De leeswereld van Tess Uytterhoeven

Lezen is denken met andermans hoofd, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Tess Uytterhoeven, televisiemaker.

door Matthias M.R. Declercq
© Michiel Devijver en Iedereen Leest
© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Of je dat nu wil of niet: onbewust maak je je vooraf een voorstelling van het gesprek, van de verwachte boeken die dat gesprek zullen bepalen. In het geval van Tess Uytterhoeven, een steunpilaar van productiehuis Woestijnvis, die met programma’s als Recht naar de gevangenis, Ooit vrij, Het proces dat niemand wou en Topdokters geen vrijblijvende tv maakt, maar relevante vragen stelt over onze samenleving, verwacht je een kast vol fictie. Waarom? De verbeelding als tegenwicht voor de morsige, scherpgerande realiteit die ze in beeld brengt. Fictie als ventiel, als ontlading.

“Hoewel ik ook romans wil lezen, weegt dat niet op tegen de vloed aan goed geschreven non-fictie die de markt nu overspoelt. Er is in onze maatschappij zodanig veel aan de gang, dat ik nu geen fictie nodig heb om geboeid te blijven. Ik leer ontzettend graag bij over de mens.”

Niks van. In de woonkamer in Mechelen, waar het ruikt naar koffie en speculaas, liggen stapels non-fictie op tafel. Geen werk over honingbijen of veldslagen, maar boeken die rechtstreeks verbonden zijn met onze maatschappij en dus ook met het werk van Tess. Het begin van alles ligt op tafel, van David Graeber en David Wengrow, twee mannen die de geschiedenis van de mensheid hertekenen, bovenop Philip Gourevitch die in We wish to inform you that tomorrow we will be killed with our families de waanzin van de Rwandese genocide beschrijft. Waarom vrouwen betere seks hebben onder het socialisme, een essay van Kristen R. Ghodsee, ligt onderaan de stapel. Er ligt zelfs een Lonely Planet over Mexico bij en De Groote Trek, de wereldreis die Marc Helsen begin jaren tweeduizend maakte, is ook niet gestoeld op fantasie. Toegegeven, Juli Zeh (Onder buren) ligt binnen handbereik, maar ook dat is geen ontspannend, escapistisch verhaal, maar een roman over connectie tussen andersdenkenden, wat een belangrijk thema is in dit tijdsgewricht. ‘Ik zit midden een nieuwe golf aan non-fictie’, zegt Tess. ‘Hoewel ik ook romans wil lezen, die van Zadie Smith bijvoorbeeld, weegt dat niet op tegen de vloed aan goed geschreven non-fictie die de markt nu overspoelt. Er is in onze maatschappij zodanig veel aan de gang, dat ik nu geen fictie nodig heb om geboeid te blijven. Ik leer ontzettend graag bij over de mens en specifiek over de mens in relatie tot de ander, de omgeving en de natuur.’

Troost

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Dat brengt ons naadloos hij Het begin van alles. Voor Tess Uytterhoeven is er sinds het lezen van dat boek een voor en een na, en is niks nog hetzelfde. ‘Als kind wilde ik antropoloog worden, wat ik uiteindelijk -samen met literatuur- ook heb gestudeerd. Aan de basis van mijn fascinatie voor de mens en de wereld, ligt misschien wel De Groote Trek. Ik ben enig kind en terwijl vader voor de televisie lag en moeder kookte, las ik aan tafel over de wereldreis van die journalist. Toen al was ik erg nieuwsgierig naar andere culturen, ik vlechtte zelfs riet tussen mijn haar zoals de Indianen en sprak als kind boeken over indianen in op een dictafoon, opdat ik het boek altijd bij me kon hebben. Ik ben opgegroeid met een diep, wit schuldgevoel en las over de Europeanen die overal alles hebben veranderd; heel invasief allemaal. Ik ben daar natuurlijk niet persoonlijk verantwoordelijk voor, maar voelde toch een grote opluchting, een zekere troost zelfs, toen ik Het begin van alles las, een boek dat veel verder teruggaat dan de tijd van het westers kolonialisme.’

“Aan de basis van mijn fascinatie voor de mens en de wereld, ligt misschien wel "De Groote Trek". Ik ben enig kind en terwijl vader voor de televisie lag en moeder kookte, las ik aan tafel over de wereldreis van die journalist.”

Wat op de blurb van het boek staat is geen loze praat, maar een correcte samenvatting van wat de antropoloog David Graeber en archeoloog David Wengrow aantonen in het vuistdikke non-fictiewerk: ze ontkrachten het gangbare verhaal over het ontstaan van de mensheid -denk aan de boeken van Steven Pinker, Jared Diamond en Yuval Noah Harari- die een eerder lineaire rangschikking van jager-verzamelaars naar boeren en tenslotte naar stedelijke, industriële samenlevingen voorstaan. De twee Davids doorbreken die these en voeren lang genegeerd bewijsmateriaal aan over prehistorische megasteden, onontdekte matriarchaten en landbouwweigeraars. Ze laten ook zien dat ongelijkheid en discriminatie, wat nu verbonden is met onze kapitalistische wereld, niet per definitie eigen hoeft te zijn aan die wereld. Dat er andere opties zijn om onze samenleving te organiseren en het niet te laat is.

“Is die hiërarchie iets wat sowieso bij onze samenlevingsvorm hoort? "Het begin van alles" toont vooral aan dat ons huidige, kapitalistische systeem schijnbaar vastgebeiteld is, maar dat we daar wel degelijk verandering kunnen in brengen.”

Tess: ‘Waarom is de ene mens baas over de andere? Waarom kun je op het werk naar huis gaan met een slecht gevoel dat je is aangepraat door je baas? Is die hiërarchie iets wat sowieso bij onze huidige samenlevingsvorm hoort? In het verleden zijn er zoveel culturen geweest die géén dergelijke macht of structuur toelaten. Egalitaire culturen, waarover goed was nagedacht en waarin mensen geen standbeeld vroegen of kregen. Het begin van alles toont vooral aan dat ons huidige, kapitalistische systeem schijnbaar vastgebeiteld is, maar dat we daar wel degelijk verandering kunnen in brengen. Een verandering die er vroeger altijd is geweest. Net zoals De goede voorouder van Roman Krznaric, bevat Het begin van alles veel hoop en positivisme.’

Dystopie

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Dat Tess Uytterhoeven blijft lezen en bijleren, duidt op een grote motor. Er is kennelijk weinig nood aan escapisme. ‘Ik ben geëngageerd en gepassioneerd’, zegt Tess. ‘Je bent hier maar één keer, wat an sich niet veel betekent, maar toch: je kan beter het goede proberen doen. Ik haal veel voldoening uit het helpen van mensen, door hen de kracht aan te reiken om op te komen voor hun verhaal. Denk aan de gedetineerden. We kijken op hen neer en zetten ze weg als slecht. Een elektrische stoel hebben we niet meer, maar op mentaal vlak is die er nog altijd. We kunnen die ideeën echt wel doorbreken. Niks is voor altijd. Dat bewijzen al die boeken hier op tafel. Het is altijd mogelijk je ideeën aan te passen. Dat heb ik zelf ook ondervonden. In vergelijking met twintig jaar geleden, toen ik uit de kast kwam, is er nu veel positiefs gebeurd voor mensen met een andere geaardheid. Er is meer ruimte, meer perspectief. De tijd van onbegrip, van louter agressief en ander aanvallend gedrag is voorbij, al bestaan de micro-agressies nog altijd - ik ben al bespuugd. We zitten misschien op het hoogtepunt van de verandering. Soms ben ik bang voor de toekomst - dat geef ik toe - en overvalt mij het dystopisch beeld van een camion die me komt halen, samen met mijn kinderen. Daarom relateer ik goed met mensen van kleur, die afzien van racisme en soms ook gehaat worden om iets waar ze niks kunnen aan veranderen. Maar ik probeer positief te zijn en voel me gesterkt door de boeken die nieuwe perspectieven aanreiken. En op de momenten dat ik alsnog de moed verlies grijp ik naar een Lonely Planet.’ (lacht)

Pacifische eilanden

‘Als er één ding is waar ik nooit op zal toegeven, dan is het reizen. Ik doe niks liever. Eerder woonde ik in Argentinië en Canada, en altijd heb ik zin om te vertrekken naar onbekende landen en culturen. Af en toe koop ik een Lonely Planet van een droombestemming, zoals een Pacifisch eiland als Tahiti, en lees dan over de geschiedenis en de hostels op dat eiland. Te weten onder welke bananenboom je het best een boek kan lezen. In de hoop dat ik met mijn gezin die reis ooit effectief maak. Ja ja, ooit gaan we naar Tahiti. Beslist.’

“Op de momenten dat ik alsnog de moed verlies grijp ik naar een Lonely Planet.”

‘Als er één ding is waar ik nooit op zal toegeven, dan is het reizen. Ik doe niks liever. Eerder woonde ik in Argentinië en Canada, en altijd heb ik zin om te vertrekken naar onbekende landen en culturen. Af en toe koop ik een Lonely Planet van een droombestemming, zoals een Pacifisch eiland als Tahiti, en lees dan over de geschiedenis en de hostels op dat eiland. Te weten onder welke bananenboom je het best een boek kan lezen. In de hoop dat ik met mijn gezin die reis ooit effectief maak. Ja ja, ooit gaan we naar Tahiti. Beslist.’



Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest