Wie is de held in jouw verhaal?

‘Helden en schurken’: dat is in 2022 het thema voor Jeugdboekenmaand. Een maand lang lezen kinderen heldenverhalen. Scholen, bibliotheken, boekhandels en theaters halen alle soorten helden uit de kast, zowel helden met wapens, huis-tuin-en-keukenhelden als helden met woorden. Deze jeugdboekenmaand is er eentje over moed, over bang zijn en tóch doen, en over de kracht van verhalen. 

(c)Mark Borgions en Iedereen Leest

Meer dan één soort heldenverhaal

Wie held zegt, zegt Superman, Spiderman en Mega Mindy: de superhelden, knap en sterk, met uit marmer gehouwen spieren. Ze redden de wereld, trotseren gevaar, nemen risico’s en brengen uiteindelijk elke hachelijke opdracht tot een goed einde. Boeven grijpen ze zonder meer bij de kraag en monsters kijken ze onverschrokken in de ogen. Dat is duidelijk. Maar het is niet alles. Iedereen weet dat niet alle heldendaden in de krant komen. Soms is een held een held omdat hij zegt wat anderen alleen maar denken. Soms is iemand een held omdat ze gaat zitten en blijft zitten (in de bus, bijvoorbeeld, of voor het parlement). Er zijn helden die ruimtepakken aantrekken om zieken te verzorgen of regenlaarzen om puin te ruimen. Toch hebben alle soorten helden, de opvallende en de minder opvallende, één ding gemeen: ze durven. Ze hebben het lef om door te gaan, ook (vooral!) wanneer de moed hen in de schoenen zakt en het einde zoek lijkt.  

De gebrekkige held bezingen

(c)Mark Borgions en Iedereen Leest

Nog meer dan superhelden, wil Jeugdboekenmaand helden naar voor schuiven die niet zozeer opgetrokken zijn uit staal en beton, maar uit vlees en bloed. De twijfelende, aarzelende, bange held met een hart van goud en peperkoek. De Plasmannen van deze wereld, die – zoals in Plasman van Benjamin Leroy en Jaap Robben – per ongeluk verschrikkelijke sneeuwmannen verslaan en zo merken dat hun zwaktes eigenlijk sterktes zijn. De spot staat niet zozeer op het dappere ideaal dat Jonathan Leeuwenhart heet, maar wel op zijn broertje Kruimel, die van een ‘tamelijk lelijk en onnozel en bang jongetje, met nog kromme benen ook’ uitgroeit tot een kerel die zich durft spiegelen aan zijn heldenbroer. We willen Odysseus zien wanneer hij op de wc zit. Waarom? Omdat echte helden veel meer doen dan gewone stervelingen redden: ze geven hen de moed om de held in zichzelf te zoeken. 

Al lezend gevaren doorstaan

(c)Mark Borgions en Iedereen Leest

Er wordt gezegd dat kinderen willen lezen over helden die beproevingen doorstaan en problemen oplossen om zo te voelen hoe het is om zelf de held te zijn. Volgens sommige psychologen is lezen voor kinderen een manier om (onbewust) op veilige afstand te oefenen hoe dat gaat: moeilijkheden met succes te lijf te gaan. Kinderen hebben veel minder levenservaring dan volwassenen. Voor hen is alles bij wijze van spreken nieuw en potentieel beangstigend. Wanneer ze dan keer op keer lezen en beleven dat een gevaarlijke tocht toch goed eindigt, kan hen dat het vertrouwen geven om zelf zo’n tocht aan te vatten. En dan hebben we het niet alleen over je paard pakken en de wereld in trekken, maar ook over je angsten en verlangens in de ogen kijken.  

“Wanneer kinderen keer op keer lezen dat een gevaarlijke tocht toch goed eindigt, kan hen dat het vertrouwen geven om zelf zo’n tocht aan te vatten.”

Een held op de wc

Mensen zoeken herkenning in verhalen. Uit onderzoek blijkt dat dat de eerste, meest natuurlijke manier van lezen is. Daarnaast is het geen geheim dat de identificatie met een hoofdpersoon sneller gaat wanneer die hoofdpersoon menselijk is. We leven meer mee met personages die bang en onzeker zijn dan met perfecte helden. Het is makkelijker om je in te leven in helden die altijd weer onderuitgaan, maar die uiteindelijk – als ze al hun moed en kracht bij elkaar schrapen – tóch slagen in hun opzet. Het is dus niet zo gek om te denken dat een held met kleine kantjes een groter effect op lezers kan hebben. Je weet hoe Dissus zich voelt, wanneer hij in de Oddyseus-bewerking van Simon van der Geest door god en klein pierke verlaten op de wc zit en alleen maar wil dat alles anders is: 

‘Zat ik daar 

In elkaar gedoken 

Met een plakzwembroek op mijn enkels 

Te rillen op de koude bril 

En ik dacht 

Wat ik echt 

Wat ik nu echt wil, 

 

Dat ik de held was, 

De held van het verhaal en dat we vet verdwalen en heel ver en vrij 

En vol gevaar, onderweg sneuvelen er een paar en iedereen huilen 

Behalve ik.’ 

De kracht van vertwijfeling

(c)Mark Borgions en Iedereen Leest

Sommige critici verwijten traditionele (witte, mannelijke) helden hun rechtlijnigheid. Dat soort helden twijfelt niet aan het eigen gelijk. Voor hen is zwak zijn een – nou ja – zwaktebod waar je eenvoudigweg niet aan toegeeft. Ze zien de wereld in zwart wit: als je niet voor hen bent, ben je tegen hen. Zo’n type held zou aantrekkelijk zijn voor het publiek omdat hij lekker duidelijk is én omdat hij de wereld-zoals-die-is bevestigt. Die critici pleiten voor meer gevoel en meer verandering in de wereld – wat in tijden van verharding en polarisatie geen loos begrip is. Een gebrekkige held denkt en twijfelt: hij of zij verdedigt niet op automatische piloot het status quo. Hij of zij draait niet zomaar mee in het systeem. Neem bijvoorbeeld Katniss Everdeen: het duurt een tijdje voor ze zich realiseert dat ze niet zomaar de zoveelste tribuut in de Hongerspelen is, maar een rebel die niet plooit naar de grillen van het Capitool. Net zoals bij Dissus op de wc, maakt haar vertwijfeling haar aantrekkelijk. 

“Gebrekkige helden denken en twijfelen: ze verdedigen niet op automatische piloot het status quo. Net die vertwijfeling maakt hen aantrekkelijk.”

‘We hebben allemaal onze momenten van glans en glorie’

(c)Mark Borgions en Iedereen Leest

De moraal van dit Jeugdboekenmaand-verhaal? Mensen (zowel grote en als kleine) hebben hun verhalen nodig, ze hebben hun helden nodig. Heldenverhalen kunnen inspireren en moed geven om je eigen plek in de wereld te zoeken en op te eisen. Denk bijvoorbeeld aan Lavendel, het meisje dat bijna onzichtbaar figureert in Roald Dahls Matilda en dat ‘brandde van verlangen iets echt heldhaftigs te doen’. Geïnspireerd door Matilda bedenkt ze haar eigen geniale plan en verstopt ze een salamander in de waterkan van de Bulstronk. Met groot effect. ‘We hebben allemaal onze momenten van glans en glorie,’ schrijft Roald Dahl in een ander boek maar bij een gelijkaardige scène. Oftewel: helden brengen helden voort. Tijdens deze Jeugdboekenmaand geloven we meer dan ooit dat er een held schuilt in ons allemaal. 



Deel dit artikel:

Contact
Coördinator selectielezen Leesjury | Kennismedewerker jeugdliteratuur
Mis niets van Iedereen Leest