag bestudeer ik een hoofdstuk of psalm. Ik zoek hierin niet naar “mijn” waarheid, maar naar de waarheid. Soms neem ik er een theologisch boek bij om wat context te hebben. Dat is lezen, maar dus ook studeren. Als mensen hebben we de neiging om van onszelf te denken dat we eigenlijk wel goed zijn. Maar in de ogen van God, die de standaard zet van wat “goed” is, zijn we allemaal gebuisd. Iedereen heeft vergeving van God nodig.’
Deel dit artikel: